Plopsa-CEO Steve Van den Kerkhof zit in het oog van de storm.© ISOPIX

Van de ‘stoute’ vraag van Gert Verhulst bij sollicitatie tot de volledige metamorfose van park: wie is de Plopsa-CEO die onder vuur ligt?

“Om het in voetbaltermen te omschrijven: 23 jaar geleden zijn we met de overname van Meli Park gestart in vierde provinciale, vandaag spelen we met met Plopsa Champions League.” Puur op basis van de cijfers is Steve Van den Kerkhof een topmanager. Maar tegen welke prijs, vragen velen zich af na de recente aantijgingen van grensoverschrijdend gedrag door tientallen ex-medewerkers. Portret van een CEO die veel veranderde.

Kristof Simoens

Op een periode van anderhalf jaar na, toen hij als kersvers licentiaat Handelswetenschappen als auditor aan de slag was bij consultingbedrijf Arthur Andersen, werkt Steve Van den Kerkhof al zijn hele carrière voor Plopsa, de pretparkdivisie van Studio 100. In 2000 werd de geboren Turnhoutenaar er financieel directeur, twee jaar later werd hij CEO.

Op het lijf geschreven

Daarmee had de jongeman uit Oud-Turnhout, die als 15-jarige een vakantiejob in Bobbejaanland deed en toen al wist dat hij ooit een pretpark wou managen, zijn droomjob beet: “Toen ik voor Arthur Andersen werkte, kwam ik al in contact met Studio 100. Mijn interesse was toen al gewekt. Ik vond het erg fijn om te zien hoe het bedrijf werkte dat elk jaar de Samson & Gert-kerstshow ineenstak, waar ik jaarlijks met mijn babysitkindjes naartoe ging”, vertelde hij ooit in zakenkrant De Tijd. Na een paar maanden kreeg hij een telefoontje van Studio 100: het bedrijf had toen net het zieltogende Meli Park van de familie Florizoone in Adinkerke overgenomen en was op zoek naar een financieel directeur.

© DBA

Lang moest hij niet nadenken: “Ik heb jarenlang zelf de kinderanimatie verzorgd op een recreatiedomein in Turnhout, waar ik Samson & Gert-shows ineenstak. Ik speelde zelf Gert. De eerste vraag die Gert Verhulst me stelde toen ik op gesprek kwam, was of ik wel Sabam betaalde op die shows. Het antwoord was gelukkig ‘ja’. Dat gaf wel een klik.” Dat Steve Van den Kerkhof de figuurtjes kende, was een troef van formaat: “Om bij Gert en Hans het artistieke vast te pakken en er iets commercieels mee te doen, moet je voeling hebben met Studio 100. Als je de figuren niet begrijpt, kan je niet beslissen waar je het best moet investeren.”

Cash cow

Onder zijn leiding onderging Plopsa een ware metamorfose: “Om het in voetbaltermen te omschrijven: 23 jaar geleden zijn we [met de overname van Meli Park] gestart in vierde provinciale, vandaag spelen we met Plopsa Champions League. “We zijn zo op een gezonde, alsook organische manier gegroeid van 10 miljoen euro omzet naar 115 miljoen euro omzet op vandaag. We ontvangen meer dan 4 miljoen bezoekers op jaarbasis, in vijf verschillende landen, op 12 locaties.” Behalve in eigen land heeft Plopsa ook (water)pretparken in Nederland, Duitsland, Polen en Tsjechië.

Meer nog, van de 220 miljoen euro omzet die Studio 100 in 2022 draaide, is meer dan de helft – 115 miljoen om precies te zijn – afkomstig van de pretparkenpoot. Een bijzonder rendabele business bovendien, want de brutobedrijfswinstmarge bedraagt er meer dan 40 procent. Anders gezegd: elke honderd euro die de bezoeker er spendeert, levert 40 euro bruto winst op. Kortom, de aan zee aangespoelde Kempenzoon maakte van Plopsa dé cash cow van het Disney van de Lage Landen.

Te veel ‘carte blanche’?

Puur cijfermatig is Steve Van de Kerkhove dan ook een topmanager op wie menig bedrijf jaloers kan zijn. Alleen rijst nu, na tientallen getuigenissen van grensoverschrijdend gedrag tegen diezelfde Van den Kerkhof, de vraag: tegen welke menselijke prijs? En, in tweede orde, wie wist daarvan, want bij VTM liet een van de getuigen duidelijk verstaan dat hij Gert Verhulst en Hans Bourlon had geïnformeerd. Lieten zij hem begaan?

LEES OOK. Goudhaantje van Plopsa staat plots in het oog van de storm: “Ja, het doet pijn. Maar ik kan mezelf nog in de spiegel kijken”

Toen een journalist van De Morgen Steve Van den Kerkhof in 2018 de vraag stelde of hij als manager ‘carte blanche’ kreeg, antwoordde hij: “Dat is een heel gevaarlijk woord. Ik heb geleerd niets achter te houden. Gert en Hans weten wat ze moeten weten, maar misschien niet op de typische manier zoals in een groot bedrijf. Ik stuur snel een Whatsapp-bericht of een sms’je, en vijf minuten later kan ik verder. Ik werk nu achttien jaar met die gasten en weet waarvoor ze gehoord willen worden en waarvoor niet. Zo liggen creatieve dingen hen nog altijd veel nauwer aan het hart. Dus als een houten achtbaan moet worden gekocht, geef ik een seintje, maar als ik afscheid moet nemen van een medewerker, hoef ik niet te bellen.”