Direct naar artikelinhoud
Voor u uitgelegdNutriscore

‘Dit houdt geen steek’: waarom garnaalkroketten nutriscore B halen en grijze garnalen maar C

‘Dit houdt geen steek’: waarom garnaalkroketten nutriscore B halen en grijze garnalen maar C
Beeld DM

De nutriscore, een gezondheidslabel op voedingsmiddelen, duikt op steeds meer producten in Europa op. Wetenschappers en consumentenorganisaties pleiten ervoor om het nu eindelijk te verplichten. Maar het systeem is niet vrij van kritiek. Doet het ons echt gezonder eten?

Wat hebben Cola Zero, diepvriesfrieten, garnaalkroketten van Delhaize en ontbijtgranen van Nesquik met elkaar gemeen? Hoewel het op het eerste gezicht niet bepaald gezonde producten lijken, halen ze toch een goede nutriscore A of B. Ze figureren dan ook vaak in kritiek op het populaire gezondheidslabel.

De nutriscore prijkt op steeds meer producten en vertaalt de samenstelling van voedingsmiddelen in één label, dat bestaat uit een letter- en kleurencode: van A (groen) tot E (rood). De score is gebaseerd op hoeveel calorieën, zout, verzadigd vet, suiker, vezels, eiwit en groenten, fruit en peulvruchten een product bevat. De bedoeling is dat de consument in één oogopslag kan zien welk product de gezondere optie is.

Zo ziet u in het diepvriesrayon bijvoorbeeld dat Dr. Oetker Pizza Spinaci (B) te verkiezen is boven de Vier Kazen (C). Of dat u uw kroost beter gewone Cornflakes (A) of Kellogg’s Coco Pops (B) voert dan Kellogg’s Trésor (D).

Niet iedereen is even enthousiast over het label. Zo waarschuwden Nederlandse voedingsdeskundigen er onlangs voor dat de nutriscore “onbedoeld de verkeerde boodschap kan geven”, omdat het label soms in strijd lijkt met de algemene voedingsaanbevelingen. Weinig bewerkte voedingsmiddelen genieten volgens de richtlijnen de voorkeur. Maar verschillende bewerkte producten die volgens de voedingsdriehoek niet zo gezond zijn, hebben toch een goede nutriscore. Dat leidt volgens de wetenschappers tot verwarring, en mogelijk net tot minder gezond eten en meer wantrouwen in de gangbare voedingsvoorlichting.

Frederic Leroy, voedingstechnoloog aan de VUB en voorzitter van de Belgian Association for Meat Science and Technology (BAMST), neemt de nutriscore al langer op de korrel. Hoe valt uit te leggen dat tempura van garnalen score A krijgt, garnaalkroketten score B en gewone grijze garnalen score C, vroeg hij zich onlangs op Twitter af. “Dit houdt geen steek”, oordeelt Leroy.

Fake news

Volgens Serge Hercberg (Université Paris 13 Nord), een van de grondleggers van de nutriscore, is de kritiek op het label vaak niet meer dan “fake news”, bedoeld om het systeem in diskrediet te brengen.

Om te beginnen is het niet de bedoeling van het label om absolute uitspraken te doen over wat gezond is en wat niet, voeren de bedenkers ervan aan. “Het helpt consumenten enkel om producten met elkaar te vergelijken”, zegt Hercberg.

Nutriscores vergelijken houdt enkel steek bij producten binnen eenzelfde categorie, die vaak ook naast elkaar in het rek staan, zoals koekjes, oliën of desserts. “Je hoeft niet te kiezen tussen olijfolie of ontbijtgranen als ontbijt”, zegt Hercberg. “Wel tussen verschillende ontbijtgranen.”

Hercberg kent de voorbeelden die op sociale media circuleren intussen wel. Hoe kan het dat Cola Zero (B) en Nesquik-ontbijtgranen (B) beter scoren dan olijfolie (C ) en gerookte zalm (D)? Maar Cola Zero is niet ‘gezonder’ dan olijfolie, het is wel te verkiezen boven gewone frisdrank (E). En bakken in olijfolie is beter dan in boter (D).

