Direct naar artikelinhoud
ReportageClose

‘‘‘Close’ is het mooiste dat ik ooit heb gezien’, stuurde Rosalía via Instagram’: in het spoor van Lukas Dhont in L.A.

Tijdens de promotiemomenten, zoals hier op het Belgische consulaat, toont Lukas Dhont zich een begenadigd spreker. ‘Ik heb hier zoveel liefde gevoeld.’Beeld Thomas Nolf

Na een half jaar campagne voeren rest regisseur Lukas Dhont (31) nog één vraag: wint hij zondagnacht een Oscar met Close? De Morgen volgde hem een week op de voet in Los Angeles. ‘Het is een film die de Amerikanen nog eens iets doet voelen.’

Op de luchthaven van Los Angeles slentert een kerel in een bruine kaptrui richting uitgang. Met zijn baggy outfit verdwijnt hij in de menigte, maar doorsnee is hij allerminst: Lukas Dhont is 31 en maakt kans op een Oscar. Een hele eer voor een filmmaker die nog maar aan zijn tweede film toe is. Maar wie denkt dat hij daarmee genoegen zou nemen, kent hem nog niet. Hij heeft zijn ogen op de prijs en stopt zijn ambitie om te winnen niet onder stoelen of banken.

Het afgelopen halfjaar verbleef hij bijna onafgebroken in de VS om Close te promoten. Wanneer hij fotograaf Thomas en mezelf in de gaten krijgt, is hij duidelijk blij om landgenoten te zien. “Eindelijk kan ik nog eens Nederlands praten!”, glundert hij. “En nu moet ik tenminste even niet in netwerkmodus...” De Gentse regisseur komt op deze zonnige maar frisse dinsdagmiddag terug uit San Francisco, waar hij een Q&A deed na een speciale vertoning van Close − de laatste in een schier eindeloze reeks.

Daarmee is de eindsprint richting de Oscars ingezet. Een slotoffensief is niet meer nodig, want de stemming voor de awards loopt over enkele uren af. De teerling is geworpen. Toch zit Lukas’ agenda, die in Hollywood beheerd wordt door maar liefst zes mensen, nog altijd bomvol met belangrijke afspraken. Een vrij moment vinden in zijn planning is zoeken naar een speld in een hooiberg. En dus duiken we samen in de krappe gaatjes tussen zijn afspraken.

Oorlogskas

We stappen samen in de reusachtige Cadillac Escalade die A24, de Amerikaanse distributeur van Close, heeft ingelegd om Lukas naar een meeting bij Warner Bros te voeren. Het is de eerste van tientallen afspraken deze week. Hij klikt zijn gordel vast, haalt zijn gsm boven en scrolt door zijn agenda. Zijn ogen beginnen te fonkelen. “Aha, morgen lunch met Jessie ­Buckley! (Ierse actrice, red.)

Naast studiobonzen en producenten ontmoet hij ook regelmatig acteurs. “Meestal hebben die Close gezien, en willen ze me leren kennen om te bekijken of er in de toekomst misschien een samenwerking mogelijk is.” Wat verder in zijn agenda staat ook de naam Austin Butler te blinken, de acteur die zondag veel kans maakt om de Oscar voor beste acteur te winnen voor zijn vertolking in Elvis.

Hij legt zijn telefoon weg en grijpt naar een exemplaar van The Hollywood Reporter, dat samen met enkele andere filmbladen netjes voor hem is klaargelegd in de auto. Wat volgt, is zo tekenend dat het bijna in scène lijkt gezet. “Maar allee...” Hij lacht hoofdschuddend: de eerste twee bladzijden van het magazine zijn volledig ingenomen door een Oscar-advertentie voor All Quiet on the Western Front, de Duitse film die Lukas nu al enkele maanden overal achtervolgt.

De oorlogsfilm is net als Close genomineerd in de categorie ‘beste internationale film’, maar wist daarnaast nog acht andere nominaties te verzamelen − ook in de categorie ‘beste film’. Daarmee is All Quiet uitgegroeid tot dé grote favoriet in de internationale categorie. Met dank aan de enorme oorlogskas van Netflix, dat zijn schouders onder de film zette.

