Belgische langetermijnrente staat op hoogste niveau in 10 jaar: wat betekent dat voor ons geld?

Bij de hypotheken wegen de hogere rentes fors door. Volgens de rentebarometer van Immotheker Finotheker ligt de gemiddelde rente voor een rentevaste woonlening over 20 jaar (als je maximaal 80 procent van de waarde van een pand leent) nu al op 3,24 procent. Voor wie meer dan 80 procent moet financieren met die lening, klimt die gemiddelde rente nu al naar 3,47 procent. Voor het laatste jaar zijn dat stijgingen met respectievelijk 1,86 en 1,97 procentpunten.

Dat betekent dat hypothecaire leningen duurder worden voor wie een nieuwe woning koopt. Een kleine troost voor wie koopt: uit de vastgoedbarometer van Notaris.be blijkt dat de vastgoedprijzen vorig jaar zijn blijven stijgen, maar minder dan de inflatie. Dat betekent eigenlijk dat de prijzen daar zijn gedaald in vergelijking met de inflatie.

Geld lenen wordt niet alleen duurder voor wie een woning wil kopen, maar ook voor de Belgische staat die sowieso al kampt met chronische begrotingstekorten en een hoge overheidsschuld.

Ons land leent geld om zijn schulden terug te betalen en door de stijgende rente kost dat dus steeds meer. Die hogere rentelast weegt op toekomstige begrotingen, en dat bemoeilijkt dan weer eventuele nieuwe uitgaven. De overheidsschuld dreigt dus nog verder op te lopen, en die was al hoog.

Het effect van de hogere tienjaarsrente op de spaarrentes blijft voorlopig beperkt. De grootbanken hebben de spaarrentes iets verhoogd of gaan dat de komende weken doen. De kleinere spelers kennen grotere verhogingen toe, zeker als ze uitsluitend online actief zijn. 

De evolutie van de spaarrentes volgt vooral die van de kortetermijnrente, met een looptijd van minder dan een jaar. Die rente ligt lager, omdat je als klant altijd toegang hebt tot je financiële middelen. Bij geld dat voor een langere termijn wordt uitgezet, geldt dat laatste niet en kan er dus meer rente worden toegekend.