Nergens zijn de huisartsen zo duur als in de provincie Antwerpen, niet-geconventioneerde huisartsen zijn in de meerderheid
Er is geen enkele Vlaamse provincie met zoveel niet-geconventioneerde huisartsen als de provincie Antwerpen. In 7 Antwerpse gemeenten bepaalt zelfs meer dan de helft van de huisartsen zijn eigen tarief. De cijfers komen van parlementslid Servais Verherstraeten (CD&V) uit Mol. Hij vreest dat mensen soms een bezoek aan een niet-geconventioneerde huisarts uitstellen, omdat ze er meer moeten betalen.
In de provincie Antwerpen is er al langer een huisartsentekort. Maar een groot deel van die huisartsen is ook niet-geconventioneerd. Dat wil zeggen dat ze zelf beslissen hoeveel opleg ze vragen voor een consultatie. Op die manier wordt een bezoek aan de huisarts een stuk duurder. In 7 Antwerpse gemeenten bepaalt zelfs meer dan de helft van de huisartsen zijn eigen tarief. Vaak betalen patiënten zo'n 4 euro meer bij een niet-geconventioneerde huisarts. Dat schrijft Gazet van Antwerpen, op basis van cijfers die parlementslid Servais Verherstraeten (CD&V) opvroeg.
Vooral een probleem in de Noorderkempen
Vooral in de Noorderkempen is het aantal niet-geconventioneerde huisartsen groot. In Beerse zijn bijvoorbeeld maar 4 van de 20 huisartsen geconventioneerd. "Dit is zorgwekkend omdat in de Noorderkempen al heel weinig huisartsen zijn. Maar de huisartsen die er zijn, zijn niet-geconventioneerd", vertelt parlementslid Servais Verherstraeten (CD&V). "Het gevolg is dat mensen daardoor meer moeten betalen waardoor ze hun bezoek aan de huisarts gaan uitstellen of niet doen. Op die manier komt de vrije keuze van de patiënt in het gedrang. Zo worden de gezondheidsproblemen groter en dat moeten we vermijden."
De meeste huisartsen die zich wel laten conventioneren zijn de jongere artsen. "Vooral oudere artsen conventioneren zich niet, bij de jongere gebeurt dat wel. We hopen dat die tendens zich doortrekt. We moeten ook overleggen over hoe we artsen overtuigen om zich te laten conventioneren. Dat kan bijvoorbeeld door ze administratief te ondersteunen zodat zij zich beter kunnen focussen op de zorg van de patiënt. In ruil daarvoor laten zij zich dan conventioneren. We mogen niemand met de vinger wijzen. We moeten stimuleren en overleggen met de huisartsen", besluit Verherstraeten.