‘Ik ben niet zo nerveus. Omdat ik het gevoel heb dat we echt alles hebben gedaan wat we konden doen. Dat geeft rust.’Beeld Thomas Nolf

“Het is heel interessant”, zegt Lukas. “Bij de wereldpremière in Toronto is All Quiet geruisloos voorbijgegaan. Niemand schreef of sprak erover. Maar toen White Noise en Bardo, de twee films die Netflix oorspronkelijk voor de Oscars wilde pushen, het niet goed bleken te doen, heeft het die volledig laten vallen en al zijn geld op All Quiet on the Western Front ingezet. Je kunt in L.A. geen grote avenue oprijden of je ziet veertien grote billboards van die film hangen. Er wordt hier gezegd dat Netflix 25 miljoen dollar aan de campagne spendeert... Het voelt alsof we letterlijk overrompeld worden door 1.500 Duitse soldaten.” (lacht)

Tot enkele maanden geleden maakte Close volgens verschillende Oscarexperts een behoorlijke kans op de overwinning. Dat veranderde op slag toen eind januari de negen nominaties voor All Quiet bekend werden. Een klap van formaat voor Lukas en zijn campagneteam. “Als plots niemand meer in je kansen gelooft, is dat heel moeilijk”, zegt hij. “Op zo’n moment moet je vooral zorgen dat je zelf de moed niet verliest, want anders kun je ook niet meer de nodige energie opbrengen. Toen hebben we heel bewust beslist om niet meer naar links of rechts te kijken, maar alleen nog recht vooruit. Dat heeft echt gewerkt.”

A24 heeft geen campagnebudgetten zoals die van Netflix. Grote affiches van Close zijn in het straatbeeld van Los Angeles niet te zien. Maar de Belgische kandidaat had een ander geheim wapen: Lukas Dhont zelf, en zijn onvermoeibare inzet. “We wisten vanaf het begin dat het heel belangrijk zou zijn dat ik hier fysiek aanwezig zou zijn, om voortdurend Q&A’s, panels en speciale screenings te doen. We hebben heel erg op de menselijke, een-op-een-aanpak ingezet. Dat betekent veel meer werk voor ons − de regisseur van All Quiet is bijvoorbeeld maar een keer of drie in L.A. geweest, hij staat momenteel in Rome op de set van zijn nieuwe film − maar het is wel een campagne die echt past bij onze film.

“Bovendien hebben we ook gemerkt dat het rendeert. De Amerikanen die Close zien, zijn heel enthousiast. Omdat het een film is die hen nog eens iets doet voelen, in een industrie waar het heel vaak over spektakel gaat. Dat was dus onze voornaamste strategie: ervoor zorgen dat zo veel mogelijk mensen de film zouden zien. Daarom wilde ik constant hier in de VS zijn. En daarom doe ik ook zoveel meetings. Want de mensen die ik ontmoet, zullen sowieso al naar Close kijken. En meestal zijn dat mensen met een netwerk van minstens 25 andere voters. Dus als ik 50 meetings heb en die mensen zeggen allemaal tegen hun 25 contacten: ‘Vote for Close’... Daar speculeren we op. Ik blijf dus in onze kansen geloven, ook al wijzen alle voortekenen in de richting van de Duitsers.”

‘Ik heb een stuk of drie ideeën voor Amerikaanse films. Die pitch ik en dan zie ik hoe de mensen daarop reageren. Daaraan voel ik meteen of ik met hen zou kunnen samenwerken of niet.’Beeld Thomas Nolf

Door de getinte ruiten van de Cadillac doemen de iconische hangars van de Warner Bros-studio’s op. Maar net voordat de chauffeur het terrein wil oprijden, roept Lukas: “O, ik herken deze straat! Toen ik 18 was, heb ik drie weken in deze buurt gelogeerd! Ik kwam na mijn middelbaar naar L.A. voor een zomerstage filmmaken in de Universal Studios. Ik logeerde toen hier ergens in een motel.” Hij richt zich tot de chauffeur: “Sir, can we make a detour? We’re going on a trip down memory lane.”

Vijf minuten later staan we bij een klein zwembad, op de binnenplaats van een wat afgeleefd maar gezellig motel. Lukas wijst naar een kamertje in de hoek: “Hier heb ik mijn eerste joint gerookt”, lacht hij. “Die drie weken in L.A. waren heel belangrijk in mijn leven. Niet voor mijn artistieke visie − ik maakte toen een zwart-witfilmpje over drie oude vrouwen die een meisje opaten. (lacht) Maar omdat ik hier even iemand helemaal anders kon zijn, terwijl ik op de middelbare school jarenlang een rolletje had gespeeld.”

