Onze overheid ziet de staatsschuld oplopen, en die moet vroeg of laat terugbetaald worden aan deze schuldeisers

Meer dan 470 miljard euro. Zo’n onrustwekkende omvang heeft onze federale staatsschuld intussen bereikt. Daarmee bedraagt onze staatsschuld 106 procent van het bbp. Er hangt onze overheid dus een zware molensteen om de nek van schulden moeten afbetaald aan verschillende schuldeisers in binnen- en buitenland.

Christof Willocx

SOS begroting

De federale staatsschuld is opgelopen tot meer dan 470 miljard euro. Dat is een groot probleem. Nu de corona- en energiecrisissen stilaan voorbij zijn, wordt de Europese Commissie weer strenger in het controleren van onze begroting. De commissie stelt voor dat België vanaf 2024 bijna zes miljard euro per jaar gaat besparen. Dat is meer dan de jaarlijkse kostprijs van ons leger. In enkele afleveringen gaan we na welke besparingen er door de hoge staatsschuld op ons afkomen, en hoe we ze eerlijk kunnen doorvoeren. We brengen ook in kaart welke regeringen voor onze moeilijke financiële situatie verantwoordelijk zijn. Daarvoor gebruiken we onder meer cijfers die ons zijn aangereikt door Dani Sangers en Geert Noels van vermogensbeheerder Econopolis.

LEES OOK. België scoort met zijn begroting pak slechter dan ‘Club Med-landen’ en krijgt tik op de vingers van Europa: “We laten het altijd uit de hand lopen”

Het huwelijk tussen politici en begrotingen is in de recente geschiedenis van België doorgaans geen amoureuze hoogvlieger geweest. Zelfs oud-premier Jean-Luc Dehaene, de man die ons land in de jaren negentig met harde besparingen in de richting van indrukwekkende begrotingsoverschotten dreef, werd er een beetje zenuwachtig van. In 1992 kreeg hij zijn regering niet gevormd omdat niemand de post van Begroting op zich wilde nemen. Hij belde dan maar naar Mieke Offeciers, het hoofd van de studiedienst van het Vlaams Economisch Verbond (VEV), de voorloper van ondernemersorganisatie Voka. Offeciers maakte geen deel uit van de politiek, en was aan het skiën in Oostenrijk toen ze het telefoontje kreeg met de vraag om begrotingsminister te worden. Ze heeft die functie anderhalf jaar volgehouden. Offeciers kon gedelegeerd bestuurder van het VEV worden, en dat vond ze toch iets interessanter.

In oktober 2014 kreeg de tamelijk onbekende Hervé Jamar (MR) de post van minister van Begroting aangeboden. Hij verkondigde dat hij enkele maanden nodig had om de begroting onder de knie te krijgen en pas daarna met de pers zou praten. Enkele maanden later riep hij de pers zoals beloofd samen, met de droge mededeling dat hij van job ging veranderen: hij werd provinciegouverneur van Luik.

Hervé Jamar (MR) was maar heel even minister van Begroting en gaf de fakkel in 2014 door aan Sophie Wilmès (MR).© Belga, Isopix

Jamars opvolger was Sophie Wilmès, die later bekender zou worden als premier van dit land. Wilmés zei in 2015 ook dat ze enkele maanden nodig had om de begroting onder de knie te krijgen. Enkele maanden later zei ze dat de zogenaamde ‘tax shift’ die voordien was afgesproken, waarbij belastingen op arbeid zouden worden verschoven naar andere dingen, maar voor de helft gefinancierd was. Er was met andere woorden geen geld voor.

Vandaag is die tax shift nog steeds niet gefinancierd, en blijven we ons dus blauw betalen aan belastingen op ons loon, terwijl onze overheidsschuld niet bepaald kleiner wordt. Die schuld bedraagt nu 106% van ons Bruto Binnenlands Product (BBP). Dat is meer dan dubbel zoveel als Nederland.

De totale staatsschuld die België door de jaren heen heeft opgebouwd, is veel hoger dan het Europese gemiddelde.

Hoog tijd dus om ons enkele vragen te stellen.

 Wie zijn onze schuldeisers? 

Dat we een hoge overheidsschuld hebben, is wel duidelijk. Maar aan wie moeten we die schuld eigenlijk terugbetalen? We kijken hiervoor naar de zogenaamde OLO’s. Dat zijn overheidsobligaties, waarbij de staat schulden aangaat die pas na vele jaren moeten worden terugbetaald. Ze maken ongeveer 85% uit van de federale staatsschuld.

56% van die OLO’s is in handen van buitenlanders. Het gaat vooral om buitenlandse centrale en commerciële banken en om beheerders van pensioen- en andere fondsen in het buitenland.

Dat het merendeel van onze schuld in buitenlandse handen is, heeft volgens Jean Deboutte, de directeur van het Agentschap van de Schuld, een voordeel én een nadeel. “Het voordeel is dat we minder rente moeten betalen. Want omdat ook buitenlanders onze schuld mogen kopen, zijn er meer kandidaat-kopers, is er meer concurrentie tussen kopers en is de rente dus lager. Het nadeel is dat buitenlanders wellicht sneller Belgisch schuldpapier zullen verkopen als er onrust is over de capaciteiten van België om de staatsschuld terug te betalen. Maar op dit moment hebben de agentschappen die onze kredietwaardigheid moeten beoordelen, nog geen twijfels over onze terugbetalingscapaciteiten.”

LEES OOK. Hoeveel schulden heeft ons land nu écht? Cijfers doen België met de billen bloot gaan: duizelingwekkende kaap in zicht

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER