Direct naar artikelinhoud
InterviewMarc Bossuyt

Erecommissaris-generaal voor de vluchtelingen over de opvangcrisis: ‘Het aantal mensen dat liever bij ons zou zijn is onuitputtelijk’

Marc Bossuyt in 2019, toen hij voorzitter was van de evaluatiecommissie over het terugkeerbeleid.Beeld Photo News

‘Ik heb ervoor gewaarschuwd dat Lesbos en Lampedusa zich zouden verplaatsen naar Brussel. Ik had alleen niet verwacht dat het zo snel zou gebeuren.’ Erecommissaris-generaal voor de vluchtelingen Marc Bossuyt keek machteloos naar de ontruiming van het kraakpand in de Paleizenstraat in Schaarbeek.

In 2020 was Marc Bossuyt (79) nog voorzitter van de parlementaire commissie terugkeerbeleid die een reeks aanbevelingen deed. Vorig jaar pende hij decennia ervaring in asiel- en vluchtelingenbeleid van zich af in zijn bij Ertsberg verschenen boek Tussen demagogie en hypocrisie. Nu heeft hij sterk het gevoel tegen de muren te hebben gepraat.

Marc Bossuyt: “De oplossing voor het probleem is niet bijkomende opvangplaatsen creëren, want dat is eindeloos. Wat veel mensen niet schijnen te begrijpen: het aantal mensen in de wereld dat liever bij ons zou zijn dan waar ze nu zijn, is onuitputtelijk. Dat stopt niet. Nu zijn de centra volgelopen, ook al zijn er nooit zoveel opvangplaatsen geweest. Als je nu ook hotels gaat inzetten, dan zullen ook die over een jaar of twee vollopen.”

Uw commissie wees in 2020 op een aantal ‘taboes in ons terugkeerbeleid’, zoals rond woonstbetredingen.

“Dat was een van de aanbevelingen, en we deden die niet omdat we dat leuk vonden, maar omdat ze noodzakelijk zijn als je de toestand beheersbaar wilt houden. Hoe gaat het nu? Iemand zit ergens in een woning, illegaal. Die moet van het grondgebied worden verwijderd, maar heeft geen zin. De politie gaat aanbellen en mijnheer weigert de politie binnen te laten. Moet de politie daar dan een wachtpost opstellen en twee weken wachten tot mijnheer buitenkomt? Natuurlijk gebeurt het dan niet.

“Zolang men niet begrijpt dat een migratiebeleid zonder een component terugkeer onevenwichtig is, gaat het niet. Er is heel veel dat op Europees vlak kan gebeuren, maar er zijn ook enkele dingen die we zelf kunnen doen.”

Zoals?

“Ervoor zorgen dat er geen achterstanden ontstaan, bijvoorbeeld. In 2018 was de achterstand op het commissariaat-generaal weggewerkt. Men heeft die langzamerhand weer laten aangroeien. In mijn boek heb ik dat sneeuwbaleffect beschreven. Er is geen achterstand omdat er veel aanvragen zijn. Er zijn meer aanvragen omdat er achterstand is. We zien dat fenomeen nu voor de zoveelste keer opnieuw. Ik vind het onbegrijpelijk dat men het opnieuw uit de hand heeft laten lopen.

“Ik heb ervoor gewaarschuwd, dat Lesbos en Lampedusa zich zouden verplaatsen naar Brussel. Ik had alleen niet verwacht dat het zo snel zou gebeuren. Natuurlijk stelden wij maatregelen voor die moeilijk liggen, maar blijkbaar laat men liever toe dat de meest onmenselijke situaties zich nu op ons grondgebied voordoen.”

Wat liet er voorbije jaren dan mis?

“Om een achterstand weg te werken moet je de middelen willen inzetten. Zoals in 2018 is gebeurd. Daarna heeft men het weer op zijn beloop gelaten. Dat gaat traagjes. Op zeker ogenblik zit je aan tweeduizend aanvragen, dan worden het er plotseling drieduizend en even later vierduizend. We zullen gigantische inspanningen moeten doen om die achterstand terug te dringen. Er moeten mensen worden aangeworven. Je moet die ook opleiden. Dat kost tijd.”

Als je in de Paleizenstraat rondliep, viel vooral het hoge aantal gevluchte Afghaanse ex-militairen op, op de vlucht voor de taliban.

“Ja, maar de vraag is: hoe komt het dat die in zo groten getale naar België willen komen? Hun aantallen zijn disproportioneel, zoals we ook een disproportioneel hoog aantal minderjarigen hebben. Hoe komt dat? Op zeker ogenblik heeft zelfs de Vlaamse regering moeten inzien dat de financiële steun die ze gaf aan niet-begeleide minderjarigen een veelvoud is van het gemiddelde inkomen in Afghanistan. Zodra dat geweten is, dat België een welkomstbeleid heeft ontwikkeld dat nergens zijn gelijke heeft, word je daar het slachtoffer van.

“Ja, dan mag je niet verwonderd zijn dat je tot disproportionele situaties komt en je de zaak niet meer de baas kunt. Een beleid moet verantwoordelijkheid nemen. We moeten naar een uitwijzingsbeleid zonder taboes. Men zegt dat 20 procent van de uitgeprocedeerden wordt teruggestuurd, maar dat is ruim onvoldoende.”

Mannen in het kraakpand in de Paleizenstraat op 10 februari.Beeld Tim Dirven

Je hoort staatssecretaris Nicole de Moor (cd&v) vaak spreken over een betere spreiding van vluchtelingen over de Europese lidstaten.

“Waarom zouden die andere Europese landen dat doen? Als wij de boel uit de hand laten lopen, moeten we er niet op rekenen dat de oplossing uit die hoek gaat komen. Het zijn vooral de Oost-Europese landen die niet willen. Zij hebben gezien dat migratie uit Turkije en uit de Maghreb in West-Europa gepaard is gegaan met moeilijkheden. Ik weet dat het niet sympathiek is wat ik zeg, maar het is gewoon zo. Het zijn ook niet de Oost-Europese landen die hebben nagelaten om aankomende asielzoekers te registreren. Het zijn de zuidelijke landen die hun EU-verplichtingen niet zijn nagekomen.

“Dit is wat je net als in 2015 en 2016 te horen krijgt in die Oost-Europese landen: ‘Wij zijn hier niet verantwoordelijk voor.’ Het is ook niet door te spreiden dat er minder mensen Europa zullen binnenkomen. Je kunt tegen zoveel mensen als je wilt zeggen naar welk land ze moeten gaan, maar dankzij Schengen staan die de volgende dag al terug waar ze vandaan kwamen. Trouwens, waarom zouden we dan niet ook de Oekraïners spreiden over heel Europa? Er zijn er vier miljoen in Polen en zestigduizend in België.”