Wat de 18-jarige Lukas zou denken als hij zijn volwassen zelf daar zou zien, terug in L.A. met een Oscarnominatie op zak? “Ik denk dat hij dit echt niet zou verwachten. Ik ben echt wel ambitieus, maar wat nu gebeurt had ik nooit kunnen voorzien.”

Queer rodeo

We keren terug naar de auto, en rijden de Warner Bros-studio’s binnen. Nors kijkende bewakers checken onze paspoorten, maar Lukas doet hen glimlachen met een charmante begroeting en een grapje in ronkend Engels. Hij voelt zich in Hollywood als een vis in het water. Het zien van de iconische Warner Bros-watertoren − we zijn hier op heilige filmgrond − intimideert hem zelfs geen beetje. “Dit is toch gewoon allemaal een beetje grappig?”, zegt hij. “Ik probeer het allemaal niet te serieus te nemen.”

Vlak voordat hij een gebouw binnenstapt, vraag ik nog hoe zo’n meeting er eigenlijk aan toe gaat. “Ik heb een stuk of drie ideeën voor Amerikaanse films. Die pitch ik en dan zie ik hoe de mensen daarop reageren. Daaraan voel ik meteen of ik met hen zou kunnen samenwerken of niet.” Heeft Lukas dus effectief plannen om films te maken in Amerika? “Alleen als ik 100 procent mijn zin zou kunnen doen. Ik wil geen compromissen sluiten. En eerlijk: dat ik nu een meeting heb bij Warner Bros is leuk, maar ik weet nu al dat dit niet het huis zal zijn waar ik de vrijheid ga krijgen die ik zoek. Als ik in Amerika films maak, wil ik het op een Europese manier doen en het scenario zelf schrijven.

“Maar dat maakt het wel heel moeilijk: na de Oscars ga ik terug naar België om samen met Angelo Tijssens aan mijn volgende, Belgische film te schrijven. Dat is een enorm werk, waar ik zo obsessief mee bezig ben dat ik niet tegelijk nog met een ander scenario bezig kan zijn.

“Wat ik wel kan doen, is een beetje spelen met ideeën voor Amerikaanse films. Ik zou bijvoorbeeld heel graag iets doen met de queer rodeoscene. Ik ben geïnspireerd door het werk van fotograaf Luke Gilford, die het concept van de cowboy als het ultieme machosymbool heerlijk ondergraaft. Als ik dat idee hier pitch, wordt daar goed op gereageerd, maar als ik dat scenario ooit wil schrijven, zou ik wel een jaar in Texas moeten wonen. Niet vanzelfsprekend, want ik heb een lief (Davy Parmentier, creatief directeur bij VTM, red.) dat ik nu al veel te weinig zie.”

‘Close’-acteurs Eden Dambrine (l.) en Gustav De Waele op bezoek.Beeld Thomas Nolf

Zes uur en ongeveer evenveel meetings later zien we Lukas en zijn broer/producent Michiel terug in een gezellig Mexicaans restaurant in West Hollywood. Het is een van de weinige avonden waarop Lukas geen verplichtingen heeft. Hij zit ontspannen aan tafel, bestelt een spicy margarita, lijkt zin te hebben om de teugels te vieren en de nacht in te duiken. “Ik heb het gevoel dat ik de laatste maanden zo gefocust ben geweest... Soms zou ik het even willen kunnen loslaten. Even niet meer hoeven te denken: wat kunnen we nóg doen om de kansen van onze film te vergroten? Dat valt nooit stil.”

De rest van de avond hebben we het niet meer over Close maar over feestjes, en de sterren die Lukas de voorbije maanden heeft leren kennen. Ik − hopeloze fanboy van de Spaanse popzangeres Rosalía − wil weten of hij mijn idool al heeft mogen ontmoeten. Nee, dus. Maar alsof de duivel (of de afluistersoftware op onze telefoons) ermee gemoeid is, begint Rosalía hem diezelfde nacht te volgen op Instagram. Ze stuurt hem een privébericht: “‘Close’ is the most beautiful thing I’ve ever seen. Thank you.” Als Rosalía zo enthousiast is over de Belgische Oscarinzending, dan is alles nog mogelijk.

De volgende ochtend wacht Lukas ons op in de lobby van zijn hotel. Met kleine oogjes − niet door de margarita’s van gisteravond, wel door het oorverdovende lawaai dat al sinds 6 uur ’s morgens weerklinkt op de gigantische werf die vlak naast zijn kamer ligt. Zelfs een Oscargenomineerde regisseur ontsnapt niet aan de luide realiteit van een grootstad als Los Angeles.

