Direct naar artikelinhoud
De vragen van ProustIsolde Lasoen

Zangeres en drumster Isolde Lasoen: ‘De tand des tijds is genadeloos. Het blijft worstelen om daarmee om te gaan’

Isolde Lasoen: ‘Mijn vader was invalide, ging veel op café, deed thuis niks, keek naar ons, maakte ruzie met mijn moeder. Er was een soort constante dreiging.’Beeld © Stefaan Temmerman

Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Tweeëntwintig directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Deze week: drumster en zangeres Isolde Lasoen (43). Wie is zij in het diepst van haar gedachten?

1. Hoe oud voelt u zich?

“Globaal gezien ergens halverwege de 30, maar het hangt ook af van het moment van de dag. Je energieniveau fluctueert, je mentale staat van zijn ook. Als ik op het podium sta, voel ik mij superjong, als ’s morgens de wekker afgaat omdat mijn zoontje naar school moet, voel ik mij wel wat ouder dan ik ben. Maar ik vind dit een mooie leeftijd, en mocht ik kunnen kiezen, ik zou dan wel liefst 43 willen blijven. Want leeftijd begint me toch bezig te houden. Mijn vak is onlosmakelijk verbonden met in de spotlights staan. Ik ben ook een vrouw. En dan vraag ik me af: zal ik dit nog lang kunnen volhouden? Hoelang draai ik nog mee? Welke standaard hebben mensen in hun hoofd? Zal ik daar nog lang aan kunnen beantwoorden?

“Je wordt altijd vergeleken met hoe je vroeger was, toen je er nog jong uitzag. Daarom haat ik fotoshoots. Een stilstaand beeld is een heel raar gegeven, zo zie je er in het echt nooit uit, terwijl het net dat is wat mensen te zien krijgen. En zo vormen ze zich een beeld van jou aan de hand van beelden. Ook ik google soms actrices van in mijn jeugd en dan denk ik: wat is die verouderd.”

2. Hoe was uw kindertijd?

“Ik heb geen modale kindertijd gehad. Mijn vader werkte niet. Hij was invalide, had mentale problemen, ging veel op café, deed thuis niks, keek naar ons, maakte ruzie met mijn moeder. Er was een soort constante dreiging, waardoor wij zoveel mogelijk het huis ontvluchtten. Bijna elke avond van de week waren wij op stap, met een fanfare hier, een drumband daar. Muziek was ons leven. Thuiskomen van school en dan naar de muziekvereniging. Ik heb daar heel veel geleerd, maar thuis was het niet zoals het had moeten zijn. We hadden het ook helemaal niet breed. We gingen nooit op reis, nooit op restaurant.

“Ik denk dat iedereen mij een weirdo vond. Ik ging niet paardrijden of luisterde niet naar de hitparade, ik was bezig met heel andere muziek. Mijn oudste zoon zit nu volop in zijn pubertijd, maar ik ken dat fenomeen niet. Mijn broers en ik hebben nooit gepuberd, daar was helemaal geen ruimte voor. Wij hadden andere toestanden aan ons hoofd.

“Mijn mama zorgde voor mijn vader. Af en toe had ze eens een baantje, zo heeft ze ook een tijdje in een café gewerkt. Het was allemaal niet zo heel normaal, maar op het moment zelf sta je daar niet bij stil. Pas wanneer je eens bij een vriendinnetje logeert, zie je het verschil. ’s Morgens douchen, samen ontbijten, een huis met veel daglicht. Bij ons was het: alleen opstaan, een slok cola, vlug naar school vertrekken met de fiets, terwijl mijn pa lag te slapen in een ziekenbed in de keuken. Ik gebruik niet graag het woord marginaal, want ik vind dat we dat nooit geweest zijn. Mijn moeder wilde alleen maar het beste voor ons. Ze zou haar leven en haar laatste cent voor ons gegeven hebben, en nog altijd.

“Uiteindelijk is mijn vader gestorven. Te veel alcohol, te veel medicatie, ook gewoon ongelukkig waarschijnlijk. Ik was nog te jong om met hem in dialoog te gaan. Of ik het nu wel zou doen, weet ik niet. Het belangrijkste vind ik dat mijn moeder nu gelukkig is.”

