© AP/Gert-Jan D’haene

“De pijn was zo extreem dat het een nieuw gevoel werd”: zwaar verbrande Oekraïense soldaten die in Brussel behandeld worden, getuigen

In november vorig jaar heeft ons land vijf Oekraïense soldaten opgenomen die zwaar verbrand geraakten in de oorlog. Afgelopen maandag is de eerste van hen opnieuw richting Oekraïne vertrokken. Euforisch dat zijn ‘schietarm’ gered kon worden. Vier andere zwaargewonde soldaten revalideren nog in het brandwondencentrum van het Militair Hospitaal Koningin Astrid in Brussel. Serhei en Sirhii (*) stonden ons uitzonderlijk te woord. “Ik wil terug. Ik moet terug. Het is mijn plicht.”

Arthur De Meyer

Sirhii lag uren in smeulende kleren

“Ze vonden geen aders meer, zo verbrand was ik”

Voor de oorlog had Sirhii een eigen bouwbedrijf. De late twintiger was ook reservist in het leger. Hij zag de strijd van in het begin van heel nabij. Drie keer raakte hij gewond. Eerst toen een Russische raket een loopgraaf deed instorten. Een tweede keer door een granaatinslag, maar de derde keer was het bijna fataal. “We reden met een gepantserd voertuig in eerste linie. Toen we stopten voor een T-splitsing, sloeg een brandbom in.” Sirhii werd door de explosie uit het voertuig geslingerd. “Ik heb eerst mijn haar proberen te doven en mijn brandende kleren uitgetrokken.” De uren die volgen zijn wazig. “Toen duidelijk werd dat geen van onze radio’s nog werkte, zijn we ons te voet beginnen terugtrekken.” 1,5 kilometer verder konden Sirhii en enkele andere overlevenden worden opgepikt. Ondertussen gingen de uren voorbij en raakten de brandwonden van Sirhii verduurd. Bewegen werd almaar moeilijker. “Ze hebben me op een deken in de laadbak gelegd.” Eenmaal bij een medische hulppost aangekomen, bleek het deken helemaal aan het lichaam van Sirhii te kleven. Al die tijd waren de kleren die hij nog aanhad, blijven smeulen. “Ik was bij bewustzijn, maar de pijn was zo extreem dat ik die niet meer herkende. Het was een nieuw gevoel.”

(Lees verder onder de foto)

Ondertussen gaat de oorlog onverminderd voort. Een Russische T-90-tank in actie in de regio Donetsk.© EPA-EFE

“Daarna is het licht uitgegaan. Ik weet niet hoe ze me de pijnstilling toegediend hebben. Ze vonden geen aders meer, zo zwaar verbrand was ik. Vervolgens ben ik in een coma gegaan.” Na enkele overplaatsingen langs Kyiv en Polen kwam Sirhii in het Militair Hospitaal in België terecht. Zijn vrouw reisde met hem mee. “Zonder haar was dit niet gelukt. Ik lag in coma, dus heeft zij alle papierwerk gedaan en alles geregeld. Heel eerlijk? Ik weet niet of ik dit in haar plaats had kunnen doen.” Hij steekt zijn hoofd weg in de kraag van zijn jas. “We waren met 93 in onze unit. Drie, ik incluis, zijn nog in leven. Maar het was het waard. We waren succesvol.”

Want Sirhii was gestationeerd in zijn thuisregio. Hij verdedigde niet enkel zijn land, hij hield best letterlijk de Russen tegen bij de voordeur van zijn familie. Of hij straks terug de frontlinie aankan?Heel het interview moest de vertaler vrij uitgebreide verhalen gebald samenvatten, nu zijn dat slechts enkele zinnen. “Ik wil terug. Ik moet terug. Het is mijn plicht.”