Dan maar een grote kop koffie halen in een bar om de hoek. Het is halfnegen en Lukas heeft er al twee Zoom-meetings opzitten. Straks staan er nog zes afspraken op de planning. Gelukkig is er binnenkort ook weer wat tijd voor niet-professionele ontmoetingen: vanavond komen zijn Belgische vrienden aan in L.A. − als ze tenminste ooit uit het besneeuwde Brussel wegraken.

Constante drive

Close mag dan een ode aan de vriendschap zijn, ironisch genoeg heeft Lukas daar de afgelopen maanden bitter weinig tijd voor kunnen maken. “Ik ben de laatste tijd geen topvriend geweest... Onlangs had ik het er nog met iemand over, dat iedereen op een bepaald moment in zijn leven wel een bepaald offer moet brengen. Toen we aan deze campagne begonnen, wist ik meteen wat voor mij de opofferingen gingen zijn. Mijn lief en ik hebben echt moeten bekijken hoe we dat gingen doen. Hij heeft ook een superdrukke job, die hij niet zomaar van hieruit kan doen.”

Met de eindmeet van deze Oscarcampagne in zicht kan Lukas zich nu stilaan beginnen te verheugen op wat meer qualitytime met zijn geliefden. Al is hij ook beducht voor het zwarte gat: “Het moeilijkste aan dit hele gebeuren is dat je van een lange periode van extreme, constante aanwezigheid plots naar volledige stilte gaat.” Lukas spreekt uit ervaring: vier jaar geleden maakte hij het al eens mee, toen Girl de longlist voor de Oscars haalde.

“Die promotie is een constante drive, je bent er voortdurend mee bezig. De race wordt zelfs een soort verslaving omdat je de hele tijd nieuwe prikkels en impulsen krijgt. Reacties van mensen die de film gezien hebben, pronostieken: wanneer dat plots allemaal wegvalt, is dat heel moeilijk. Ik probeer me daar alvast van bewust te zijn, maar je kunt er je nooit helemaal op voorbereiden.”

Lukas brengt een bezoekje aan het motel waar hij op zijn 18de eens verbleef. ‘Ik zou nooit hebben kunnen vermoeden dat ik hier in deze omstandigheden terug zou staan.’Beeld Thomas Nolf
‘Ik ben de laatste maanden zo gefocust geweest. Soms zou ik even niet meer hoeven te denken: wat kan ik nóg doen om de kansen van onze film te vergroten?’Beeld Thomas Nolf

Wanneer we terug bij het hotel aankomen, staat Michiel druk te telefoneren. Hij heeft de voormiddagplanning volledig leeggemaakt om te kunnen verhuizen naar een ander hotel, zonder lawaai. “Het zou toch niet mogen dat mijn regisseur − Lukas is niet alleen mijn broer − op het belangrijkste moment uit zijn carrière niet eens tot rust kan komen in zijn kamer?”

Slaaptekort of niet, Lukas Dhont blijft onverminderd doorgaan. ’s Avonds is hij te gast op een panelgesprek in het Belgische consulaat van Los Angeles. Een ideale gelegenheid om zijn magie aan het werk te zien: het debat swingt niet bepaald, totdat Lukas de micro krijgt. Plots hangt er elektriciteit in de lucht. Hij praat in prachtige volzinnen, vol vuur en zelfvertrouwen, laat op de juiste momenten stiltes vallen en benadrukt de juiste woorden. Na deze campagne is hij als een renner die net op hoogtestage is geweest: hij verkeert in bloedvorm.

Lukas is altijd al een goede spreker geweest, maar het afgelopen halfjaar heeft hij duidelijk nog aan zijn stijl geschaafd. “Ik heb inderdaad een beetje de Amerikaanse mentaliteit overgenomen”, glimlacht hij op de receptie achteraf. “Wij Belgen zijn nogal van de bescheidenheid, we vinden het niet zo fijn als iemand echt het podium inpalmt. Maar Amerikanen lezen die bescheidenheid soms als onzekerheid, en kunnen daaruit besluiten dat je werk dan wel niet goed zal zijn. Je moet jezelf hier echt durven te positioneren. Je moet een mastodont zijn. Dus dat probeer ik hier − zonder mezelf te verloochenen natuurlijk.”

Het zit ook gewoon in zijn DNA, geeft hij aan: “Ik heb een heel creatieve mama, maar ik heb ook een papa met een enorm zakelijk talent. Dat aspect komt nu ook vaak van pas. Ik kan dit deel van het beroep eigenlijk beter dan ik zelf verwacht had. Ik merk dat ik er vlot en organisch mee omga, en ik krijg heel goede reacties wanneer ik Q&A’s doe. Ik hoop dus wel dat ik dit nog een keer zal mogen doen in mijn leven.”

En dan is het tijd om te gaan. Nog een paar selfies met bewonderaars uit het publiek en de broers Dhont moeten alweer vertrekken naar een diner, én daarna nog een party.

Belangrijker dan de Oscar

Donderdag. Nog drie keer slapen en het is zover. Online worden intussen de ultieme pronostieken voor de Oscars gepubliceerd. Een artikel springt in het oog: analist Ben Zauzmer, die al jarenlang wiskundige modellen gebruikt om de uitslag te voorspellen, geeft Close bijna 30 procent kans om de Oscar voor de beste internationale film te winnen. Daarmee staat de Belgische kandidaat nog steeds ‘maar’ op de tweede plaats, maar wel slechts op een zucht van All Quiet on the Western Front, dat met 36,6 procent lang niet de straatlengte voorsprong heeft waar iedereen rekening mee hield. Wordt de race toch closer dan gedacht?

Terwijl Jennifer Aniston en Edward Norton beneden in de lobby rondlopen, maken Michiel en Lukas Dhont zich boven in hun nieuwe, muisstille hotelkamer klaar voor − wat anders? − een chic diner op een exclusieve locatie. Het lijkt intussen allemaal zo normaal geworden. “Maar ik probeer er zoveel mogelijk van te genieten”, zegt Lukas terwijl hij zijn das stropt. “Over enkele dagen is het allemaal voorbij. Ik probeer nu dus alles volledig in me op te nemen.”

Ik zeg dat ik hem verbazend zen vind voor iemand die van kindsbeen af droomde van een Oscar, en er over enkele dagen effectief een kan winnen. “Ik ben inderdaad niet zo nerveus. Omdat ik het gevoel heb dat we echt alles hebben gedaan wat we konden doen. Dat geeft rust. Maar goed, zondag zal ik waarschijnlijk toch wel zenuwachtig worden, en vooral bezig zijn met het moment waarop die envelop opengaat. Want begrijp me niet verkeerd: ik wil winnen. Als ik thuis een gezelschapsspel speel, doe ik dat ook om te winnen. Als iedereen gewoon zomaar meedoet, vind ik het toch wat te gezellig.” (lacht)

Hij denkt even na. “Anderzijds vraag ik me soms ook af: wat áls we winnen? Zolang er iets is waarnaar je kunt verlangen en kunt streven, heb je een enorme drive. Ik ben 31 jaar, ik heb twee films gemaakt en ik denk dat er nog veel ruimte is voor verbetering. Maar wat zou er gebeuren als die kinderdroom nu plots uitkomt en we die Oscar winnen? Ja, het zou lastig zijn als we dat beeldje niet winnen, maar ergens blijft er dan wel iets in de lucht hangen waarvoor je wilt gaan, iets wat je stuwt. Ach, misschien zeg ik dat maar om mezelf te beschermen, ik weet het niet.

“Wat ik wel zeker weet: hoe graag we die Oscar ook willen, uiteindelijk draait het niet om dat beeldje zelf. Veel belangrijker voor mij is de zichtbaarheid. Wat telt, is dat de film zo groot mogelijk is, dat veel mensen hem gezien hebben, dat hij leeft en mensen raakt. Een Oscar is relatief, in vergelijking met het platform dat je aan de film kunt geven.”

Hoe het zondag ook uitdraait, Lukas Dhont zal sowieso tevreden terugblikken op deze campagne. “Door hier zolang te zijn en zo veel mensen te ontmoeten, zaai je ook iets voor de toekomst. In vergelijking met vier jaar geleden zijn er nu al zoveel meer mensen die weten wie wij zijn en die ons ondersteunen. We hebben een soort platform gecreëerd. Eigenlijk hebben we niet alleen campagne gevoerd voor Close, maar ook voor onze toekomstige films. Ik heb hier zoveel liefde en enthousiasme gevoeld. Als we ooit nog zouden mogen terugkomen, dan weet ik nu dat het zal zijn in een omgeving die ons omarmt.”

Belangrijker dan de Oscar
Beeld Thomas Nolf