3. Wat vindt u een kenmerkende eigenschap van uzelf?

“Ik vraag mij af hoe mijn vrienden mij zien. Ik denk dat ik beheerst en beredeneerd overkom. Een rustig type, maar niet in mijn hoofd, in mijn hoofd ben ik onrustig. Ik denk dat ze op mij kunnen vertrouwen. Ik denk dat ik humoristisch kan zijn en hoop dat ze mij lief vinden.

“Ik weet ook goed wat ik wil. Tegelijk heb ik de neiging om veel rekening te houden met anderen, of met hoe ik overkom, om niemand voor het hoofd te stoten. Wat soms een moeilijk evenwicht is. Maar de dingen die ik in het echte leven niet kwijt kan, stop ik in mijn muziek. In mijn muziek doe ik vierkant mijn goesting.

BIO • Geboren op 31 december 1979 in Brugge • Belgische muzikante, drumster, zangeres en presentatrice • Is al twintig jaar vaste drumster bij DAAN • Speelde onder meer bij Absynthe Minded, Flip Kowlier en Jef Neve • Startte in 2012 soloproject ‘Isolde Lasoen’, eerste plaat was Cartes postales (2017) • Album Oh Dear komt op 8 maart uit

“Als persoon, hoe ik in het leven sta, hou ik van less is more, maar in mijn muziek is het meestal more is more. Al mijn emoties stop ik in mijn muziek, en dat is altijd zo geweest. Iedereen gaat ervan uit dat je op een podium staat omdat je ijdel bent en jezelf fantastisch vindt. Dat is niet zo. Voor mij is dat altijd normaal geweest. Muziek was de plek waar ik mij goed voelde, waar ik wel mezelf kon zijn, waar ik niet nerveus was. Voor mij was dat mijn natuurlijke habitat. Niet mijn huis, niet mijn school, niet het café. Ik voel mij het best op een podium. En dat heeft niets te maken met ‘kijk naar mij, luister naar mij’, hoe raar dat misschien ook klinkt.”

4. Wat drijft u?

“Muziek, logisch. Esthetiek ook, ik hou van mooie dingen. En er zijn voor mijn kinderen natuurlijk. Wij hebben heel lang getwijfeld of we een tweede kindje wilden, daarom zit er ook tien jaar tussen. Ik heb er een jaar van wakker gelegen. Ik was bang dat het me zou spijten dat ik geen tweede had, tegelijk dacht ik: zo vroeg opstaan, midden in de nacht wakker worden, sleuren met een Maxi-Cosi, dat kan ik niet meer. En kijk, dan was hij daar en dan krijg je een nieuwe drive. Uiteindelijk moet je erop vertrouwen dat het allemaal wel goed komt, in plaats van te blijven piekeren. Dat kind is het mooiste geschenk ooit. Een echte hartendief, zo ontwapenend. Ook een beetje de lijm van ons gezin. Ik ben zo benieuwd wat er van hem zal worden.”

5. Wat was de moeilijkste periode in uw leven?

“Dat vind ik een moeilijke vraag, want ook al was mijn jeugd niet rooskleurig en modaal, ik heb er ook wel goede herinneringen aan, en mijn verleden heeft me gemaakt tot wie ik ben.

“Een lange moeilijke periode heb ik niet gehad. Dat gaat meestal van dag tot dag of van halve dag tot halve dag, dat kan weleens schommelen. Maar waar ik wel altijd onder geleden heb, is migraine. Die aanvallen zijn zo oncontroleerbaar, ze voelen telkens als een straf. Ik heb werkelijk álles geprobeerd, van klassieke tot alternatieve geneeskunde tot een diadeem die elektronische schokken produceert. Niets hielp.

“Maar nu is er dat nieuwe middel, een eiwit­remmend medicijn, en dat helpt mij miraculeus. Voor mij is dit een ander leven. Ik nam zo veel pijnstillers, niet uit verslaving, gewoon omdat het niet anders kon. Mijn enige wens was: nooit meer migraine, want soms was het onleefbaar. Twee keer heeft mijn moeder de dokter van wacht gebeld met de vraag: ‘Spuit ze plat, want het gaat niet meer.’ Op die manier wilde ik niet meer leven.”

6. Welke kleine alledaagse dingen kunnen u blij maken?

“De eerste koffie van de dag. En liefst buiten op een bankje in de zon. Ik kan ook genieten van het zonlicht dat hier binnenvalt. Nooit echt frontaal, een zijdelingse streep of gefilterd door de bomen. En daaraan gerelateerd: de geur en de klank van de lente. Dat begint bij een vogeltje dat je alleen hoort vanaf maart, en dan ruik je: het wordt beter weer.