Ook de ‘gezonde’ diepvriesfrieten zijn een voorbeeld dat de critici van het label graag aanhalen. Die goede score valt te verklaren doordat het label nu eenmaal uitgaat van de samenstelling van het product, niet van wat er verder nog mee gebeurt. “De critici halen telkens dezelfde voorbeelden aan, terwijl het label in 99,9 procent van de gevallen geen probleem oplevert”, zegt Hercberg.

Daarnaast surft de kritiek op het label volgens de bedenkers ook op misleidende opvattingen over wat gezond is, en dan in het bijzonder op het veeleer rooskleurige beeld dat we hebben van ‘traditionele’ voedingsmiddelen. Streekproducten zoals parmaham, gorgonzola of parmezaan komen er bekaaid van af. Geen wonder dat Italië een van de grote tegenstanders van een Europese uitrol van de nutriscore is. Volgens de radicaal-rechtse regering van Giorgia Meloni is het label “een wansmakelijk bedenksel dat topproducten discrimineert en eeuwenoude tradities met de voeten treedt”.

Kazen en bewerkte vleeswaren zijn doorgaans echter rijk aan verzadigd vet en zout, waar we volgens voedingsaanbevelingen beter mee matigen. Omwille van het hoge zoutgehalte is gerookte zalm ook een minder goede keuze dan verse zalm (A). Het is niet omdat iets een authentiek product is, dat het ook gezond is, merken de wetenschappers achter de nutriscore op.

Bovendien betekent een score D of E niet dat je het product in kwestie niet mag eten. Wel dat je dat beter niet te vaak en met mate doet. “Perfect in overeenstemming met de voedingsrichtlijnen”, besluit Hercberg.

Impact

Om tegemoet te komen aan enkele tekortkomingen werd al wat gesleuteld aan het algoritme achter de nutriscore. Dat moet er onder meer voor zorgen dat noten wat beter scoren, en rood vlees wat slechter. Het is volgens de onderzoekers achter de score altijd al de bedoeling geweest om het algoritme gaandeweg aan te passen, zodat het beter aansluit op de voedingsaanbevelingen.

Al lukt dat niet altijd. Zo zijn ze er ondanks de aanpassingen nog niet in geslaagd om witte rijst of pasta minder goed te laten scoren dan de gezondere, niet-geraffineerde varianten die de voedingsdriehoek ons meer wil laten eten. Beide krijgen nog steeds een A.

En doet de nutriscore ook wat ze moet doen, namelijk mensen gezonder laten eten? Uit verschillende studies blijkt in elk geval dat consumenten het label duidelijker vinden dan andere, vergelijkbare systemen. Andere onderzoeken laten proefpersonen los in een echte of virtuele supermarkt met of zonder nutriscore op de producten. De studies laten zien dat het label tot gezondere aankopen leidt, al is het effect op het eerste gezicht niet spectaculair. De totale gezondheidsscore van het bij elkaar gewinkelde karretje verbetert met een paar procenten tot bijna 10 procent, naargelang het onderzoek. “Sterk bewijs dat mensen daardoor afvallen of gezonder worden, ontbreekt vooralsnog”, zegt voedingsdeskundige Patrick Mullie (VUB).

Hercberg en zijn collega’s becijferden wel dat zo’n verschuiving in het voedingspatroon het aantal overlijdens als gevolg van ongezonde voeding met 3,4 procent zou doen afnemen. “Voor zo’n eenvoudige maatregel is dat wel betekenisvol”, vindt Hercberg. “Wat een klein verschil lijkt voor een individu, kan op populatieniveau wel een aanzienlijke impact hebben.”

Voedingslobby

De nutriscore is in 2019 in ons land ingevoerd, en wordt ook in onder meer Frankrijk, Nederland en Duitsland gebruikt. Vooralsnog staat het voedingsbedrijven vrij het label wel of niet op hun producten aan te brengen. U vindt het onder meer op producten van Danone, Lay’s, Nestlé, Soubry en de huismerken van Delhaize en Colruyt.

Het was de bedoeling van de Europese Commissie om in heel Europa één gezondheidslabel te verplichten, om overgewicht en obesitas tegen te gaan. De nutriscore is daarvoor een grote kanshebber.

Volgens het Agentschap voor Kankeronderzoek (IARC) van de We­reld­ge­zond­heids­or­ga­ni­sa­tie (WHO) is de nutriscore “het enige voedselkeuzelogo op de voorkant van de verpakking in Europa waarvan sterk wetenschappelijk bewijs de doeltreffendheid en de superioriteit ten opzichte van andere logo’s heeft aangetoond”.

Een voorstel voor zo’n universeel systeem moest er voor het einde van vorig jaar komen, maar de beslissing is uitgesteld tot eind april. “Maar het ziet ernaar uit dat de beslissing nog eens zal worden uitgesteld en de kans bestaat dat het plan volledig van tafel verdwijnt”, zegt voedingsexpert Stefanie Vandevijvere (Sciensano).

Ruim tien jaar geleden waren er al plannen om op verpakkingen zogenoemde ‘verkeerslichtlabels’ te verplichten, die meteen duidelijk maken of een product veel (rood) of weinig (groen) vet, suiker en zout bevat, of iets daartussenin (oranje). Dat voorstel is destijds onder druk van de voedingslobby afgevoerd. “Hetzelfde scenario dreigt zich nu door het verzet van enkel grote bedrijven en Europese lidstaten te herhalen”, zegt Vandevijvere

Voedingslobby
Beeld BELGA

Het geduld van de Nederlandse consumentenorganisatie Foodwatch is in elk geval op. Foodwatch riep onlangs op om het label eindelijk breed uit te rollen. “Het is onze beste kans op een lobbyvrij voedselkeuzelogo”, klinkt het. Eerder hadden ook al meer dan vierhonderd wetenschappers en dertig medische verenigingen daartoe opgeroepen.

Bij het Vlaams Instituut Gezond Leven, dat de voedingsdriehoek ontwikkelt, zijn ze zich bewust van de mankementen van de nutriscore, maar desalniettemin voorstander van de verdere uitrol ervan. “Wij zien het vooral als een aanvulling op de gangbare voedingsadviezen”, zegt Sarah Dries. “Eet niet te veel bewerkte producten en kant-en-klaar maaltijden, en gebruik de nutriscore om voedingsmiddelen uit die categorieën te vergelijken als je dat toch doet.”

Als het label verplicht wordt, is het volgens Dries wel cruciaal om duidelijk te communiceren over wat het wel en niet betekent. “Dat is tot dusver te weinig gebeurd, met veel misverstanden tot gevolg.”

Een verplichting biedt volgens Vandevijvere meerdere voordelen. Nu is het niet uitgesloten dat vooral bedrijven met voldoende goed scorende producten in hun gamma voor de nutriscore opteren. Wie denkt er slecht uit te komen, gebruikt het label niet. “Een verplichting betekent meer duidelijkheid voor de consument”, zegt Vandevijvere.

Een bijkomend effect van de score is dat ze voedingsbedrijven stimuleert om aan de recepten van hun producten te sleutelen, zodat ze bijvoorbeeld minder zout of suiker bevatten, en een betere score halen. “Dat effect is natuurlijk groter als het label verplicht is”, zegt Vandevijvere, die voor Sciensano de impact van het label op de samenstelling van producten opvolgt.

Totaalaanpak

Sommige wetenschappers waarschuwen wel voor aanpassingen ‘in de verkeerde richting’, waarbij voedingsbedrijven bijvoorbeeld groenten of fruit toevoegen, die de score verbeteren, zonder de hoeveelheid verzadigd vet, zout of suiker te verminderen. “In de herziene versie van het algoritme worden suiker en zout zwaarder bestraft om dat tegen te gaan”, zegt Vandevijvere.

Uiteraard lost zo’n label in zijn eentje het probleem van ongezond eten en overgewicht niet op. Dat vraagt een totaalaanpak, die onder meer oog heeft voor de impact van prijzen, reclame en een omgeving waarin ongezonde voeding alomtegenwoordig is. “De nutriscore is maar één wapen in de strijd”, zegt voedingsexpert Christophe Matthys (UZ Leuven).

Matthys is een van de ondertekenaars van de eis om het label te verplichten. “Het systeem is niet perfect”, zegt Matthys. “Maar het is wel het beste dat we hebben, en te verkiezen boven de wildgroei aan labels en onduidelijke informatie op verpakkingen waarin de consument nu zelf zijn weg moet zoeken.”