Het koppel verwelkomde hun zoontje woensdagmiddag. “Om 20 over 2”, zegt Brusselmans wanneer we hem kort even aan de lijn krijgen. “Het is een gezonde baby. Zowel zoon, moeder als vader zijn in grootse vorm. Én zeer, zeer gelukkig.”

LEES OOK. Vriendin van Herman Brusselmans bang voor schade in de buik: kan seks tijdens de zwangerschap ooit kwaad voor de baby?

Afgelopen zomer maakte Brusselmans bekend dat Lena en hij hun eerste kindje verwachtten. Hij deed dat bijna geruisloos, in een column voor Humo. Daarin beschreef hij hoe hij bezig was aan een boek over alles wat hij onlangs met zijn 34 jaar jongere vriendin Lena meemaakte.“In het tweede hoofdstuk vertel ik over het bezoek aan de dokter”, schrijft hij, “die na ampel onderzoek het goede nieuws bevestigde, en huilend vielen we elkaar in de armen, en de arts pinkte ook een traantje weg.”

LEES OOK. Herman Brusselmans: “Ik wil dat mijn zoon de redder van de wereld wordt”

“Als het kindje uiteindelijk geboren wordt, zal ik 65 jaar zijn”, vertelde hij ons toen. “Dat is een beetje confronterend, maar ik zie dat niet per se negatief. Lena en ik zijn nu vooral erg gelukkig. We waren niet ‘aan het proberen’, zoals men dat dan zegt. Het was niet voorzien, niet gepland. Het is gewoon gebeurd.”

LEES OOK. Vader in spe Herman Brusselmans (65) schrijft zijn jeugd van zich af in nieuw boek: “Ik zal altijd dat ‘boerke’ uit Hamme blijven”

Brusselmans was in het verleden al twee keer getrouwd, maar beide huwelijken bleven kinderloos. In oktober verklapte hij dat het een jongetje zou worden en dat zijn naam Roman zou worden. “Want ik snap niet waarom iedereen dat altijd wil verzwijgen tot na de geboorte”, zei hij. “Ik vind dat zever. Zodra we wisten dat het een zoontje was, hebben we nagedacht over namen. Het is Roman geworden. Voilà.”

Eind december liet hij in deze krant nog eens optekenen dat hij enorm opkeek naar zijn partner. “Dat zij mijn kind wil dragen, ondanks alle misselijk- en mottigheden? Daar heb ik veel bewondering voor. Ik denk dat wij mannen blij mogen zijn dat wij het niet moeten doen.”