LEES OOK. De ‘zombie-oorlog’ in Bachmoet: hoe Wagner-groep maar “menselijke golven” blijft sturen

Serhei verloor een oog en raakte in de derde graad verbrand

“Ik was de enige die nog om hulp riep”

“Ik heb mijn naam op Tiktok aangepast aan mijn nieuwe look.” Om veiligheidsredenen vraagt Defensie om de link niet te delen, maar zijn nieuwe gebruikersnaam bevat ‘éénoog’. Hij verloor er namelijk een in de strijd. De Tiktok-pagina toont helder hoe zijn leven overhoop gegooid werd. Voor 24 februari: video’s van zijn job – als bestuurder van zware machinerie in steengroeves. Na 24 februari: video’s van zijn artillerietraining en een kindertekening met gelukwensen. “De 24ste zijn ze binnengevallen. De 25ste heb ik me aangemeld.”

Op eigen vraag werd hij na zijn opleiding van 1,5 maand naar de zero line gestuurd. De frontlinie het dichtste bij de vijand. “Ik bekijk dat zo: tijdens een oorlog ben je nergens veilig. Tijdens een training met mortieren, werden we onder vuur genomen. Een instructeur is toen overleden door een Russische bom. Ik stond op een afstand en heb meteen mijn spullen laten vallen om te gaan helpen. Enkele seconden later viel er een tweede obus exact waar ik mijn spullen gedropt had.”

Serhei bleef ongedeerd toen, maar tijdens een verkenningsmissie in Cherson liep het mis. Daar moest hij een huis in een heroverd dorpje controleren. “Normaal sturen we eerst een ontmijner, om te checken of er boobytraps liggen, maar we hadden vermoedens dat er nog soldaten waren.”

(Lees verder onder de foto)

© Defensie.

Ze hadden ongelijk. De bom achter de deur vernielde de zeven andere aanpalende huizen. “De rookpluim van de ontploffing was zo’n 100 meter hoog, heb ik achteraf gehoord. Als ik nog leef, dan is dat door een muurtje dat op mij is gevallen. Mijn been was op meerdere plaatsen verbrijzeld, maar dat muurtje heeft me ook beschermd. We waren allemaal bedekt onder een laag van 3 cm stof. Ik was de enige die om hulp riep.”

Door de ontploffing was het lichaam van Serhei voor 50% bedekt met derdegraadsbrandwonden. Ook zijn longen raakten verbrand. Daarnaast verloor hij een oog en werden beiden trommelvliezen geperforeerd. Intussen stelt hij het goed en is hij ervan overtuigd dat hij voor 99% zal herstellen. Die 1% is zijn oog.

15 tot 65 % verbrand

Bij aankomst in België waren de vijf Oekraïense soldaten er erg slecht aan toe. “De patiënten waren tussen de 15 en 65 % verbrand”, zegt kolonel de Vaulx de Champion, de directeur van het Militair Hospitaal. “Ter vergelijking: een handpalm is om en bij 1 % van het lichaam. De eerste uren zijn cruciaal. Naarmate de huid droogt, wordt het almaar moeilijker en pijnlijker om te bewegen. Ze zijn allemaal binnengekomen met ernstige stijfheid in de gewrichten.”

Bovendien bleken ze allemaal besmet met multiresistentiële kiemen. Dat zijn bacteriën die resistent zijn tegen de meeste antibiotica. “De strikte isolatie als gevolg heeft danig wat extra stress met zich meegebracht.”

Eén patiënt ligt momenteel nog op intensieve zorgen. Sirhii, Serhei en een andere soldaat revalideren goed. Nog een andere soldaat heeft maandag het ziekenhuis mogen verlaten. “Hij is euforisch vertrokken omdat we zijn ‘schietarm’ hebben kunnen redden.” Het gaat om een vijftiger. Zijn gedrevenheid is de kolonel bijgebleven. “Hij is in uniform naar Polen gevlogen. Het was een burgervlucht en hij stond erop om dat uniform te dragen. Uit trots.” Gaan deze mannen straks opnieuw kunnen vechten? “Onze geneeskunde is meer gericht op het functionele dan op het esthetische. Het is de Oekraïense legerleiding daar die moet bepalen of deze mannen straks nog inzetbaar zijn. En ik zie dat nog wel gebeuren.”

* Serhei en Sirhii zijn schuilnamen. Defensie beschermt hun identiteit.

Kolonel de Vaulx de Champion, de directeur van het Militair Hospitaal Koningin Astrid.© Defensie

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER