Belgische baggeraars Jan De Nul en DEME mogen ‘energie-eiland’ op Noordzee bouwen

Het Prinses Elisabeth Eiland is een uitbreiding van het elektriciteitsnet in de Noordzee. Het verbindt de nieuwe windmolenparken op zee met het vasteland en het zal nieuwe stroomhandel met het Verenigd Koninkrijk en Denemarken mogelijk maken. Het eiland komt zowat 45 kilometer buiten de Belgische kust te liggen. Boven de waterlijn zal het ongeveer 12 hectare, oftewel 24 voetbalvelden, groot zijn. Op het eiland zullen er ook een kleine haven en een helidek komen.

Met de bouw van een kunstmatig energie-eiland scoort België een wereldprimeur. Hiervoor wordt een beroep gedaan op het nieuwe consortium TM EDISON, een samenwerking tussen de baggeraars Jan De Nul en DEME. De concurrenten bundelen hun krachten voor dit project.

“We zijn als bedrijf trots om onze schouders onder dit project te zetten. België is een voorloper op het vlak van windenergie op zee. Dit maken we nog maar eens duidelijk door dit energie-eiland te bouwen. De gecombineerde ervaring van Jan De Nul en DEME als specialisten op zee voor baggeren, steenstorten en offshore energie is een absolute meerwaarde”, zegt bestuurder Julie De Nul.

Ventilus

De bouw van het Prinses Elisabeth Eiland start begin 2024 en duurt tot midden 2026. In 2024 en 2025 worden de betonnen caissons gebouwd en geplaatst, die zullen de contouren van het energie-eiland vormen. Daarna wordt het eiland opgespoten en klaargemaakt voor de bouw van de elektrische infrastructuur. Die zal vervolgens verbonden worden met de nieuwe windparken en met het hoogspanningsnet aan land.

Om de energie vanop de Noordzee tot bij de consument te brengen is het volgens netbeheerder Elia cruciaal dat de omstreden nieuwe hoogspanningslijnen Ventilus (in West-Vlaanderen) en Boucle du Hainaut (in Henegouwen) er tijdig komen.

“België pionierde vijftien jaar geleden met windmolens op zee en doet dit vandaag opnieuw met een allereerste energie-eiland. Een wereldprimeur”, zegt minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen). “Onze expertise op zee is vandaag wereldwijd vermaard. Door blijvend te innoveren versterken we onze positie ook voor de toekomst. Het geeft Belgische bedrijven opnieuw de kans om baanbrekend werk te verrichten. Hier en ook in het buitenland. We zetten België andermaal op de kaart.”

De windenergie op de Noordzee moet de Belgische stroombevoorrading helpen te verzekeren. Daar staat een vraagteken achter, vooral door de oorlog in Oekraïne.

Voor de bouw van het eiland kreeg België 100 miljoen euro uit het Europese covidherstelfonds.