Direct naar artikelinhoud
Bellen metVanessa Joosen

Zijn de aanpassingen aan Roald Dahls boeken een goed idee? ‘Zijn verhalen teren op stereotiepe denkbeelden’

Zijn de aanpassingen aan Roald Dahls boeken een goed idee? ‘Zijn verhalen teren op stereotiepe denkbeelden’
Beeld UAntwerpen / rv

De Britse uitgeverij Puffin heeft de boeken van Roald Dahl grondig herwerkt: zo zijn de woorden ‘dik’, ‘lelijk’, ‘zwart’ en ‘stom’ niet meer terug te vinden in de Britse heruitgave van het oeuvre van de bekende schrijver. De kwestie veroorzaakt heel wat ophef, en er wordt kwistig met woorden als ‘woke waanzin’ en ‘censuur’ gestrooid. Terecht? Professor jeugdliteratuur Vanessa Joosen (UAntwerpen) geeft duiding.

Wat is er net aangepast aan de boeken van Roald Dahl?

“De uitgeverij heeft een aantal mensen in dienst genomen om zogenaamde sensitivity readings te doen. Daarbij worden boeken gescreend op thema’s en taalgebruik dat mogelijk kwetsend kan zijn voor lezers. Zo zijn er ook bij de boeken van Roald Dahl een aantal onderwerpen en gevoelige woorden gefilterd.”

“Die sensitivity readings zijn recent toegenomen, zeker bij Britse en Amerikaanse uitgeverijen, maar kritiek op de boeken van Roald Dahl is niet nieuw. Zo paste hij zelf de figuren van Oempa Loempa’s, die oorspronkelijk afgebeeld werden als pygmeeën, aan na de kritiek dat die racistisch zouden zijn. Al is er nu natuurlijk een verschil: niet enkel is Roald Dahl zelf al overleden en zijn het zijn erfgenamen die de aanpassingen goedkeurden, het gaat ook om een heel aantal aanpassingen op verschillende niveau’s. Er zijn niet alleen woorden vervangen, maar er zijn tevens af en toe kleine toelichtingen toegevoegd.”

Is dat in uw ogen een goed idee?

“Er zitten in de boeken van Roald Dahl een aantal heel stereotiepe figuren, en er zijn veel voorbeelden te vinden van seksisme, bodyshaming enzovoort. Maar ik denk dat het een beetje naïef is om te denken dat het probleem is opgelost door enkel de taal aan te passen. Zulke ingrepen zijn eerder cosmetisch, want de verhalen van Roald Dahl teren net heel sterk op niet-inclusieve denkbeelden. Je kan in De heksen bijvoorbeeld dan wel een aantal woorden gaan vervangen, maar de hele plot draait rond de, historisch gezien, seksistische en problematische beeldvorming van heksen. Hetzelfde geldt voor Sjakie en de chocoladefabriek: dat de Oempa Loempa’s geen pygmeeën meer zijn, verandert niets aan het feit dat het een door en door koloniaal verhaal is. Willy Wonka laat zijn chocoladefabriek draaien op onbetaalde geïmporteerde werkkrachten, en denkt er zelfs niet aan om een van hen te overwegen als waardige erfgenaam.”

“Bovendien zie je in de aanpassingen aan de boeken van Roald Dahl dat er soms één stereotype vervangen wordt door een ander. In De reuzenperzik wordt een van de tantes niet langer dik genoemd, maar wordt ze een vieze oude persoon: dan vervang je bodyshaming simpelweg door ageism. Je kunt bij Roald Dahl ook moeilijk aan die stereotypen ontsnappen, want hij maakt er net gebruik van om slechteriken te schetsen.”

Welke oplossing ziet u dan? Een disclaimer, zoals bij bepaalde Disney-films?

