Direct naar artikelinhoud
OverzichtReizen

Inspiratie nodig voor uw vakantie(s)? Dit zijn de 25 plekken op aarde waar u absoluut geweest moet zijn

Het beroemde Potala paleis, Lhasa, Tibet, China.Beeld Getty Images

Nog snel een paar dagen ertussenuit deze krokusvakantie of nu al wegdromen naar een vakantiebestemming voor later dit jaar? Van het Hoge Noorden tot de droogste woestijn: dit zijn de 25 plekken op aarde waar u geweest moet zijn.

en

Wat zijn 25 belevenissen die je als reiziger móét ervaren hebben? Dat is de schijnbaar simpele, maar bij nader inzien toch behoorlijk moeilijke vraag die we hebben voorgelegd aan een vijfkoppige jury van ervaren reizigers uit alle (of toch bijna alle) hoeken van de wereld: Pico Iyer, de Britse auteur van veelgelezen reisboeken als The Art of Stillness: ­Adventures in Going Nowhere; Aatish Taseer, een Pakistaans-­Amerikaanse journalist die onder andere voor The New York Times schrijft. Maar ook de Japanse architecte Toshiko Mori; David Zilber, een Canadese topchef en voedingswetenschapper; en tot slot Victoria Sambunaris, de gevierde landschapsfotografe die al decennialang de Verenigde Staten rondreist om alle facetten van het ­gigantische, veelzijdige land of the free in beeld te brengen.

Vijf experts in sterk uiteenlopende vakgebieden, vijf verschillende ­wereldvisies en levensfilosofieën, één gedeelde passie: reizen, overal, op welke manier dan ook.

Interessant debat

Hebben de juryleden alle bestemmingen die de lijst haalden ook effectief bezocht? Nee, al gaf de vraag ‘Kun je iets zinnigs vertellen over een plek waar je nooit zelf bent geweest?’ aanleiding tot een interessant debat. Toshiko Mori droomde er bijvoorbeeld al jaren van om Yakushima te bezoeken, het sprookjesachtige Japanse eiland dat ze had leren kennen in de graphic novel Princess Mononoke van de legendarische mangakunstenaar Hayao Miyazaki, maar uiteindelijk besloot ze het paradijs uit haar dromen nooit te zullen bezoeken én om het zelfs geen plaatsje te gunnen in onze lijst: “Ik ben bang dat de realiteit een bittere teleurstelling wordt die mijn perfecte fantasie, en die van zoveel andere mensen, aan diggelen slaat.”

Andere juryleden maakten net de omgekeerde redenering en hielden vast aan bestemmingen waar ze nooit eerder waren geweest, “als ode aan de kracht van de mense­lijke verbeelding, die net zo goed een essentieel ingrediënt van elke onvergetelijke reis vormt.”

Andere twijfels die meermaals terugkeerden: is deze ervaring wel speciaal genoeg? Is ze niet te moeilijk of net te makkelijk? Moeten we ‘hapklare’ bestemmingen uit deze lijst weren en voluit voor verborgen parels kiezen die het blikveld van de lezers verruimen? Nee, klonk het antwoord op die laatste vraag eensgezind, want ook platgetreden paden kunnen verrassen, zolang je ze maar met open ogen en oren bewandelt, én – het belangrijkst van al – met een open geest.

Negatief reisadvies

Een heet hangijzer voor elke wereldreiziger, en dus ook voor ons vijfkoppige panel: veiligheid. Onmiddellijk voer voor een nieuwe discussie, want wat houdt dat precies in, je ‘veilig’ voelen? Waar voor de ene geen vuiltje aan de lucht is, loopt bij de andere het klamme angstzweet in straaltjes langs de rug. De jury kwam algauw tot de conclusie dat iedereen die afweging voor zichzelf dient te maken, aangezien de definitie van een risico sterk varieert van persoon tot persoon. Daar komt nog bij dat de huidige situatie van een bepaald land of gebied niet voor eeuwig in steen is gebeiteld: waar vandaag oorlog woedt, kan morgen vrede heersen en omgekeerd.

Daarom besloot ons panel om ook bestemmingen met een (sterk) negatief reisadvies een plaats te geven op de definitieve lijst. In de woorden van David Zilber: “We hebben niet het recht om gebieden die momenteel gebukt gaan onder politieke, etnische of religieuze conflicten in de vergeethoek te duwen. Ooit zal de hemel er weer opklaren en dan zullen talloze reizigers zich weer kunnen vergapen aan al het moois dat die plekken te bieden hebben.”

We branden alvast een kaars voor Jemen, dat al sinds 2015 wordt geteisterd door een bloedige en in het Westen helaas ‘vergeten’ burgeroorlog; voor Iran, waar de gewelddadige dood van Mahsa Amini tot massale protesten tegen het streng islamitische regime heeft geleid; en voor Ethiopië, waar de Tigray-rebellen recent hebben ingestemd met een (wankel) staakt-het-vuren na jarenlang dood en vernieling te hebben gezaaid. Drie bestemmingen die, ondanks de veiligheidsrisico’s, toch onze definitieve lijst hebben gehaald.

Die lijst is een gevarieerde bloemlezing geworden van 25 opmerkelijke bestemmingen en artistieke, architecturale, culinaire, historische, religieuze… ervaringen, maar het is géén top 25. De reistips van de jury worden gegroepeerd per continent, in wille­keurige volgorde: de leden hebben slechts getracht een selectie samen te stellen waarin ieder z’n gading kan vinden en laten waardeoordelen (punten, sterren, rangschikkingen…) graag over aan de lezers van dit artikel. Of je nu beslist om ter plaatse ervaringen op te doen met deze pagina’s onder je arm, of vanuit je comfortabele leunstoel de hort op gaat in je eigen hoofd: zij wensen je een prettige, verrijkende, verrassende reis toe.

Europa

1. Noorderlicht in Noorwegen

Om de aurora borealis te spotten, moet je op het juiste moment op de juiste plaats zijn én een flinke dosis geluk hebben. De onwaarschijnlijke kleurenshow met dansende golven van geel, roze, paars, groen en alle mogelijke tinten daartussenin die de nachtelijke hemel in een onvoorspelbaar bewegend schilderij veranderen, lijkt misschien een aardige spielerei van Moeder Natuur. In feite is het de aarde die zich tegen aanvallen van buitenaf verdedigt: vooral tijdens de wintermaanden vuurt de zon onophoudelijk geladen deeltjes af op onze planeet.

Gelukkig hebben we de atmosfeer om ons tegen die brutale bombardementen te beschermen: de zonnedeeltjes botsen met een onbevattelijke snelheid, tot wel 72 miljoen kilometer per uur, op het magnetische veld rond de aarde en spatten als vuurwerkpijlen in een magisch kleurenboeket uit elkaar.

Zoveel oogstrelend natuurgeweld is natuurlijk ook de toeristische sector niet ontgaan: op en rond de poolcirkel bieden tal van organisaties all-informules aan voor aurora­jagers, maaltijden, overnachting, transport én een doorgaans ellendig vroege wake-upcall inbegrepen. Een van de schilderachtigste plekken om het noorderlicht te aanschouwen, zijn de Lofoten, een archipel in het noordwesten van Noorwegen. ­

Eindeloze zandstranden in een grillig decor van scherpe bergtoppen, traditionele rood-groene rorbu (vissershuisjes) die uitkijken over de mistige fjorden die zich loom tussen de bergen slingeren: ook in de zomermaanden zijn de Lofoten een bezoekje meer dan waard. Tijdens de eindeloze winter – die van november tot april aanhoudt – is het de plaats bij uitstek voor liefhebbers van het noorderlicht.

Boek een overnachting in een vintage visserslodge met uitzicht op het noorden (Unstad en Gimsoy zijn prima suggesties), trotseer de ijzige kou op weg naar het stoombad, laat je in het dampend hete water zakken, leg je hoofd achterover en richt je blik ten hemel… En wacht. Je zult wellicht wat geduld moeten oefenen, maar het zal de moeite waard zijn. Beloofd.

Het noorderlicht in februari (beeld ter illustratie).Beeld rv

2. Op zoek naar islamitisch Spanje in Andalusië

Van de 8ste tot de 11de eeuw groeide het Iberisch Schiereiland onder islamitisch bewind uit tot een van de vooruitstrevendste intellectuele en artistieke gebieden ter wereld. Vandaag mag vooral de Zuid-Spaanse regio Andalusië zich de fiere erfgenaam van Al-Andalus noemen, zoals het islamitische Spanje toentertijd heette. Van de prachtige geometrische friezen die de gevels van het Alcázar-­paleis in Sevilla sieren tot de betoverende rood-witte bogen van de Mezquita-­kathedraal in Córdoba: alles in Andalusië ademt de grandeur van een rijk cultureel verleden.

En dan mogen we natuurlijk het Alhambra in Granada niet vergeten, met zijn imposante muqarna’s – plafonds met honingraatmotief – en sprookjesachtige tuinen. Het Moorse bolwerk overleefde de reconquista nagenoeg ongeschonden, in tegenstelling tot heel wat andere Arabische bouwwerken elders in Spanje. Veel van die gebouwen vielen na de 11de eeuw aan de heroveringsdrang van de katholieke koningen ten prooi.

Net zoals het multiculturele Spanje weer stukje bij stukje bij het katholieke Europa werd ingelijfd, werden de Andalusische steden gaandeweg spectaculaire palimpsesten waaruit de bewogen geschiedenis van de regio laag per laag af te lezen valt. Denk maar aan de kathedraal van Sevilla, het grootste gotische gebouw van Europa, dat in de 15de eeuw pardoes boven op de iconische Almahad-moskee werd gezet.

Vandaag de dag bevat de moskee nog steeds een merkwaardig oosters uitziende kerktoren: de conquistadores vonden de 12de-eeuwse minaret van de moskee zo oogverblindend mooi dat ze het niet over hun katholieke hart konden kregen om haar af te breken. Of aan de eerder vermelde Mezquita-kathedraal, die in de 10de eeuw boven op een moskee werd gebouwd.

Dit gebouw rust dan weer op de fundamenten van een Visigotische basiliek uit de 6de eeuw. Onder de adembenemende schoonheid van Andalusië verschuilt zich een weelderige, veelgelaagde geschiedenis die ten voeten uit bewijst dat geen enkele beschaving ooit op zichzelf kan bestaan. In de loop der millennia hebben de meest uiteenlopende culturen elkaar over landsgrenzen en tijdvakken heen beïnvloed en verrijkt. Als 21ste-eeuwse toerist kunnen we alleen maar genieten van die spectaculaire smeltkroes uit het verleden. Of door er – wie weet? – misschien ook lessen uit te trekken voor het heden en de toekomst.

De Mezquita-­kathedraal in Córdoba.Beeld ThinkStock

3. Magisch houtvuur in Spaans Baskenland

Chef-kok Victor Arguinzoniz groeide op in Atxondo, een onooglijk dorpje diep verscholen in de glooiende groene heuvels van Spaans Baskenland. In het bescheiden huisje waar hij als kind woonde, was er gas noch elektriciteit, waardoor de kleine Victor al op jonge leeftijd met de magie van koken in de open haard kennismaakte. Dertig jaar later staat er in Asador Etxebarri, zijn charmante restaurant op een boogscheut van de ouderlijke woonst, een fraaie collectie Michelinsterren op de schouw.

Wie in de gezellige gelagzaal met uitzicht op de vallei plaatsneemt, krijgt ogenblikkelijk het gevoel dat de tijd hier is blijven stilstaan. Schijn bedriegt: de keuken, die is uitgerust met zes houtgestookte en door Arguinzoniz zelf ontworpen grills, is een indrukwekkend staaltje toptechnologie. Of ‘moderne culinaire alchemie’, zoals de chef het graag noemt.

In de loop der jaren ontwikkelde Arguinzoniz, die nooit een professionele koksopleiding heeft genoten, de perfecte bereidingswijze voor zowat alle mogelijke gerechten. Afhankelijk van wat er op het menu staat kiest hij de meest geschikte houtsoort uit met de toewijding en expertise van een ervaren sommelier. Denk aan steeneik voor delicate schaaldieren en vis. Het eindresultaat dat de houtspecialist op tafel tovert, bestaat onveranderlijk uit vijftien (!) gangen die als een culinaire symfonie het verhemelte bespelen.

De climax? Gerookte geitenboter met truffels uit de Périgord, die worden gevolgd door gezouten ansjovis op geroosterd huisgebakken brood. Dan volgt een biefstuk, binnenin perfect saignant ondanks de knisperige zwarte korst, als dessert roomijs op basis van gerookte melk. Voor wie zich, lijnrecht tegen de tijdgeest in, even niet om wereldse zaken als roetdeeltjes en CO2-uitstoot wil bekommeren, is Asador Etxebarri een tongstrelend eerbetoon aan het magische samenspel van hout, rook en vlammen.

Victor Arguinzoniz van Assador Etxebar.Beeld Mariano Herrera

4. Het Kretenzische mekka van de ambachtelijke keuken

Vanuit de lederstad Chania in het westen van Kreta slingert een bochtige weg zich door de Lefka Ori, een desolaat maar indrukwekkend berg­landschap. Drie kwartier rijden brengt je via de prachtige Therrisoskloof in Drakona, het Kretenzische mekka van de traditionele, ambachtelijke keuken. De vermoeidheid die je na een hobbelige kronkelrit vol haarspeldbochten voelt, valt van je schouders wanneer je op het terras van taverne Ntounias plaatsneemt. Daar kijk je uit op de spectaculaire vallei.

Eigenaar Stelios Trilyrakis en zijn vrouw Evmorfili verwelkomen je op mediterraanse wijze: warm. Wel eet je wat de pot schaft en dat hangt af van de oogst en de inspiratie van de dag. Trilyrakis is immers niet enkel de eigenaar en chef-kok van Ntounias, maar ook de biologische tuinier. En de herder-beenhouwer die zijn dieren vredevol laat opgroeien.

Zo kun je de ene dag een heerlijke horiatiki voorgeschoteld krijgen, een traditionele Kretenzische salade met huisgebakken brood en verse room­boter; de volgende dag staat er misschien een stoofpot van geit op het menu. Wat er ook op tafel komt, het is overheerlijk, en je drinkt er een glaasje huiswijn bij afkomstig van Trilyrakis’ eigen druivenstokken. Want ja, ook zijn wijn maakt hij gewoon zelf.

Na de maaltijd leidt de chef je rond op zijn domein, waar hij met nauwelijks verhulde trots zijn ambachtelijke keuken met houtvuur toont, zijn idyllische maar hoogst efficiënte boerderij en zijn bijenkorven. Wanneer je in zijn kielzog langs de bergwand kuiert, denkt de immer enthousiaste gastheer luidop na over wat hij ’s anderendaags voor zijn gasten zou kunnen klaarmaken. Het water loopt je in de mond en je denkt: goh, misschien moet ik die lastige rit door de bergen morgen nog eens opnieuw maken?

Stelios Trilyrakis, de chef-kok van Ntounias.Beeld SteMajourneys

5. Twee continenten en acht tijdzones langs de trans-Siberische spoorlijn

Het spreekt voor zich dat het Russische toerisme sinds 24 februari 2022, de dag waarop Vladimir Poetin besloot Oekraïne binnen te vallen, op apegapen ligt: het is vrijwel onmogelijk geworden om het grootste land ter wereld nog te bezoeken. In betere tijden was een wekenlange reis langs de zich over 9.289 kilometer uitstrekkende trans-Siberische spoorlijn een onvergetelijke ervaring. Dat hebben we vooral te danken aan tsaar Alexander III, die in de jaren 90 van de 19de eeuw beval dat de twee uiteinden van zijn gigantische rijk – Moskou en Vladivostok – met elkaar verbonden dienden te worden.

Wie ervoor kiest nergens af te stappen, kan de trip van west naar oost in amper zeven dagen voltooien, maar een beetje toerist laat al het fraais dat twee continenten en acht tijdzones te bieden hebben niet zomaar onbezocht voorbijrazen. De strakke, sombere sovjetarchitectuur van Jekaterinenburg, de op drie na grootste Russische stad, is bijvoorbeeld een tussenstop waard.

Of Irkoetsk, vanwaaruit je het Baikalmeer kunt bezoeken: Unesco-werelderfgoed en het oudste én diepste zoetwatermeer ter wereld. Reizigers die zich volledig in een mengelmoes van culturen willen onderdompelen, kunnen halverwege de trans-Siberische op de trans-­Mongolische spoorlijn overstappen, die vanuit Ulan Ude via de Mongoolse hoofdstad Ulaanbaatar dwars door de Gobiwoestijn naar Peking dendert.

Het Baikalmeer in Siberië.Beeld Getty Images/Moment Open

Afrika

6. Kerstnacht in Addis Abeba, Ethiopië

In de westerse wereld is Kerstmis vooral een hoogmis van de commercie geworden: je kunt je amper op straat begeven of je wordt om de oren geslagen met vrolijk flikkerende kerstreclames, overdadig beslingerde en bebalde dennenbomen en een horde ingehuurde kerstmannen. Niets van dat alles in Ethiopië, waar de geboortedag van Jezus zijn oorspronkelijke spirituele betekenis heeft bewaard.

Hier geen opbod van cadeautjes onder de kerstboom, maar een betekenisvol samenzijn opgeluisterd door zacht kaarslicht en stemmige gezangen. Ondanks een bewogen religieuze geschiedenis met extremistische aanslagen op kerken die diepe littekens hebben geslagen, zijn de meeste Ethiopiërs devote christenen.

Genna, zoals zij kerstmis ­noemen, valt hier niet op 25 december, maar wordt volgens de Ethiopische zonne­kalender op 7 januari gevierd. De feestdag begint de avond voordien, als de gelovigen bij zonsondergang massaal de straten in trekken. Het anders zo bruisende, om niet te zeggen verpletterend drukke Addis Abeba wordt in een oase van rust herschapen wanneer duizenden in witte netela’s (traditionele katoenen gewaden) gehulde mannen, vrouwen en kinderen zich in een stille optocht naar de kerk begeven.

Ethiopische orthodoxe christenen bidden tijdens een mis.Beeld Getty Images

De enige geluiden die in de straten weerklinken, zijn het bedeesde geschuifel van sandalen en het ingetogen geprevel van de Ethiopiërs die elkaar Melkam Genna – een zalige kerst – toewensen. Velen van hen bidden de hele nacht door terwijl ze, kaars in de hand, van kerk naar kerk wandelen om er hun geloof te belijden.

De Medhane Alem-­kathedraal met zijn indrukwekkende appelblauwzee­groene koepels en de kathedraal van de Heilige Drievuldigheid, zijn twee van de oudste en fraaiste kerken op het Afrikaanse continent, en van 6 op 7 januari zijn ze de hele nacht lang tot de nok gevuld. Tijdens die heilige nacht richt een natie die al decennialang wordt gekweld door oorlogen en hongersnoden haar blik eensgezind tot God, en bidt ze voor een betere toekomst.

Toeristen die in stilte mee willen bidden, zijn welkom; selfie­sticks en aanstellerige Instagram-poses worden zeer terecht op – evenzeer stille – afkeuring onthaald.

7. Zeldzame zeezoogdieren in Mozambique

Zeekoe, zeekameel of zelfs zeevarken: de koosnaampjes waarmee de doejong wordt bedacht, zijn niet bepaald charmant te noemen. Maar voor duikfanaten zijn de merkwaardige – en jammer genoeg met uitsterven bedreigde – dieren onveranderlijk een hoogtepunt. Áls ze er eentje te zien krijgen, natuurlijk, want de doejong is een erg verlegen dier. Zien doen ze amper, maar hun gehoor is erg scherp, waardoor enkel stille, behoedzame duikers een kans maken om een doejong te spotten.

In de beschermde wateren van Bazaruto in het zuiden van Mozambique zwemmen nog zo’n tweehonderd exemplaren rond, wat van het nationaal park de grootste overblijvende doejongkolonie langs de Oost-Afrikaanse kust maakt. Zelfs als geen enkele doejong zich aan jou wil vertonen, is een duik in de ondiepe maar kristalheldere wateren van Bazaruto meer dan de moeite waard.

Het beroemde Two Mile-koraalrif verkeert in uitstekende staat en geeft garantie voor een 3,2 kilometer lange ontdekkingstocht vol duizelingwekkende kleurenpracht. Zelfs de trip naar het schiereiland is een belevenis op zich. Je landt in de internationale luchthaven van Vilankulo, om van daaruit met de helikopter naar Bazaruto te vliegen of de oversteek te maken per dhow, een traditioneel Arabisch zeilschip.

Weet je niet wat te kiezen? Maak je geen zorgen: in beide gevallen mag je spectaculaire vergezichten verwachten, al maken dhow-reizigers nét iets meer kans om onderweg begroet te worden door een doejong in een zeldzame sociale bui.

Een luchtfoto van de zeegezichten van de Bazaruto Archipel, Mozambique.Beeld ThinkStock

8. Woestijn en oases in de Marokkaanse Draa-vallei

In prekoloniaal Marokko vormde het Atlasgebergte de scheidslijn tussen de Bilad el-Makhzen – het grondgebied van de alawi­tische sultans – en de Bilad el-Siba oftewel ‘het land van de anarchie’. Vandaag loopt langs die historische grens een panoramische autoroute.

Die route leidt u dwars door de Atlas naar de vallei van de Draa, een rivier die kronkelend de grens met Algerije volgt. Vanuit Marrakech rij je door een desolaat niemandsland waarboven slechts hier en daar een eenzame minaret uittorent naar Ouarzazate, de ‘poort naar de woestijn’ waar de eerste uitlopers van de Sahara het landschap beginnen te bepalen.

De reis gaat verder via M’Hamid El Ghizlane, waar de muren van aangestampte aarde en de imposante geometrische balustrades een Berbers verleden verraden, tot je finaal je bestemming bereikt: de Draa-vallei, die je na honderden kilometers te midden van kale bergen en zandvlaktes verrast met een explosie van kleurenpracht.

Route tussen Zagora en Foum Zguid, Marokko.Beeld LightRocket via Getty Images

Het grauwe grijsbruin van de bergen gaat over in een caleidoscopisch spectrum van oker, kastanje en smaragdgroen om vervolgens af te dalen naar bloeiende oases met blauwe waaierpalmen, uitgestrekte olijfgaarden en wuivende gouden gerstvelden opgetrokken uit zongebakken adobe.

Deze grensregio, die ooit een bruisend handelscentrum was, draagt nog steeds de sporen van haar rijke multiculturele geschiedenis. Zo werd het stadje Tissint meer dan vierduizend jaar geleden gesticht door de Berbers om er specerijen te verhandelen (tissint is het Berberse woord voor ‘zout’) terwijl Akka, enkele kilometers verderop, oorspronkelijk een Joodse nederzetting was.

Hier en daar zijn nog restanten van de kleine huisjes waarin de Joodse handelaars en zilversmeden woonden te zien. Denk aan eenvoudige bouwsels uit pleister en moddersteen, maar sommige staan na twintig (!) eeuwen nog steeds fier overeind. De weg tussen beide stadjes is omzoomd door heerlijk geurende dadelpalmen die in de 7de eeuw door de Arabieren werden aangeplant.

Om maar te zeggen: Marokko is veel meer dan het hypertoeristische Marrakech alleen. De reus Atlas droeg de wereld op z’n schouders; aan de voet van het Atlasgebergte ligt een verrassend rijke en diverse wereld op u te wachten.

Midden-Oosten

Verspreid over drie afleveringen en gaande van het Hoge Noorden tot de droogste woestijn tippen we u 25 plekken op aarde waar u ooit ­geweest moet zijn. Deze week deel twee: het Midden-Oosten en Azië.

9. De verborgen tuinen van Yazd, Iran

De blinkende folders van reisagentschappen spiegelen reislustigen maar al te vaak het paradijs op aarde voor. Zulke superlatieven proberen wij hier te vermijden, maar voor de 1.600 jaar oude woestijnstad Yazd, ooit een belangrijk handelscentrum langs de Zijderoute, maken we graag een uitzondering. Daar is een goede reden voor: als we vandaag watertanden bij de gedachte aan het perfecte paradijs, hebben we dat goeddeels aan de Iraniërs te danken.

In 550 voor Christus, ten tijde van het Achaemenidische koninkrijk, liet Cyrus de Grote Pasargadae bouwen. Dat is een spectaculaire ommuurde oase die niet enkel het symbool van zijn goddelijke macht als sjah moest worden, maar ook een eerbetoon aan het menselijke vernuft om de woeste natuur in het gareel te dwingen. Cyrus’ streven naar de ultieme schoonheid klinkt ook vandaag nog door in onze taal: het woord ‘paradijs’ is afkomstig van het Oud­perzische ‘paridaida’, of ‘ommuurde tuin’.

Cyrus’ erfenis is anno de 21ste eeuw nergens beter zichtbaar dan in Yazd, dat met zo’n half miljoen inwoners een drukke grootstad is geworden, maar ook nog steeds tal van prachtige stadsoases telt waarin bewoners en bezoekers kunnen ontsnappen aan het gejoel en gewoel van de smalle, overbevolkte straatjes.

Hotels als Kohan, Moshir Al Mamalek en Dad hebben op het eerste gezicht niet veel bijzonders te bieden, tot je de deur naar hun verborgen achtertuinen ontdekt: kunstige mozaïeken en waterpartijen met klaterende fonteintjes doen het tumult van de grootstad verstommen tot een zacht gefluister. De geheime binnentuinen van Yazd zijn het échte paradijs op aarde.

De Iraanse stad Yazd is een van de oudste steden van het land.Beeld epa

10. Zwemmen in een Omaanse oase

De meeste wadi’s (woestijnvalleien) in Oman drogen volledig op tijdens de verschroeiende zomermaanden, maar in Wadi Bani Khalid laat het water zich niet verjagen door de meedogenloos brandende zon. Op drie uur rijden van Muscat doemt midden in de woestijn plots een oase op die zo schilderachtig is dat ze wel een luchtspiegeling móét zijn…

Maar nee hoor, de ongerepte, uitgestrekte waterplassen en de wuivende dadelpalmen eromheen zijn echt, net als de glinsterend witte kliffen van het Hajar-­gebergte met zijn labyrintische grotten, diepe canyons en ruisende water­vallen. Veel bezoekers houden eerst halt in Al Wanil voor een kameelritje door de woestijn en een overnachting in een authentieke bedoeïenentent, voor ze langs slingerende bergpassen en charmante vissersdorpjes voort­rijden naar Wadi Bani Khalid.

Wadi Bani Khalid is een wadi op ongeveer 230 km van Muscat, Oman.Beeld Getty Images

De voorbije jaren heeft de Omaanse overheid fors geïnvesteerd in de voorheen nogal primitieve accommodatie – er zijn nu toiletten, wandelpaden en zelfs enkele eenvoudige hostels – maar gelukkig is men erin geslaagd niet in de val van het massatoerisme te trappen. De authentieke charme van deze gigantische oase is bewaard gebleven.

Dompel je onder in de cultuur van de bedoeïenen of in het heerlijk koele water van de poelen, trek je wandelschoenen aan om het Hajar-gebergte te ontdekken en laat je vermoeide voeten daarna heerlijk rusten in de garra pools: duizenden kleine visjes knabbelen de dode huidcellen (en misschien ook wel de pijnlijke blaren die je aan je bergwandeling hebt overgehouden) zachtjes van je voeten.

11. De Erbil-citadel in Irak, zesduizend jaar geschiedenis

In het hart van Erbil, de hoofdstad van Iraaks-Koerdistan aan de voet van het Zagros-gebergte, torent de zesduizend jaar oude citadel, de oudste on­onder­broken bewoonde nederzetting ter wereld, hoog boven de huizen uit. In de loop der millennia duwden zowel de moslims, de christenen als de joden hun architecturale stempel op het imposante fort. Het fort heeft een oppervlakte van maar liefst negentien voetbalvelden en overleefde aanvallen van – even ademhalen – de Soemeriërs, de ­Assyriërs, de Babyloniërs, de Achaemeniden, de Parthen, de Ottomanen, de Sassaniden, de Timoeriden, de Mongolen én van de Romeinen en de Grieken.

Gezicht op de citadel van Qalat bij zonsondergang.Beeld ThinkStock

De citadel is een duizelingwekkend doolhof van kriskras door elkaar lopende muren, vloeren en plafonds waarin slechts de zeer aandachtige bezoeker de oorspronkelijke structuur kan ontwaren. De allereerste bewoners bouwden hun huisjes binnen de omwalling rond een grote binnenplaats, net zoals de tenten van hun nomadische voorouders een beschermend cordon hadden gevormd rond hun kostbare veestapel.

De late namiddag is het moment bij uitstek om de citadel te bezoeken, wanneer de stralen van de langzaam ondergaande zon de uit ovengebakken stenen opgetrokken muren een betoverende, amber­kleurige glans schenken. Daarna kun je nog even afzakken naar de Qaysari-bazaar, een van de oudste overdekte marktplaatsen ter wereld, waar drukdoenerige kooplieden sinds het Ottomaanse tijdperk hun waren luidkeels aan de man proberen te brengen.

Jaren van oorlog – de Amerikaanse invasie, gevolgd door de steile en gewelddadige opmars van IS – hebben hier en daar sporen nagelaten in de stad, maar de Koerdische overheid pompt met de steun van Unesco miljoenen in dit unieke stuk erfgoed om het te bewaren voor de volgende generaties.

Erbil is immers niet enkel een bakermat van onze beschaving, maar ook een stokoude getuige van een turbulente multiculturele geschiedenis én een overtuigend bewijs van de veerkracht die de mensheid in staat stelt om na elke verwoestende oorlog weer overeind te krabbelen.

12. Wolkenkrabbers van modder in Jemen

Als je ziet hoe Jemen er vandaag aan toe is, kun je je moeilijk voorstellen dat het land ooit een van de welvarendste regio’s ter wereld is geweest. Decennia van burgeroorlogen, Saudische bombardementen, hongersnoden, epidemieën en klimaatrampen hebben tot nog toe honderdduizenden Jemenitische levens geëist. Er is sprake van een astronomisch hoge dodentol die de volgende jaren wellicht nog sterk zal oplopen.

Maar het is niet altijd kommer en kwel geweest: als we de klok terugdraaien naar de derde eeuw voor Christus, krijgen we een heel ander Jemen te zien. Door zijn uitstekende ligging aan de Rode en de Arabische Zee groeide de zuiderbuur van Saudi-Arabië uit tot een van de belangrijkste knooppunten op de Wierookroute, waarlangs kruiden, geurwerken en luxeartikelen werden getransporteerd. De bloeiende handel leverde de Jemenitische bevolking een ongeziene rijkdom op die ze aanwendde om metropolen avant la lettre te bouwen: steden die hun tijd ver vooruit waren, met complexe maar overzichtelijke stratenplannen.

De explosief groeiende bewonersaantallen in de steden en het nijpende plaatsgebrek dat daaruit voortvloeide, inspireerden de Jemenieten bovendien tot een geniaal concept dat indertijd onvervalste architecturale sciencefiction was: het appartementsgebouw, dat toeliet een groot aantal mensen te huisvesten op een zo klein mogelijke oppervlakte.

Appartementen in Jemen (beeld ter illustratie).Beeld getty

De eerste bescheiden probeersels die 2.500 jaar geleden werden gebouwd in Sana’a, sinds 1990 de hoofdstad van Jemen, vormden de basis voor een ware revolutie in de woningbouw. Al in de 16de eeuw rezen in Shibam de allereerste wolkenkrabbers uit de grond. De imposante bouwwerken hebben in de loop der eeuwen probleemloos zandstormen en overstromingen doorstaan, maar storten nu één voor één in onder een onophoudelijke bommenregen.

Als er geen beterschap komt, dreigt samen met de bevolking ook het unieke erfgoed van Jemen onherroepelijk ten onder te gaan.

Azië

13. Karavaansteden langs de Zijderoute in Oezbekistan

Treed in de meer dan tweeduizend jaar oude voetsporen van de Azia­tische handelslieden en volg de Zijderoute in Oezbekistan van oost naar west. De handelsreizigers die van overal ter wereld Samarkand, Buchara en Itsjan Kala aandeden, brachten niet enkel hun vracht mee, maar ook hun eigen culturen en opvattingen. Hierdoor zijn in de loop der eeuwen smeltkroezen ontstaan: meer dan een korte wandeling door een van de drie steden heb je niet nodig om je eerst in Griekenland te wanen en vervolgens via Mongolië regelrecht naar Rusland gekatapulteerd te worden.

In Samarkand, vlak bij de grens met Tadzjikistan, is Registan het ­ideale vertrekpunt voor een ontdekkingstocht: het fraai betegelde cen­trale plein wordt omringd door majestueuze toegangspoorten met Arabische mozaïeken en drie monumentale madrasa’s (islamitische scholen) van een adembenemende schoonheid. Iets verderop heeft de 14de-eeuwse Turks-Mongoolse veroveraar Timoer de Manke zijn ­eeuwige rustplaats gevonden onder de hemelsblauwe koepel van het Gur-e Emir-mausoleum.

De belangrijkste historische centra van Oezbekistan - de buitengewone karavanserai-complexen met blauwe tegels in Bukhara en Samarkand - zijn de afgelopen jaren uitgebreid gerenoveerd.Beeld Yuri Kozyrev/ Noor

Neem tijdens de treinrit naar Buchara, de volgende halte op de Zijderoute, de landschappen in je op die langs het treinraampje passeren. De betoverende zandvlaktes van de Kyzylkum-woestijn vervelen namelijk geen seconde. Voor je het weet sta je je in Buchara te vergapen aan de imposante moskee en madrasa van Poi Kalan, die in de gloed van de ondergaande zon oplichten in vijftig tinten roze.

Vlak bij de Turkmeense grens, ten slotte, ligt Itsjan Kala, de derde en jammer genoeg laatste stop voor de Zijderoute Oezbekistan verlaat. In die piepkleine binnenstad van het verder doodse Xiva lijkt het wel alsof de tijd is blijven stilstaan. Meer nog dan in Samarkand en Buchara zijn de karavanserai, de herbergen waar de handelsreizigers tijdens hun lange tocht langs de Zijde­route overnachtten, er in hun oorspronkelijke staat bewaard gebleven.

14. Het Deccanplateau in Zuid-India, kruispunt van architecturale invloeden

Langs de idyllische kusten van het Indisch Schiereiland gaan de parelwitte zandstranden langzaam over in de glooiende groene heuvels van de West-Ghats en de East-Ghats, twee bergketens die het puntige zuidelijke uiteinde van India liefdevol omhelzen. Tussen de twee Ghats in ligt het Deccanplateau, een uitgestrekt hoogland dat in de loop der geschiedenis het decor van talloze koninkrijken is geweest.

We kunnen er vandaag alleen maar dankbaar om zijn dat de Indische absolute vorsten zich God op aarde waanden en hun nalatenschap tot in de eeuwigheid bewaard wilden zien. Hun zelfverheerlijkende praalzucht heeft Deccan omgetoverd in een potpourri van de meest uiteenlopende architecturale invloeden.

Nergens is die enorme diversiteit zo zichtbaar als in Karnataka, de zuidwestelijke Indiase staat waar je geen stap kunt zetten zonder op een tempel of een voormalige koninklijke hoofdstad te botsen. Aihole, Badami en Pattadakal bijvoorbeeld. In de 6de eeuw waren dit fiere hoofdsteden onder de Chalukya-dynastie én proeftuinen voor religieuze architectuur: in de honderden hindoeïstische, boeddhistische en jaïnistische tempels die de regio telt, vloeien de culturen van Noord- en Zuid-India harmonieus samen.

En daar houdt het niet op: in de 14de eeuw herschiep het islamitische koningshuis ­Bahmani de ommuurde fortstad Bidar tot het Indische mekka van de Perzische bouwkunst, twee ­eeuwen later tekende zich in Bijapur een indrukwekkende skyline van koepels en minaretten af onder impuls van de sultans van Adil Shahi. Toeristen laten Karnataka doorgaans links liggen en geven de voorkeur aan de hotspots in het noorden van het land, maar de zuidelijke punt van India heeft minstens evenveel moois te bieden.

Foto van een tempel in Karnataka, een zuidwestelijke Indiase staat.Beeld Alamy Stock Photo

15. Dagenlange trektochten in het Japanse Kii-gebergte

Roomwitte mistslierten die zich tussen de stammen van eeuwenoude ceders kronkelen en het zacht fluisterende mos onder je voeten: het is geen wonder dat Kumano Kodo, een uitgestrekt netwerk van wandelpaden in het Kii-gebergte ten zuiden van Kyoto, sinds mensenheugenis tal van wandelaars aantrekt. Duizend jaar geleden waren het boeddhistische en shintoïstische pelgrims die in de magische stilte van de dichtbeboste bergen zichzelf en God hoopten te vinden, vandaag zijn het vooral toeristen die de wandelschoenen aantrekken.

