Deze Limburgse topsporters vasten het hele jaar door: “Hoe minder junkfood je eet, hoe minder behoefte je eraan hebt”

Woensdag begint officieel de vastenperiode, door Wikipedia omschreven als ‘het zich geheel of gedeeltelijk onthouden van eten of drinken of van bepaalde spijzen voor een bepaalde periode’. Vanuit gelovig perspectief is vasten met uitsterven bedreigd, voor veel topsporters is het echter schering en inslag. Ook bij deze Limburgers.

Pieter Vanlommel en Jochen Henrioulle

De bokser: “Als noodoplossing trek ik het zweetpak aan”

Vasten en op gewicht blijven, Francesco Patera (29) kan er een woordje over meespreken. In de aanloop naar een kamp moet de Genkse bokser zich veel ontzeggen om op zijn competitiegewicht te geraken. Dat mag als lichtgewicht niet boven 61,2 kilogram komen.

“Als je weet dat mijn normale gewicht 70 kilo bedraagt, dan kan je je wel inbeelden welke opofferingen ik moet doen om op mijn wedstrijdgewicht te komen”, vertelt Patera. “Diëten vind ik dan ook het moeilijkste aan profbokser zijn. Vooral mentaal is het zwaar, je moet er voortdurend mee bezig zijn. Mijn trainingen zijn ook zwaar, maar ertussenin kan ik wel rusten.”

Drie keer per dag op de weegschaal

In de laatste dagen voor de officiële weging durft de stress wel eens toe te slaan ten huize Patera. “Dan sta ik drie keer per dag op de weegschaal om mijn gewicht te monitoren. Als ik dan vlak voor de weging nog te zwaar ben, trek ik een zogenaamd saunapak aan en ga ik joggen. Dan verlies ik ontzettend veel vocht door te zweten, waardoor ik alsnog op het streefgewicht eindig.”

Als de langverwachte kamp erop zit, gaat de riem er logischerwijs ook even af. “Dan bekijk ik de weegschaal een maand of twee niet meer”, lacht de Genkenaar. “Ik durf mij dan ook aan tafel te laten gaan. Ik vind dat ik dat dan ook wel verdiend heb, want het kost veel moeite om op dat lage gewicht te geraken. Het zegt voldoende als je weet dat mijn vetpercentage op mijn wedstrijdgewicht maar vijf procent bedraagt.”

© Facebook

De roeier: “Elke dag 6.000 tot 8.000 calorieën nodig om niet af te vallen”

“Vasten? Nee, dat zit er voor mij niet in”, lacht Ward Lemmelijn (25), wereldkampioen indoor roeien. “Ik eet nu al elke dag tussen de 6.000 en 8.000 calorieën. Dat lijkt misschien veel, maar voor mij is dat nodig om op gewicht te blijven. Want door dagelijks twee keer stevig op het water te trainen, verbrand ik die allemaal weer.”

Hoe het dieet van Lemmelijn er dan uitziet? “Geen gefrituurde of gesuikerde dingen, wel grote kommen havermout, rijst en pasta. Van dat laatste eet ik vaak zo’n volledig pak van 750 gram in één maaltijd op. Meestal lukt me dat vrij makkelijk, omdat ik door mijn trainingen erg veel honger heb. Maar als ik wat vermoeid ben, is het soms wel een mentale strijd om alles binnen te krijgen. Dan is het echt wel boefen.”

Eigen voedingsschema

Hoe zwaar het soms ook kan zijn, Lemmelijn moet die grote kommen volledig leegeten, wil hij geen gewicht verliezen. “Momenteel weeg ik zo’n 105 kilo, met een vetpercentage rond de tien procent. Dat hoeft zeker niet lager te zijn, want ik moet niet klimmen zoals wielrenners. Op het water zijn er geen bergen, hé (lacht).”

Zondag verdedigt Lemmelijn zijn wereldtitel indoor roeien, maar zijn dieet hoeft hij daarvoor niet aan te passen. “Ik moet enkel zien dat ik de avond ervoor voldoende koolhydraten eet”, getuigt de Truienaar. “Dat zal dus een hele grote kom pasta worden. De dag van de wedstrijd zelf eet ik dan vooral wit brood. Dat voedingsschema stel ik ondertussen zelf op. Vroeger werkte ik daarvoor samen met een diëtist, maar dat is nu niet meer nodig. Ik heb zelf ook voeding gestudeerd, dus ik kan mijn plan wel trekken.”

© Sven Dillen

De wielrenner: “Een lichaam zonder vet geeft vertrouwen om te presteren”

Voor wielrenners valt de rol van lichaamsgewicht niet te overschatten. In het profwielrennen draait het tegenwoordig allemaal om watts per kilo, ofwel het vermogen dat een renner kan trappen per kilogram lichaamsgewicht. “Hoe minder ‘junkfood’ je eet, hoe minder behoefte je eraan hebt”, getuigt Amaury Capiot (29).

“Als duursporter verbrand ik veel calorieën, dat maakt het gemakkelijker om op gewicht te blijven”, vertelt Capiot, momenteel herstellende van een knieblessure. “Ik kom sowieso niet snel aan in lichaamsgewicht. Mijn winter-en zomergewichten verschillen maar drie kilo. Dat komt omdat ik het hele jaar door bewust met voeding omga. Vroeger durfde ik op training al eens te stoppen voor een stuk taart, dat is voorbij. Er bestaan tegenwoordig ook gezondere alternatieven zoals bepaalde yoghurts.”

Spiegel geeft zelfvertrouwen

Vooral in de aanloop naar de voorjaarsklassiekers waakt Capiot erover dat hij niet te veel vet en suiker naar binnen krijgt. Niet dat dat een grote opgave is voor de renner van Arkéa-Samsic. “Hoe minder je ‘junkfood’ eet, hoe minder je er behoefte aan hebt. Bovendien werkt het motiverend als je weet dat je scherp staat. Als je in de spiegel kijkt en je ziet geen vet maar enkel spieren, dan geeft dat zelfvertrouwen om te presteren.”

Capiot reed vorig jaar met de Ronde van Frankijk zijn eerste grote ronde uit. In een uitputtingsslag over drie weken zoals de Tour is herstel en goede voeding cruciaal. “Voor de klassementsrenners is dat nog belangrijker dan voor types als ik”, weet Capiot. “Zij mogen ook geen gewicht verliezen tijdens de ronde want dat zorgt voor prestatieverlies. Gelukkig zijn de maaltijden voor renners er flink op vooruitgegaan. Waar renners tien jaar geleden elke dag pasta met tomatensaus voorgeschoven kregen, beschikt elk wielerteam nu over een eigen kok die variatie op het bord brengt. Dat helpt om de grote hoeveelheid verbrande calorieën aan te vullen.”

© ISOPIX

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer