Direct naar artikelinhoud
AchtergrondVoetbal

Pink Devils, de enige homovoetbalploeg in België: ‘Bij ons weet je tenminste wat je krijgt’

Beeld Photo News

De nieuwe campagne van de voetbalbond tegen discriminatie is confronterend. Dat homofobie een probleem is, zullen de Pink Devils als enige homoploeg van België niet ontkennen. Maar wie hen hoort vertellen, ziet een straaltje zon tussen de dikke regendruppels door. U weet wat dat oplevert: een regenboog.

Een kluit vastgekoekte modder onderaan een voetbalzak strooit een aardespoor over de grond. Op de gang hangt de indringende geur van reflex-spray vermengd met verschraalde deodorant van driekwart dag oud. De materiaalverantwoordelijke deelt de truitjes uit. Hij roept met luide stem de rugnummers af, maar de spelers tonen meer interesse in de kleine letters op het etiket in de kraag. De meest gehoorde vier woorden: ‘Doe maar een large.’

Het is een kleedkamer zoals er duizenden in Vlaanderen zijn. Tegelijkertijd is het een kleedkamer zoals er maar één is. De Pink Devils is het enige homovoetbalteam van ons land.

Met 24 zijn ze in totaal. De jongste is 25 jaar, de oudste 61. Ze spelen hun thuiswedstrijden in Mechelen, maar komen uit alle uithoeken van het land, en zelfs verder. Van Kortrijk tot Eindhoven - in Nederland bestaat op dit moment geen soortgelijk initiatief. “Iedereen is welkom”, zegt Andy (40), zelf van Aarschot. Andy is naast vleugelspeler ook assistent-trainer en administratieve duizendpoot van de Pink Devils. Had hij bij Anderlecht gespeeld, ze noemden hem de inspirator en motivator. Andy’s partner Bert speelt centraal achterin. Ze vormen het enige koppel van de ploeg. “We zijn samen sinds 2007. We hebben elkaar bij de Pink Devils leren kennen. De overgrote meerderheid van onze groep is homo, al doen er ook geregeld hetero sympathisanten mee.”

Ze spelen niet in het roos, maar in het blauw of zwart. De naam is het enige stereotype van de gay gemeenschap waaraan de Pink Devils confirmeren. Een overblijfsel van de tijd waarin het team is opgericht in 2000. Een groep holebivrienden wilde deelnemen aan de Outgames, zeg maar de Olympische Spelen voor niet-hetero’s. De Pink Devils vertegenwoordigden sindsdien ons land over heel de wereld, van Montreal tot Kopenhagen.

William, volgens zijn paspoort 58 jaar, maar met de oogopslag van een jonge veertiger, was er bij van bij de start. “Die naam gaat al meer dan twintig jaar mee. Ik vind er weinig verkeerds mee. Roos is en blijft een homokleur, hoe je het ook draait of keert. Onze naam geeft ons net een duidelijke identiteit. Vergelijk het eens met al die Yellow Tigers, Red Lions en al die andere beesten. Wie is wie? Ik geraak daar niet meer aan uit. Bij ons weet je tenminste wat je krijgt.”

Pink Devils, de enige homovoetbalploeg in België: ‘Bij ons weet je tenminste wat je krijgt’
Beeld David Legreve

Het is 2023. Drones leveren pakjes af bij je thuis. Chatbots gewapend met artificiële intelligentie lossen de meest complexe problemen op. De toekomst is nu. Behalve in het mannenvoetbal, dat op veel vlakken in de middeleeuwen is blijven steken. Niet-hetero’s zijn er nog steeds een uitzondering. Of beter: líjken een uitzondering. Zowat acht procent van de bevolking behoort bij de LGBTQ-gemeenschap. Personen die lesbisch, homo, biseksueel of transseksueel zijn, of zichzelf niet identificeren met een vaststaande gender of seksuele oriëntatie. Er zijn weinig redenen om aan te nemen dat die percentages veel lager zouden liggen in de gemiddelde voetbalkleedkamer.

Sterk signaal

En toch is het wereldnieuws wanneer een profvoetballer uit de kast komt, zoals vorige maand gebeurde in Tsjechië. Jakub Jankto, international en kwartfinalist op het vorige EK voetbal, vertelde: “Ik ben homoseksueel en ik wil me niet langer verstoppen.”

“Een sterk signaal voor de community”, zegt Stijn (48). “Ik denk dat zo’n rolmodel me zou geholpen hebben, toen ik jonger was.” Stijn laat zijn armen rusten op de omheining, terwijl zijn ploegmaats opwarmen. Zelf zit hij op de bank. “Slechte trainer”, zegt hij droog. Stijn vertelt over de jaren 2000, de periode toen hij zelf uit de kast is gekomen. Dat het al gemakkelijker was dan in de jaren ‘70, toen homoseksualiteit in alle lagen van de maatschappij nog een groot taboe was. Hoe het zijn ouders veel tijd heeft gekost om aan het idee te wennen dat hun zoon op mannen viel, maar voor hemzelf misschien nog meer. “Ik had schrik. Ik dacht: ‘Als ik het nu luidop zeg, ben ik het écht. Als ik mijn geaardheid had kunnen veranderen, ik had het gedaan. Erg, hé?”

Veel voorbeelden om zich aan op te trekken had hij niet. “Wie was er? Will Ferdy en Paul de Leeuw. That’s it. George Michael was met moeite uit de kast. Dan staan we nu toch al een pak verder. Met dank aan pioniers zoals Jakub Jankto zal het hopelijk alleen maar sneller gaan.”

Sterk signaal
Beeld Photo News

De wedstrijd kabbelt voort. Het is woensdagavond, kil en koud. Er staan geen supporters aan de kant van het veld, en de scheidsrechter is een jongen van niet ouder dan 16 die denkt dat hij de finale van het WK aan het fluiten is. Opstootjes zijn er niet. Geen enkele keer verwijst een tegenstander naar de geaardheid van de Pink Devils. “Dat gebeurt sowieso zelden tijdens onze wedstrijden”, zegt doelman Niels (33). “Misschien eens in het heetst van de strijd, maar daar tillen we niet zwaar aan. Ik game soms tegen mijn broer. Als hij boos dan wordt, noemt hij mij ook soms ‘janet’. Alles hangt af van de context waarin iets gezegd wordt. Je moet niet elk scheldwoord persoonlijk nemen.”

Het niveau van de Pink Devils is niet anders dan dat van de doorsnee caféploeg. Met één jongen op het middenveld die er wel ver bovenuit steekt. Lowie is 28 en atletisch gebouwd. Hij kan een bal bijhouden, strooit met steekballen, heeft een snoeihard schot. Lowie komt uit Nederland, waar hij bij de jeugd van eersteklasser NAC Breda heeft gespeeld. Zijn harde ‘g’ heeft hij na tien jaar wonen in Antwerpen behouden, maar tutoyeren doet hij intussen met ‘ge’ in plaats van ‘je’.

In het amateurvoetbal worden niet-hetero’s redelijk goed aanvaard, vertellen de meeste Pink Devils uit eigen ervaring. Hoe hoger op de piramide, hoe meer toxisch de mentaliteit. Wat Lowie in de kleedkamer bij NAC zag, kenmerkt hoe de toplaag van het mannenvoetbal omgaat met niet-hetero’s. “Er werd vreemd over gedaan. Zelfs als er enkel vermoedens waren dat een jongen gay was, werd hij gepest. Ook al was dat helemaal niet het geval. Voor iemand die echt homo is, is dat geen omgeving die zich ertoe leent om zich te outen. Ik ben eerst op een lager niveau gaan spelen, bij een team met mijn vrienden, voor ik uit de kast ben gekomen. Ik was 19.”

Casillas

De ervaring van Lowie verklaart waarom profvoetballers als Jakub Jankto zo onvoorstelbaar zeldzaam zijn. Lowie haalt zelf het voorbeeld van de Spaanse ex-international Iker Casillas aan, één van zijn jeugdidolen, die op social media had laten uitschijnen dat hij homo was. Dat bleek een misplaatste grap te zijn. “Het voelde aan alsof ik de loterij had gewonnen, maar dat ze het winnende ticketje daarna hadden afgepakt.”

Lowie zucht. “Ik ken profvoetballers die in de kast zitten en er echt niet durven uitkomen. Twee jongens met wie ik zelf nog heb gevoetbald. Ge kunt u niet inbeelden hoeveel anderen er in dezelfde situatie zitten.”

Ouderdomsdeken William steekt wat verder zijn hoofd uit de dug-out. Of hij ons eens een vraag kan stellen? “Jij bent voetbaljournalist. Heb jij geen weet van homo’s in eerste klasse?”

Neen dus. De teller in België staat officieel nog steeds op nul. Wereldwijd bestaan er 130.000 actieve professionele mannelijke voetballers. Volgens de demografische modellen zouden iets meer dan 10.000 onder hen niet-hetero moeten zijn. Maar in de ganse geschiedenis van het wereldvoetbal zijn er naast Jankto slechts een twintigtal andere spelers, vaak in de lagere klassen, die publiek hebben gemaakt dat ze homo zijn. Abnormaal weinig.

Fashanu

De eerste die het deed, was de Brit Justin Fashanu in 1990. Hij verkocht zijn verhaal aan The Sun, waarna verschillende Britse tabloids Fashanu linkten aan schunnige verhalen met anonieme politici en popsterren. Tijdens een reis naar de conservatieve Amerikaanse staat Maryland beschuldigde een 17-jarige tiener hem van verkrachting. Fashanu vluchtte terug naar Engeland, waar hij zich beroofde van zijn leven. In zijn afscheidsbrief benadrukte hij zijn onschuld. Hij wilde zijn vrienden en familie meer leed besparen.

De schrijnende afloop van zijn verhaal kan een deel van de verklaring zijn waarom in de dertig jaar na hem amper een profvoetballer in zijn voetsporen is getreden. Sinds 2020 lijkt de trend wel voorzichtig te wijzen naar verandering. Acht profs of ex-profs hebben zich sindsdien geout.

Fashanu
Beeld Photo News

Statistisch nog steeds verwaarloosbaar. Babystapjes naar de normalisering van wat al lang doodgewoon had moeten zijn. De drempel om naar buiten te komen blijft hoog. Elke Pink Devil is het erover eens: dat Jankto voor het oog van de wereld gesproken heeft over zijn geaardheid, vergt een enorme dosis moed. Zij spreken uit ervaring. Allemaal hebben ze hetzelfde meegemaakt. Misschien niet voor het oog van de camera’s, maar het proces dat ze hebben doorlopen was in grote lijnen hetzelfde.

Met angst voor de reacties als rode draad. Als een boos monster dat op het kruispunt van hun seksualiteit om de hoek wacht, verscholen in de duisternis van het onbekende. Net daarom deelden de Pink Devils de filmpjes van de eerste invalbeurt van Jankto gretig in hun Whatsapp-groep. De supporters van Sparta Praag stonden op de banken. Het boegeroep van enkelingen dat er zonder twijfel was, werd overstemd door gejuich en applaus. Het boze monster bleek een teddybeer.

Doelman Niels: “Het deed deugd om te zien. We hebben allemaal voor die keuze gestaan. Jankto vond het tijd om aan de wereld te zeggen: ‘Ik ben homo, en dat is helemaal ok.’ Voetbal is een krachtige manier om die boodschap te brengen. Miljoenen mensen kijken ernaar. Je bereikt alle lagen van de maatschappij. De reactie van de fans op de tribune is goud waard.”

***

De Pink Devils juichen bij elke coming out in het door hetero’s gedomineerde voetbal. Zelf spelen ze wel in een team dat bedoeld is voor de LGBTQ-gemeenschap. Dat lijkt een tegenstrijdig signaal. Alsof ze de traditionele hokjes zo verstevigen in plaats van ze af te breken. Maar daar gaat het niet om, zeggen ze. “Veel van onze spelers voetballen ook in een andere ploeg”, zegt Andy, “en daar is iedereen op de hoogte van hun geaardheid.”

Spelen voor de Pink Devils gaat om iets anders. Niels omschrijft het als een ‘sense of belonging’. Het gevoel ergens thuis te horen. Stijn beaamt: “Wat niet-LGBTQI+-mensen vaak niet beseffen is dat een ‘coming out’ niet eenmalig is, maar een voortdurend proces. Je moet meerdere keren per jaar uit de kast komen. Tegen vrienden van vrienden die vragen of je ook kinderen hebt. Tegen de kassier die zegt dat je vrouw het wel fijn zal vinden dat je de inkopen doet. Hier ben je zoals je bent. Het is prettig dat daar geen verdere uitleg bij nodig is.”

Twintig meter verder klinken drie korte fluitsignalen. Einde wedstrijd. De Pink Devils verliezen met het kleinste verschil. Andy kan een vloek niet onderdrukken. Hij verontschuldigt zich: “Ik ben een slechte verliezer.” Op het veld regent het high fives en schouderklopjes. “Je wilde weten waarom we hier zo graag samenkomen?”, vraagt Stijn. Hij knikt in de richting van zijn ploegmaats, die lachend naar de kleedkamer wandelen. “Daar is je antwoord. We zien mekaar gewoon graag.” Het licht van het voetbalveld dooft uit. Om de hoek wacht niet langer dat boze monster, maar een bak Vedett.

Wie interesse heeft in het project van de Pink Devils en vragen heeft of graag een wedstrijd wil meespelen, kan contact opzoeken via hun website www.pinkdevils.eu.

Fashanu
Beeld David Legreve