De Seiganto-ji Tempel en Nachi watervallen - Seigantojii staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO tussen andere plaatsen die zijn aangewezen als heilige plaatsen en pelgrimsroutes in het Kii gebergte.Beeld LightRocket via Getty Images

Met maar liefst 15 miljoen bezoekers per jaar valt te vrezen dat Kumano Kodo een soort natuurpretpark is geworden, waar je in dichte drommen staat aan te schuiven om een glimp op te vangen van de spectaculaire zeezichten of de ontelbare Instagram-vriendelijke plekjes in de cederbossen. Maar gelukkig is het enkel écht druk in de omgeving van Hongu, Nachi en Hayatama, de drie taisha’s (schrijnen waaraan door de Japanners een zuiverend, geneeskrachtig vermogen wordt toegedicht) die enkel bereikbaar zijn via verraderlijke stenen trappen en angstaanjagende hangbruggen.

Wie zich iets verder in de bossen waagt, waant zich algauw alleen op de wereld: de wandelroutes in het Kii-gebergte zijn zo uitgestrekt dat je dagenlang kunt stappen zonder een levende ziel tegen te komen.

16. De Japanse kunsteilanden, een ode aan de stilte

De voorbije jaren bleef het oorverdovend stil op de Art Islands, een cluster van een twintigtal voormalige visserseilandjes in de Japanse Binnenzee die voor de pandemie jaarlijks honderdduizenden toeristen aantrokken. Nu de strenge coronamaatregelen in het land geleidelijk aan worden opgeheven, mogen ook de kunsteilanden zich weer opmaken voor een massa bezoekers die per trein, veerboot, autobus of fiets van eiland naar eiland hoppen om er zich te vergapen aan een caleidoscopische kunstcollectie.

Net voor de heropening stuurden de curatoren van Naoshima, zoals de eilandengroep officieel heet, een jubelend persbericht de wereld in: Pumpkin van Yayoi Kusama, een uit glasvezel gesculpteerde pompoen met gele polkadots, was in 2021 door een tyfoon van de Benessa-­pier geslagen, maar werd net op tijd teruggevonden en in zijn oorspronkelijke glorie hersteld. Hoewel Pumpkin met enige voorsprong de grootste publieks­trekker is, hebben ook de eilanden Inujima, Shodoshima en ­Megijima heel wat fraais in petto voor de ware kunstliefhebbers.

De bestipte pompoen van Yayoi Kusama op het Japanse eiland Naoshima is een trekpleister voor toeristen.Beeld Robin Broos

Zelfs het museumgebouw is een kunstwerk op zich: de glanzende betonnen structuur heeft de vorm van een waterdruppel die net lijkt te zijn opgeborreld uit de bosrijke heuvel aan de rand van de zee. Binnen staat slechts één kunstwerk, Bokei van Rei Naito, waarin ze de druppel verheft tot Kunst met een grote K. Glinsterende waterparels komen tevoorschijn uit de spiegelgladde vloer om plasjes te vormen die vervolgens weer langzaam in de bodem verdwijnen.

Het concept lijkt kinderlijk eenvoudig, maar in combinatie met de ingenieuze architectuur wordt Bokei een haast religieuze ervaring. Bezoekers die er urenlang in stilte staan te mediteren zijn geen uitzondering. En dat voor een paar pruttelende waterplassen, denk je nu misschien. Wel, ga er gewoon heen en stel verwonderd vast dat ook jij je hebt laten hypnotiseren.

17. Het Lofty Potala-paleis in Lhasa, archief van de Tibetaanse geschiedenis

Is het een luxueus kuuroord? Een boeddhistische tempel misschien? Of een onneembaar fort? Het is een vraag waarmee toeristen, die in het centrum van de Tibetaanse hoofdstad Lhasa voor het eerst aan de voet van het imposante Lofty Potala staan, zich vaak geen raad weten.

Er is maar één manier om het antwoord te ontdekken: een paar stevige schoenen aantrekken en de dertien verdiepingen hoge klim naar de top van het 17de-eeuwse paleis aanvatten. Die is in elke betekenis van het woord adembenemend. Ten eerste omdat je je op 4.000 meter hoogte bevindt en ten tweede omdat het trapsgewijs gebouwde Potala-­paleis een pak verrassingen in petto heeft. Of je nu links of rechts kijkt, naar boven of naar beneden, elke keer openbaart het gebouw zich in een verschillende gedaante. Halverwege de klim worden de witte muren plots diep­rood van kleur, met een briljante glans die ze te danken hebben aan een jaarlijkse verfbeurt met een merkwaardig mengsel van honing, melk, bruine suiker en saffraan.

Het beroemde Potala paleis, Lhasa, Tibet, China.Beeld Getty Images

Met een traditionele Tibetaanse boterlamp in de hand leidt een gids je door een labyrint van duistere gangen die je tot diep in de onderbuik van het gigantische gebouw voeren, maar uiteraard krijg je slechts een deel van de meer dan duizend (!) kamers te zien. Honderden muurschilderingen, sculpturen uit porselein en jade, boeddhistische geschriften en vergulde houten stoepa’s waarin de vorige acht dalai lama’s voor eeuwig rusten.

Het Potala-paleis is een ­zinsbegoochelende hommage aan het boeddhisme én aan de kracht van het Tibetaanse volk, dat nu al meer dan zeven decennia weerstand biedt aan de kolonisatiedrang van China. Sinds Tibet in 1950 door zijn agressieve buur werd geannexeerd, ondernam de Chinese overheid tal van pogingen om het paleis leeg te plunderen en zelfs af te breken, maar die mislukten keer op keer na fel verzet van de Tibetanen.

De hoofdstad draagt niet toevallig de naam Lhasa, of ‘huis van God’: hier waakt de Boeddha, en hij zal zijn onderdanen én dit unieke paleis tot het einde der tijden beschermen. Of dat hopen we toch.

Noord- en Zuid-Amerika

18. De ultieme roadtrip langs de Pan-American Highway

Van Prudhoe Bay (Alaska) in het noorden hele­maal tot Ushuaia (Tierra del Fuego, Argentinië) in het zuiden: de Pan-American Highway, ‘de ruggengraat van Amerika’, doorkruist veertien landen over een afstand van maar liefst 30.000 kilometer. Genoeg voor een plaatsje in het Guinness Book of World Records, zou je denken, doch helaas. Deze intercontinentale route is geen highway in de klassieke zin van het woord, maar een opeenvolging van autowegen die op elkaar aansluiten.

Pech voor de liefhebbers van oneindige, kaarsrechte asfaltstroken, een feest voor alle andere roadtrippers: nergens anders ter wereld vallen langs één route zoveel verschillende culturen en verbluffende natuur­fenomenen te ontdekken.

De Rocky Mountains.Beeld RV

Van de toendra in westelijk Canada via de besneeuwde toppen van de Rocky Mountains en de Mexicaanse woestijn naar de pampa’s van Patagonië, cultuur opsnuiven in historische steden als Antigua (Guatemala) of Granada (Nicaragua), zeldzame vogels spotten in het Costa Ricaanse regenwoud... De mogelijkheden zijn eindeloos.

Zet je lippen aan een kopje sterke koffie in het Cordillera-gebergte wanneer de vermoeidheid toeslaat, rij met hernieuwde energie verder naar Cali en laat je daar verleiden door de onweerstaanbare ritmes van de Colombiaanse salsa. Verdwaal tussen de witgekalkte huisjes van de Ecuadoriaanse hoofdstad Quito vooraleer je de steile klim naar de top van de Cotopaxi-vulkaan aanvat. En dat is slechts een willekeurige greep uit de schier eindeloze reeks must-sees langs de Pan-Am.

Maak een paar maanden vrij in je agenda, huur een auto – of, nog beter: een van – en laat je overdonderen door de onwaarschijnlijke schoonheid van the Americas.

19. De Atacama-woestijn in Chili, natuurlijk wereldwonder

In het noorden van Chili, tussen de parelwitte zandstranden van de Pacifische kust en de woeste toppen van het Andesgebergte, bevindt zich een van de merkwaardigste gebieden op onze planeet: de Atacama. Het is een uitgestrekte woestijn van een kwart miljoen vierkante kilometer groot, waar het landschap en de weersomstandigheden zo buitenaards aandoen dat de NASA er in 2017 haar Mars Rovers uittestte. Hier staat de machtige, ontembare Andes met zijn voeten in het ijsblauwe water van de Stille Oceaan.

De zon gaat onder in de Valle de la Luna in de Atacama-woestijn.Beeld Getty Images

Ondanks al dat nietsontziende natuurgeweld slagen enkele soorten erin hier te overleven, zoals de guanaco en de viscacha, respectievelijk een elegant neefje van de lama en, welja, een konijn met een lange staart. Ook flamingo’s maken geregeld een tussenstop in de zoutvlaktes van de Atacama, waar hun vrolijke roze kleuren een merkwaardig contrast vormen met de dreigende somberte van deze barre woestenij. De inktzwarte duisternis waarin dit ongerepte stukje Chili – dat ook uitlopers heeft in Argentinië, Bolivia en Peru – ’s nachts baadt, is de natte droom van elke sterrenkijker.

Ongehinderd door elektrische verlichting openbaart de Melkweg zich in al zijn adembenemende glorie. Zolang toeristische ruimtereizen het exclusieve speelterrein van miljardairs à la Richard Branson en Jeff Bezos blijven, is de Atacama-­woestijn het toevluchtsoord bij uitstek voor wie zich even op een andere planeet wil wanen.

20. De ziel van Mexico proeven in Oaxaca

De wieg van de Mexicaanse kookkunst staat sinds mensenheugenis in Oaxaca, de hoofdstad van de gelijknamige staat. Al dat fraais heeft de voorbije decennia onvermijdelijk geleid tot een explosie van het massatoerisme. Gelukkig kwam onder impuls van enkele lokale chefs – die met lede ogen aanzagen hoe de charme van hun stad onherroepelijk verloren dreigde te gaan in het kabaal van hordes toeristen – snel een tegenbeweging op gang.

Thalía Barrios García is een van hen: in Levadura de Olla (letterlijk vertaald: ‘gist uit de pot’) brengt ze de traditionele keuken van het Zuid-Mexicaanse bergdorpje waar ze opgroeide weer tot leven, met ogenschijnlijk eenvoudige maar overheerlijke gerechten als op houtvuur gerookte bonenschotels. Een eindje buiten het stadscentrum ontvangt Jorge León zijn hongerige gasten in de idyllische tuin van eethuis Alfonsina, waar spek voor elke bek wordt geserveerd: voorzichtige eters kunnen zich te goed doen aan de oer-Mexicaanse visschotels van Leóns moeder en tantes (tip: de amarillo met bladpeper!).

Maïstortilla's in een restaurant in Oaxaca, Mexico (beeld ter illustratie).Beeld NYT

Je hoeft overigens helemaal geen restaurants te bezoeken om de onmetelijke culinaire rijkdom van Oaxaca te ontdekken: op elke straathoek vind je eetkraampjes waar je de ziel van Mexico kunt proeven. Verorber een in bananenbladeren gewikkelde tamale, blus je mond met een liter water na een verschroeiend pikante tlayuda of laat je onderdompelen in de gezellige drukte van een mezcalería, de authentieke lokale eetcafés.

Wie zich niet laat verleiden door de flitsende neonreclames van de op het massatoerisme gerichte restaurantketens en zich dieper de stad in waagt, staat een onvergetelijke culinaire ontdekkingsreis te wachten.

21. Cubaans carnaval, dansen tot je erbij neervalt

De traditie van het Cubaanse carnaval gaat terug tot de 17de eeuw, een tijdperk waarin sociale apartheid nog de normaalste zaak van de wereld was. De Spaanse elite organiseerde met Carnival een gedistingeerd evenement in beperkte kring, terwijl de arbeiders hun kortstondige vrijheid na het binnenhalen van de suikerrietoogst uitgelaten vierden tijdens de Mamarrachos (letterlijk vertaald: ‘de clowns’).

In het begin van de 20ste eeuw werden beide feesten samengevoegd tot één spetterende explosie van muziek en dans die vandaag niet langer op het einde van de winter, maar tijdens de zomermaanden wordt gevierd.

Het Cubaanse carnaval.Beeld Getty Images

Wat een genot om vast te stellen dat de geschiedenis een zeldzame keer niet de kant van de onderdrukkers, maar die van de onderdrukten heeft gekozen: het Cubaanse carnaval zoals we het nu kennen is een rechtstreekse erfgenaam van het waanzinnige, exotische feestgedruis van de in oorsprong Afro-Caribische Mamarrachos. Vooral in Havana en San­tiago de Cuba worden de straten in juli en augustus overspoeld door exuberante optochten.

Af en toe roert conservatief-christelijk Cuba zich met een pleidooi om de religieuze boodschap van carnaval weer centraal te stellen en de heidense decadentie van de Mamarrachos te verbieden, maar die stemmen gaan onherroepelijk verloren in het kolkende feestgewoel. En gelukkig maar.

22. De Coloradohoogvlakte in de Verenigde Staten

De Coloradowoestijn in het zuidwesten van de Verenigde Staten is een keizerrijk van de natuur. Met een oppervlakte van bijna 400.000 vierkante kilometer strekt de onherbergzame thuishaven van de Navajo-indianen zich uit over vier staten. Naast Colorado omhelst de woestijn ook Utah, Arizona en New Mexico.

De acht nationale parken zijn openluchtmusea waarin Moeder Natuur haar prachtigste kunstwerken tentoonstelt. In de loop der millennia beeldhouwden de weerselementen hier vlijmscherpe pieken, afgestompte monolieten en duizelingwekkend diepe kloven zoals de Grand Canyon, waar het samenspel van water en wind een onvoorstelbaar complex, gelaagd patroon heeft uitgesleten in de rotsen.

De Grand Canyon.Beeld Thinkstock

Ook liefhebbers van archeologie kunnen hier hun hart ophalen, want vroege bewoners zoals de Oude Pueblo-volkeren hebben er sporen nagelaten die meer dan drieduizend jaar later nog steeds zichtbaar zijn.

Twee hoogtepunten uit een lange reeks: Bears Ears, twee tafelbergen die eruitzien als de oren van een beer en door de inheemse indianen werden beschouwd als een heilige plek; en Grand Staircase-Escalante, een verbluffende ‘trappenhal’ van kliffen, canyons en in elkaar overlopende rotslagen.

Moedige reizigers – lees: zij die zich niet laten rondrijden in een geklimatiseerde toerbus – kunnen zich tijdens een meerdaagse trektocht te voet of per fiets helemaal overgeven aan de oerkracht van de natuur. Wel moeten ze rekening houden met extreme temperaturen: bloedheet overdag, na zonsondergang ijskoud. Wees echter gerust: wanneer je ’s nachts warm ingeduffeld voor je tentje naar het magnifieke sterrenschouwspel aan de horizon zit te turen, kan die bijtende koude je geen zier meer schelen.

23. Zonsverduistering in een Canadees vissersdorpje

De volgende totale zonsverduistering in Noord-Amerika zal plaatsvinden op 8 april 2024: je hebt dus nog ruim de tijd om een vliegtuigticket te boeken naar het Canadese Gander en van daaruit de ferry te nemen naar het schiereiland Newfoundland.

Als je niet zo ontiegelijk ver wilt reizen enkel om de zon verzwolgen te zien worden door de maan, besef dan dat Bonavista zijn naam te danken heeft aan de verrukte kreet die de Venetiaanse ontdekkingsreiziger Giovanni Caboto slaakte toen hij er in 1497 voor het eerst voet aan wal zette: o buona vista, wat een mooi uitzicht!

Ook zonder zonsverduistering, wanneer de eclipsspotters Bonavista hebben verlaten en het dorpje weer in een diepe slaap is gesukkeld, valt hier heel wat moois te ontdekken. De plaatselijke vuurtoren bijvoorbeeld, die een adembenemend uitzicht biedt op de gigantische ijsschotsen die op en neer dansen in de woeste zee, en op de zwermen papegaaiduikers die verschrikt opvliegen wanneer een kolossale bultrug door de waterlijn breekt. Ook de Dungeon, een ingestorte kustgrot die door erosie is uitgehold tot een sierlijke galerij, is een bezoek waard. Net als de charmante houten huisjes van Ryan Premises, in de 19de eeuw het kloppende hart van de kabeljauwvisserij in Bonavista.

Toeristen kijken naar een drijvende ijsberg bij King's Point in Newfoundland, Canada (beeld ter illustratie).Beeld AFP

Vandaag kun je er met een kajak een eindje de baai in varen om er walvissen te spotten, maar hoewel die boottochtjes de belangrijkste toeristische attractie zijn in het dorp, blijven de bewoners verknocht aan hun verleden: ‘Hier is de kabeljauw koning’, staat op het dorpsplein in triomfantelijke letters op een bord. De majestueuze bultruggen denken er gnuivend het hunne van.

Nieuw-Zeeland

24. Werken op een biologische boerderij in Nieuw-Zeeland

Reizen is leuk, ontspannend en verrijkend, maar helaas ook – denk aan de miljarden vliegkilometers die we jaarlijks met z’n allen afleggen – enorm belastend voor het milieu. Dat besefte de Britse Susan Coppard al in 1971, lang voordat de enorme uitstoot door vliegtuigen een issue was. Een studentenjob als seizoensarbeider op een biologische boerderij inspireerde haar ertoe World Wide Opportunities on Organic Farms (WWOOF) op te richten, een alternatieve reisorganisatie gespecialiseerd in ecologisch verantwoord toerisme.

Op stap gaan met WWOOF houdt in dat je de voetafdruk van je vliegreis compenseert door ter plekke iets terug te geven aan de natuur, bijvoorbeeld door de handen uit de mouwen te steken op een plaatselijke boerderij. Een van de populairste WWOOF-­bestemmingen is Nieuw-Zeeland, waar meer dan honderd farms in Northland de staldeuren opengooien voor toeristen annex seizoensarbeiders. Verwacht ter plekke geen luilekkerleventje: net als de Nieuw-Zeelandse boeren ga je met de kippen op stok en moet je bij zonsopgang weer uit de veren, maar je harde werk wordt dubbel en dik beloond.

Voor WWOOFers is de adembenemende natuur van Nieuw-Zeeland niet louter een decor waartegen hun reis zich afspeelt: met hun handen in de aarde worden ze één met de bucolische omgeving en leren ze zich volledig over te leveren aan de gratie der elementen. Rond het middaguur zit de arbeid er meestal op en kunnen de toeristen/landbouwers het sprookjesachtige schiereiland North Auckland verkennen.

Nieuw-Zeeland (beeld ter illustratie).Beeld De Agostini via Getty Images

De spectaculaire wandelroutes van Northland’s Great Walks leiden je dwars door de subtropische kauriwouden (de kauri is een bedreigde coniferensoort) naar paradijselijke zandstranden of de kolkende Whanganui-­rivier, waar avonturiers die van geen kleintje vervaard zijn zich aan een woelig kanotochtje kunnen wagen. Let wel op dat je de tijd niet uit het oog verliest, want de volgende ochtend word je bij het krieken van de dag weer gelaarsd en gespoord op het erf verwacht…

Antarctica

25. Antarctica: naar het einde van de wereld in een zodiac

De laatste bestemming op onze lijst is ook de minst voor de hand liggende. Reizen naar Antarctica, het enige continent zonder permanente bewoners, is niet alleen duur – je telt algauw 10.000 euro neer, vlucht naar het zuiden van Chili of Argentinië niet inbegrepen – maar ook streng gereguleerd. Enkel erkende organisaties mogen expedities organiseren naar het zuidpool­gebied, waar bovendien een bijzonder strikte leave no trace-­policy van kracht is.

Toeristen die voet aan wal zetten, worden er in niet mis te verstane bewoordingen op gewezen dat hun aanwezigheid geen énkel spoor mag achterlaten, op straffe van een fikse boete. Niet meer dan terecht, want als gevolg van de klimaat­opwarming is de biodiversiteit op én het voortbestaan van het koudste continent ter wereld ernstig in gevaar. Metingen die begin 2022 werden uitgevoerd, toonden aan dat het ijsvolume van Antarctica in de voorgaande jaren dramatisch was afgenomen, wat potentieel catastrofale gevolgen heeft voor de rest van de planeet.

Als we er niet in slagen de opwarming van de aarde snel en drastisch een halt toe te roepen – wetenschappelijke modellen definiëren 1,5 graad opwarming – dreigt het Antarctische smeltwater de zeespiegel wereldwijd dramatisch te doen stijgen. Bovendien bevatten de ijsmassa’s van de zuidpool meer dan de helft van al het zoete water op aarde. Als ze in het huidige tempo blijven smelten en zich vermengen met het zoute zeewater, komt onze drinkwaterbevoorrading op termijn ernstig in gevaar.

Maar ondanks die apocalyptische toekomstscenario’s en de fragiele staat waarin het continent verkeert, toont Antarctica zich nog steeds bijzonder genereus met zijn onnoemelijke natuurpracht. Reizigers die de boottocht vanuit Kaap Hoorn (het uiterste zuiden van Zuid-Amerika) door de woeste wateren van de beruchte Straat Drake hebben doorstaan zonder zeeziek te worden, zien de horizon veranderen in een betoverend schilderij van witte, blauwe en groene tinten wanneer de majestueuze gletsjers in de verte opdoemen.

Een Brunt-ijsplaat, aan de noordwestkust van Antarctica.Beeld Getty Images

Antarctica is het hele jaar door oogverblindend mooi, maar wie ook gigantische kolonies van broedende pinguïns wil zien, reist het best af tussen november en januari. Februari en maart, wanneer het ijs zich een flink eind landinwaarts terugtrekt, zijn dan weer de ideale maanden om de Zuidelijke IJszee op te varen in een opblaasbare zodiac. Nergens ter wereld maak je zoveel kans om van dichtbij kennis te maken met blauwe walvissen, orka’s, bultruggen of de vele andere imposante zeezoogdieren die over deze ijskoude wateren heersen.

Het onbevattelijk machtige, maar o zo kwetsbare Antarctica is letterlijk het einde van de wereld; in figuurlijke zin is het een sombere vooruitblik op wat ons te wachten staat als we het roer niet drastisch omgooien, en onze prachtige planeet het respect beginnen te tonen dat ze van ons verdient.

© The New York Times