“Een tekst aan het begin van het boek die aangeeft dat het stereotypen bevat, is inderdaad een goed idee. Aanpassingen in de tekst zelf vind ik minder wenselijk. Bij De heksen is nu bijvoorbeeld een zinnetje toegevoegd dat ‘er een heleboel andere redenen kunnen zijn waarom vrouwen pruiken dragen, en dat daar zeker niets mis mee is.’ Zo’n ingreep is niet enkel artificieel, maar strookt ook totaal niet met de vertelstem uit de verhalen van Roald Dahl.”

“Maar een kritisch kader bij zulke boeken is zeker belangrijk. Die sensitivity readings komen voort uit de wetenschap dat kinderen in onze maatschappij wel degelijk het slachtoffer zijn van zaken als racisme en bodyshaming. En dat sommige kinderen gekwetst kunnen worden door het feit dat het typisch de zwaardere kinderen zijn die in de verhalen van Roald Dahl kop van jut zijn.”

“Wat ik eigenlijk nog veel belangrijker vind, is dat een uitgeverij niet enkel in sensitivity readings investeert, maar ook in auteurs die verhalen schrijven vanuit de wereld van nu, waarin inclusiviteit en diversiteit belangrijke waarden zijn. Opdat boeken van Roald Dahl niet meer de enige boeken zijn die kinderen in handen krijgen, maar slechts één boek op een boekenplank met een heleboel andere verhalen. Verhalen waarin inclusiviteit een organisch deel is van een spannend en grappig verhaal, zonder dat iemand daarbij het slachtoffer moet zijn van stereotypering.”

Die evolutie is al een tijd gaande, zo maakte Elisabeth Lucie Baeten een inclusieve herwerking van een aantal sprookjes.

“Klopt, en zelfs Roald Dahl heeft sprookjes bewerkt. Hij maakte een versie van Roodkapje waarin die de wolf met een pistool, dat ze verstopt had in haar onderbroek, afknalt en er een bontjas van maakt. Bovendien zijn er ook verhalen van Dahl die wél heel erg gericht zijn op emancipatie, zoals Matilda bijvoorbeeld. We mogen hem niet zomaar reduceren tot bepaalde boeken.”

“Maar het is natuurlijk wel makkelijker om sprookjes te bewerken dan de verhalen van Roald Dahl, omdat de meeste sprookjes geen duidelijke auteur hebben en beschouwd worden als een soort gemeengoed. Omdat Dahl nog een auteur is waar copyright op rust, maakt dat de zaak gecompliceerder en anders, want je grijpt echt in in zijn werk.”

Sommige stemmen stellen ook dat verhalen almaar softer worden, en we onze kinderen tegen steeds meer zaken willen beschermen. Zo sterft de wolf in de meest recente versies van Roodkapje niet meer, maar druipt hij met de staart tussen de benen af.

“Die tendens om sprookjes liever te maken, is nochtans al eeuwen oud. Het klopt zeker dat er vandaag in de jeugdliteratuur een tendens is om kinderen te beschermen, maar nieuw is die dus niet. Bovendien zie je anderzijds dat de grenzen van de jeugdliteratuur verlegd worden, en dat er plaats is voor thema’s die vroeger afwezig waren. Denk maar aan de controverse rond dichter Pim Lammers. En kijk naar de shortlist van de Boon Literatuurprijs: daar staan boeken op die allesbehalve soft zijn. Patroon van Marco Kunst, waarin twee jonge tieners een gevaarlijk spel spelen en een jongen per ongeluk zijn beste vriend doodt, is een goed voorbeeld.”

“Bovendien is de vraag: softer voor wie? Er is wel degelijk een bewustzijn dat lezers van kinderboeken niet langer enkel kinderen uit de witte middenklasse zijn, en dat een boek over een zwaarder meisje bij het ene kind veel harder zal binnenkomen dan bij het ander. Ik had ooit een student die na het lezen van On Beauty van Zadie Smith naar me toe kwam en zei dat het de eerste keer was dat ze, als vrouw van kleur, een boek had gelezen waarin ze zichzelf herkende. Dáár ligt het echte probleem en de uitdaging voor uitgeverijen: die inclusiviteit moet dringend beter.”