Direct naar artikelinhoud
InterviewMarie-Angélique de Scheerder

Voor de derde keer ooit genas iemand van hiv na stamceltransplantatie: ‘Aanwijzing dat we op termijn hiv kunnen genezen’

Voor de derde keer ooit genas iemand van hiv na stamceltransplantatie: ‘Aanwijzing dat we op termijn hiv kunnen genezen’
Beeld Photo News

Een Duitse man genas van hiv na stamceltransplantatie. Hij is de derde patiënt ooit die het virus versloeg. Arts inwendige ziekten Marie-Angélique De Scheerder (UZ Gent) is betrokken bij het onderzoeksproject dat de man opvolgde. ‘Dit is ook hoopgevend voor immuuntherapie bij kanker en infectieziekten.’

Wat doen jullie binnen IciStem, het onderzoeksproject waarbinnen iemand van hiv genas?

“We kijken hoe mensen kunnen genezen van hiv door stamceltransplantatie. Dat is enkel mogelijk in zeer uitzonderlijke gevallen: als hiv-patiënten in het kader van een andere aandoening een stamceltransplantatie nodig hebben. Vaak zijn dat mensen met leukemie of lymfeklierkanker. De bedoeling van ons onderzoeksproject is niet alleen om patiënten op te volgen, maar ook beter te zoeken naar welke donoren in aanmerking komen voor stamceltransplantatie. Om een zo groot mogelijke kans op hiv-genezing te geven, gaan we op zoek naar donoren die matchen met de patiënt en idealiter ook een mutatie hebben die hen resistent maakt voor het hi-virus.

“De man uit Düsseldorf is de derde patiënt die genezen verklaard is aan hiv, ook weer na een stamceltransplantatie in het kader van een kankerbehandeling. Jaren geleden was er een eerste patiënt die al genas van hiv in Berlijn en nadien ook een man uit Londen, binnen IciStem.

“Nadat het nieuws van de eerste patiënt die genas van hiv bekend was geraakt, zijn verschillende initiatieven opgestart om te onderzoeken hoe dat gebeurde. Dat doen we om beter te verstaan welke aspecten van de immuniteit belangrijk zijn om hiv te kunnen genezen. Maar vooral om te weten of we dit op grotere schaal kunnen toepassen bij mensen met hiv, zonder transplantatie.”

Wat is het belang van dit nieuws?

“We krijgen via stamceltransplantatie het hi-virus zodanig klein dat het zich niet meer kan vermenigvuldigen in het lichaam van patiënten. Dat is een aanwijzing dat we met immunotherapie op termijn tot een genezing kunnen komen. Dat is zeer hoopgevend.”

Over welke termijn spreken we dan?

“Er lopen veel studies die immunotherapie naar voren schuiven als de meest beloftevolle piste om hiv te bestrijden. Maar hiv is een zeer slim virus dat zich uitgebreid nestelt in het lichaam. Experimenteel hebben we flinke stappen vooruit kunnen zetten, al blijven er nog veel stappen over vooraleer we dit kunnen uitrollen bij gezonde hiv-patiënten.

“Al is dit ook zeer hoopgevend voor andere ziektes, zoals kanker en virale infecties. Het toont dat we met immunotherapie alsmaar verder raken.”

Waarom blijft die zoektocht naar genezing van hiv zo belangrijk als er nu al medicatie is - een pilletje per dag - die het virus zo goed als ondetecteerbaar maakt bij patiënten?

“De therapie die er vandaag is, leidt inderdaad tot onderdrukking van het virus. Dat heeft twee voordelen: het hi-virus valt het eigen lichaam niet meer aan en iemand met hiv kan andere mensen niet meer besmetten. Kortom, hiv wordt dan een chronische ziekte.

“Maar net als voor elke andere chronische ziekte blijven we zoeken naar oplossingen. Iemand met hiv moet zijn hele leven lang medicatie blijven nemen. Eerst en vooral neemt niet iedereen dat even nauwgezet in. Ook heeft dat pilletje nog altijd wat bijwerkingen. Dat is minder dan vroeger, maar we mogen dat niet zomaar naast ons neerleggen. Voor iemand die het zijn hele leven moet nemen, stapelt zich dat wel op. Plus, het feit dat er virus aanwezig blijft in het lichaam maakt dat er iets van inflammatie in het lichaam blijft. Dat leidt tot een hoger cardiovasculair risico voor patiënten.

“Tot slot blijft hiv een virus met een sterk stigma. Mensen met hiv hebben het niet altijd makkelijk met het aanvaarden ervan bijvoorbeeld. Het is veelzeggend dat patiënten zelf zo sterk vragende partij blijven om verregaand onderzoek te voeren naar genezing. Alleen dat al maakt het de moeite om hier onderzoek naar te blijven doen.”