“Dankzij die nieuwe medicatie kan ik nu ook van een glaasje wijn genieten zonder schrik voor knallende migraine de dag nadien. Tot nog toe heb ik bij wijze van spreken alcoholvrij geleefd. Niet dat ik dat op zich zo erg vind − het gaat mij niet om het effect van alcohol en zodra ik tipsy word stop ik − maar om de smaak. Een lekker natuurwijntje bij het eten, dat maakt me heel blij.”

Isolde Lasoen: ‘Pas toen ik contact kreeg met jongens uit het technische en beroepsonderwijs is er voor mij veel veranderd. Zij aanvaardden me en vonden me cool.’Beeld © Stefaan Temmerman

7. Wat biedt u troost?

“Ik ben nogal slecht in mezelf troosten. Als ik van die onbestemde momenten heb waarop ik mij triest voel en niet weet waarom, kan ik me daar niet bij neerleggen. Ik blijf me dan eindeloos afvragen: maar waarom, waarom, waarom? Ik heb daar ook een nummer over geschreven, ‘Douce mélancolie’, over dat gevoel dat je overvalt zonder duidelijke reden. De beste troost is volgens mij dan afleiding. Iemand die plots voor je deur staat, ook al heb je er geen zin in.

“En als het over concreet verdriet gaat, denk ik dat tijd helend is. Ik kan mij soms helemaal verliezen in verdriet. In een ruzie met mijn vriend bijvoorbeeld, kan ik heel diep gaan. Dan lijkt het onoverkomelijk, alsof het nooit meer goed komt. Mijn vriend zegt dan: ‘Snap out of it.’ Maar ik kan dat niet, ik heb tijd nodig.”

8. Wat is uw zwakte?

“Me te veel aantrekken wat anderen denken of hoe ik overkom. Een banaal voorbeeld: mijn vriend zegt vaak: je hebt zulke mooie benen, doe toch eens wat vaker een kort rokje aan. Maar dat durf ik niet gauw, dat is te veel aandacht, dat hoeft niet. Misschien is het niet gepast, misschien kom ik vulgair over. Terwijl hij wel gelijk heeft. Ik zou de eerste zijn om tegen een vriendin hetzelfde te zeggen.

“Mijn stijl, less is more en tijdloos, komt mij wel goed uit, maar soms zou het toch wat specialer mogen. Dat downsizen heb ik op verschillende vlakken. Soms denk ik toch: verdorie, durf eens wat meer. Madonna die al jaren zoveel bagger over zich heen krijgt, het moet een kunst zijn om je daar geen zak van aan te trekken. Want de tand des tijds is genadeloos. Het blijft worstelen om daarmee om te gaan.

“Waarom moeten wij aftakelen? Waarom moeten vrouwen heel hun leven afzien van die hormonen? Menstruatie, migraine, menopauze. Mannen hebben daar helemaal geen last van. Ik kan me daar zo druk over maken. Waarom heeft de natuur dat zo geregeld, dat is toch unfair?” (lacht)

9. Waar hebt u spijt van?

“Ik ben eigenlijk heel blij met hoe mijn leven tot nog toe gelopen is. Misschien kon ik af en toe wat zottere dingen gedaan hebben, maar ik ben nogal voorzichtig van aard. Ik verantwoord dat dan voor mezelf als: mijn job is al zot genoeg.”

10. Wanneer hebt u voor het laatst gehuild?

“In een conflict met mijn puberzoon. Als ik kwaad ben en het gevoel heb dat ik vastzit. Onmacht doet mij huilen. En dat is dan vooral bij de mensen die het dichtst bij mij staan.”

11. Bent u ooit door het lint gegaan?

“Van woede niet echt. Ik zal me eerder in een staat van diep verdriet en drama verliezen die helemaal niet proportioneel is. Met dikke ogen en migraine die erop volgt, alles erop en eraan.”

12. Wat is uw vroegste herinnering?

“Er komen er twee in mij op. Mijn papa die trompet zit te spelen, terwijl mijn oudere broer met een trommel en ik met een triangel of een ander percussie-instrumentje rond de tafel lopen.

“En een andere in de kleuterschool, de juf die kwaad is op mij om iets wat ik niet gedaan heb. Een van mijn eerste herinneringen is dus een onrechtvaardig­heidsgevoel.”

13. Wat hing er aan de muur van uw tienerkamer?

“Niets. Ik was niet bezig met hitparades of pubertijdschriften. Ik was niet bezig met hypes van het moment. Ik had ook geen merkkledij, dat was te duur voor ons. Ik herinner mij zelfs dat mijn mama, zij was naaister, etiketten van duurdere kledij in onze goedkope jeansvestjes naaide. Ik werd uitgelachen, ik hoorde er niet bij. Meisjes onder elkaar kunnen zo hard zijn. Pas toen ik contact kreeg met jongens uit het technische en het beroeps­onderwijs is er voor mij veel veranderd. Zij aanvaardden mij en vonden mij cool. En ik vond hen ook cool, in plaats van die dwaze meisjes met hun gefezel.

“Ik heb nooit van meisjesgedoe gehouden. Misschien verklaart dat ook wel de richting die ik uitgegaan ben. Alle bands waarin ik speel, zijn bijna uitsluitend mannelijk, ik ben de enige vrouw. Ik voel mij daarin als een vis in het water. Ik vind mannen toch een gemakkelijker geslacht om mee om te gaan. (lacht) Pas op, ik heb nu ook veel goede vriendinnen hoor, maar dat zijn er ook coole. Dat overdreven girly gedoe, van ‘ik ben naar de kapper geweest en gaan shoppen’, dat is niet zo aan mij besteed.”

Isolde Lasoen: 'Minimaliseren, dat heb ik heel hard in mij. Eigenlijk is dat een vorm van bescheidenheid: het is ook maar wat het is.'Beeld © Stefaan Temmerman

14. Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?

“Neen, maar ik geloof wel in telepathie of dingen die gebeuren omdat ze moeten gebeuren. Je denkt aan iemand die je al jaren niet meer gezien hebt en plots laat die van zich horen. Soms is iets zodanig toevallig dat ik bijna moet geloven dat er toch iets meer is, een soort hogere kracht.

“Ik heb een vriendin die heel hard bezig is met spiritualiteit en nu en dan vraagt ze: ‘Isolde, wil je een kaartje trekken?’ Op een zwak momentje ga ik daar gretig op in, for what it’s worth. En dan schrik ik soms: wow, die kaart legt wel de vinger op de wonde.

“Ik ben heel rationeel, maar ergens sta ik daar wel een beetje voor open. Als je een belangrijke beslissing moet nemen, luister je toch ook naar je buikgevoel? Voor mij neigt dat wat naar het spirituele.”

15. Welk boek heeft een speciale betekenis voor u?

“Toen ik jazz studeerde, was er één boek, The Art of Bop Drumming van John Riley, waar ik eindeloos uit geoefend heb. Het komt erop neer dat je je onafhankelijkheid en coördinatie traint. Je rechterhand houdt een standvastig patroon aan, terwijl je met je andere ledematen allerlei andere, soms heel complexe dingen doet. (imiteert drumspel) Avonden en avonden heb ik altijd maar diezelfde swing­oefeningen herhaald tot ik bijna in een trance raakte. Ik vond dat echt heel leuk om te doen.

“Eigenlijk wilde ik eerst klassieke muziek studeren, net als mijn oudere broer, maar toen ik ingangs­examen deed, voelde ik dat er iets wrong. Mijn buikgevoel zei dat het niet klopte. Ik ben dan op café beginnen te gaan, naar jazzconcerten gaan kijken, in het Damberd, de Charlatan. En op een avond, midden in een optreden van Maarten Standaert en Peter Lesage in de Charlatan, voelde ik ineens zo hard: dit wil ik doen. Misschien was dat wel mijn religieuze ervaring. Ik wist ineens: dit is het. Dat was een echte aha-erlebnis.”

16. Hoe definieert u liefde?

“Ik zit in een lange relatie, in april zijn we zeventien jaar samen. Dus in ons geval is liefde een veilig nest, een groot vertrouwen, respect voor elkaar, elkaar snappen en intussen weten hoe we in elkaar zitten. Maar liefde is ook durven door te bijten. Crisissen durven te overwinnen en besluiten: we gaan samen door deze moeilijke periode, we raken er wel door. Dat is echt wel liefde, vind ik, want wie doet dat nog?

“Je moet het natuurlijk niet krampachtig proberen vol te houden als het destructief is, zeker niet, maar sommige relaties stoppen te vroeg, denk ik. Er is vaak nog wel meer dan je zelf beseft.”

