Direct naar artikelinhoud
ConcertrecensieMåneskin

Achtduizend man zag met Måneskin in Vorst Nationaal een band die live beter uit de verf komt dan in de studio ★★★☆☆

Måneskin in Vorst Nationaal.Beeld Alex Vanhee

Het eerste Belgische concert van Måneskin was in La Madeleine, twee jaar vóór hun winst op het Eurovisiesongfestival. Daarna volgde een festival in Ronquières, eentje in Werchter, een showcase voor Qmusic en eentje voor de VRT. De teller sprong donderdag dus al naar zes in Vorst Nationaal.

‘This show contains strobe and pyro effects’, kon je lezen op de lichtkrant op de tribunes in Vorst. Daar moeten de Måneskinners toch minstens een beetje om hebben gegniffeld. Nog geen zeven jaar geleden stonden ze in de Romeinse straten te spelen voor een rosse cent, nu hebben ze blijkbaar het geld om tijdens het veertiende nummer een brandende paal op het podium te rollen.

Ze hadden ook aan Pitchfork de toorts kunnen vragen waarmee de steeds minder hippe muzieksite hun nieuwe album Rush! vorige maand heeft afgefakkeld. De score was 2 op 10, het bijhorende stuk was goeddeels dezelfde kritiek die Måneskin al twee jaar te horen krijgt, maar dan met meer kak errond gehangen. Ze doen geen zout op hun pasta, geen peper in hun arrabiata. Ze zouden altijd hetzelfde nummer afraffelen. Riffje, basdrum erbij op elke tel, openbarsten in het refrein en op het einde even de gitaarnek afrukken. Ze zijn als pannenkoeken met bruine suiker, tikkertje hoog of tsjeven in de eighties: niemand is tegen, maar wie legt er zijn kop voor? De conclusie: Rush! wordt slechter naarmate je ze luider afspeelt.

Alleen krijg je die nummers nergens luider te horen dan in een arena, en daar zag achtduizend man een band die live beter uit de verf komt dan in de studio. Over het eerste salvo van ‘Don’t Wanna Sleep’, ‘Gossip’ en ‘Zitti e Buoni’ viel weinig tot niets te zeuren. Potige rock voor tieners in Nirvana-shirts en voor hun ouders die recht van het werk kwamen. Eerst nog eens argwanend loeren over het montuur van de architectenbril en dan prevelden mama en papa toch best mee in hun beste Italiaans. Dat de uitbater van Vorst Nationaal kinderen zonder begeleider weert, was deze avond nooit een probleem: hier werd van 9 tot 99 jaar genoten.

Achtduizend man zag met Måneskin in Vorst Nationaal  een band die live beter uit de verf komt dan in de studio ★★★☆☆
Beeld Alex Vanhee

‘We’re pretty good, huh?’ grijnsde frontman Damiano David heerlijk campy in zijn mooie fluwelen pak na de powerballad ‘Coraline’ en je kon hem nauwelijks ongelijk geven. De klank van zijn groep steunt vooral op de ritmesectie, die de nummers insnoert als in een korset: bassiste Victoria De Angelis groovet als een tiet met afgeplakte tepel en Ethan Torchio is Meg White in een patseruitvoering. Thomas Raggi neemt met plezier de rol van levend rockcliché op zich: hij heeft goed gestudeerd op de grimas die je bij solo’s hoort te trekken, duikt van tijd tot tijd het publiek in en speelt al eens met het instrument op de rug.

Achtduizend man zag met Måneskin in Vorst Nationaal  een band die live beter uit de verf komt dan in de studio ★★★☆☆
Beeld Alex Vanhee

Over ‘For Your Love’: ‘The next one is Thomas’ favourite’. Leuk voor Raggi en zijn tigste vingeroefening, maar de tribunes hebben er geen noot van gehoord. Een show met stevige bassen en drums kan geweldig begeesteren, maar niet in Vorst Nationaal. Het grootste galmgat van Brussel na dat in de federale begroting maakte zijn reputatie feestelijk waar en zeker in de tweede helft van het concert ging Måneskin kopje onder. Of David nu in het Italiaans of in het Engels zong, maakte halverwege niet uit: het klonk toch als je maag na een olietanker uiensoep. Gelukkig voor hen bleef het publiek dapper meezingen.

Was het helemaal de schuld van de echoput? Dat nu ook weer niet. Måneskin blonk zeker uit in de hits, van eeuwige cover ‘Beggin’’ tot de lekkere tranentrekker ‘The Lonelist’. Favorietje ‘I Wanna Be Your Slave’ passeerde zelfs twee keer, en met een paar akoestische songs in het midden van de zaal won het duo David-Raggi het Italiaans kampioenschap harten breken, maar rond die hoogtepunten zat de show op sommige plaatsen te strak en op andere te los. Voor eindeloze solo’s was er tijd, maar verder zat er niks in waarvan je dacht: dat zullen ze nu wel heel anders hebben gedaan dan drie dagen geleden in Amsterdam, of net daarvoor in Turijn.

Veel kritiek op Måneskin is onterecht. Dat het slechte muzikanten zijn: onzin. Dat ze minder choquerend of grensverleggend zijn dan ze lijken: kun je van Harry Styles in een jurk ook zeggen. Toon me één interview waarin de groep zelf heeft beweert dat ze de rock-‘n-roll zou redden. Het liefst zien we deze groep nog eens zoals vorige zomer op Rock Werchter: drie kwartier alles geven en arrivederci. Maar bijna twee uur? Daarvoor weegt deze band nog een tik of twee te licht.