17. Hoe voelt u zich in uw lichaam?

“Ik ben wel blij met mijn lichaam, op de migraine na dan. Ik heb een goed gestel en geen complexen. Na een optreden kan ik weleens heel stijf zijn in mijn nek, schouders en rug, maar mijn osteopaat zegt dan: ‘Isolde, drummen, dat is topsport, hè.’” (lacht)

18. Wat vindt u erotisch?

“Ik vind dat het podium erotiseert. Mensen die op een podium staan, stralen iets uit dat je misschien niet in hen zou zien als je ze gewoon op straat tegenkomt. Op het podium krijgen ze een extra dimensie en een soort kracht en een soort sexyness die je niet zou vermoeden.

“Tegelijk vind ik het een rare gedachte dat mannen mij erotisch zouden vinden omdat ik op een podium sta. Ik mag het ook niet ontkennen, het zal waarschijnlijk af en toe wel zo zijn, maar ik besef het niet, omdat ik gewoon bezig ben met wat ik doe.”

19. Wat is de speciaalste plek waar u ooit de liefde bedreven hebt?

“Eigenlijk heb ik niet veel zin om daarop te antwoorden. Anderen hebben daar geen zaken mee. Ik vind het chiquer om dat mysterie niet prijs te geven. Ik wil niet dat een of andere pervert weet wat voor mij de speciaalste plek was. Ugh, stel je voor dat hij daarover begint te fantaseren.

“Wat ik belangrijker vind, zijn de speciaalste momenten, en dat was toen mijn twee zonen verwekt zijn, vooral ook omdat ik toen wist: het is prijs. Als ze ooit oud genoeg zijn, zal ik het hen vertellen.” (lacht)

20. Hoe zou u willen sterven?

“Het romantische plaatje is sterven op het podium, maar dat zou wel heel dramatisch zijn. Ik bedoel alleen dat ik graag zo lang mogelijk zou doen wat ik graag doe. Ik vond het trouwens heel moeilijk om aan te zien, de laatste dagen van Arno, hoe hij op het podium stond. Ik vond dat heel heftig. Bovendien zijn dat nu de beelden die ik mij van hem herinner, terwijl ik me er liever andere zou herinneren.

“Dus hoe? Oud en tevreden, denk ik, zonder pijn. En liefst in mijn slaap. In vrede met het leven, dat lijkt mij wel de mooiste manier om te gaan.”

21. Wat zou u wensen als laatste avondmaal?

“Een ovenschotel die mijn vriend vaak klaarmaakt. Gehakt, rode kool en puree. Boerenkost, ik kan mij daar kapot in eten. Ik ben een echte bourgondiër.” (lacht)

22. Welke droom hebt u nog?

“Mijn droom is om via de job die ik hopelijk nog heel lang doe, nog meer van de wereld te ontdekken. Nu en dan optreden in het buitenland en op plekken komen waar ik anders nooit zou komen. En een keertje mijn man en kinderen kunnen meenemen, dat zou zalig zijn.

“Ik hoop ook er nog vaak genoeg bij stil te staan hoe speciaal dit leven wel is, want, ook voor mij, alles went. Daar moet ik mij soms echt aan herinneren, dat dit niet zo’n normale job is. Minimaliseren, dat heb ik heel hard in mij. Eigenlijk is dat een vorm van bescheidenheid: het is ook maar wat het is. Een beetje meer Hollander of Amerikaan in mij zou misschien niet slecht zijn.

“Awesome!” (lacht)

Concertdata: 18/3 Vooruit Gent, 31/3 Depot Leuven, 6/4 Wilde Westen Kortrijk. Meer data op isoldelasoen.com/live.

Zangeres en drumster Isolde Lasoen: ‘De tand des tijds is genadeloos. Het blijft worstelen om daarmee om te gaan’
Beeld rv

Oh Dear, het nieuwe album van Isolde Lasoen, verschijnt op 8/3.

‘Ik nam zo veel pijnstillers, niet uit verslaving, gewoon omdat het niet anders kon. Mijn enige wens was: nooit meer migraine, want soms was het onleefbaar’
‘Mijn vader is vroeg gestorven. Te veel alcohol, te veel medicatie, ook gewoon ongelukkig waarschijnlijk. Ik was nog te jong om met hem in dialoog te gaan’