Nieuw sociaal akkoord verlengt afspraken over landingsbanen, brugpensioen en overuren

Het waren al bij al moeizame onderhandelingen, maar de kopstukken van vakbonden en werkgevers zijn er finaal in geslaagd om een nieuw ontwerp van sociaal akkoord te sluiten voor de privƩsector. Een mini-akkoord eigenlijk, want de sociale partners willen vooral een reeks bestaande afspraken verlengen over soepeler landingsbanen, brugpensioen en overuren. En ze herbevestigen een stappenplan om de minimumlonen te verhogen. Vakbonden en werkgevers moeten het ontwerpakkoord nu voorleggen aan hun achterban. En ook de regering moet nog instemmen.

Om de twee jaar onderhandelen vakbonden en werkgevers over de loon- en arbeidsvoorwaarden. Maar in het najaar mislukte het loonoverleg, omdat de strenge loonnorm geen ruimte liet voor een opslag bovenop de index. Daarop besliste de regering om in bedrijven met hoge winsten een eenmalige premie mogelijk te maken tot 750 euro.

Landingsbanen

Vakbonden en werkgevers hebben nu wel afgespraken gemaakt over een reeks andere arbeidsthema's, om te beginnen over landingsbanen. Oudere werknemers die in een landingsbaan stappen, kunnen halftijds of viervijfden gaan werken. Ze krijgen dan een uitkering van de RVA om hun loonverlies deels te compenseren.

De algemene regel is dat landingsbanen kunnen vanaf 60 jaar. Maar twee jaar geleden is afgesproken om de instapleeftijd in eenĀ  aantal gevallen vast te leggen op 55, bijvoorbeeld voor zware beroepen of na een loopbaan van 35 jaar. Die regeling willen de sociale partners met twee jaar verlengen, tot halfweg 2025. Nieuw is dat kwetsbare werknemers in maatwerkbedrijven (de vroegere beschutte en sociale werkplaatsen) al op 55 in een landingsbaan kunnen stappen, na een loopbaan van 25 jaar.

Brugpensioen

De voorbije 15 jaar zijn de voorwaarden voor brugpensioen, of stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT), stap voor stap verstrengd. De algemene regel is nu dat brugpensioen kan vanaf 62 jaar. Maar voor welbepaalde groepen met een moeilijke loopbaan gelden nog soepeler regels. En die regels willen vakbonden en werkgevers ook verlengen tot halfweg 2025.Ā 

Dat houdt in dat SWT mogelijk blijft vanaf 60 voor wie een zwaar beroep heeft, of voor wie een lange loopbaan achter de rug heeft, of voor wie ontslagen wordt in een herstructurering. En SWT om medische redenen blijft kunnen vanaf 58, zo zijn de sociale partners overeengekomen.Ā 

Overuren

Sinds de coronacrisis is de regeling voor overuren versoepeld. En die regeling wordt nu ook doorgetrokken tot halfweg 2025. Concreet betekent dat dat werknemers vrijwillig tot 220 overuren per jaar kunnen blijven presteren.Ā 

Voor 120 overuren, of ruim de helft daarvan, hoeft de werkgever geen toeslag of extra loon te betalen. De werknemer van zijn kant moet op die uren geen belastingen betalen. En op die 120 overuren zijn ook geen sociale bijdragen verschuldigd.Ā 

Minimumlonen

Twee jaar geleden spraken vakbonden en werkgevers af om de minimumlonen stapsgewijs te verhogen. Een eerste verhoging is doorgevoerd op 1 april vorig jaar. En nu hebben de sociale partners de rest van het stappenplan herbevestigd.

Dat betekent dat de minimumlonen op 1 april volgend jaar en nog eens op 1 april 2026 stijgen met goed 35 euro bruto per maand. Via een fiscale hervorming voor de lage lonen moeten die verhogingen voor de werknemer telkens 50 euro netto per maand opleveren.

Aanvullend pensioen

Vooral op aandringen van de werkgevers vragen de sociale partners opnieuw aan de regering om gƩƩn nieuwe belastingen of sociale bijdragen te heffen op het aanvullend pensioen. Die zogenoemde 'standstill' geldt zowel voor de premies die werknemers betalen tijdens hun loopbaan, als voor het uitgekeerde kapitaal of rente bij hun pensionering.

Vakbonden en werkgevers vragen uitdrukkelijk om tot 2028 niet in te grijpen in de tweede pensioenpijler. Want tegen 2030 moeten de sociale partners de verschillen in het aanvullend pensioen wegwerken tussen arbeiders en bedienden. En ze beklemtonen dat daarvoor stabiele regels nodig zijn.

Vakbonden en werkgevers sturen over de kwestie een brief aan onder meer minister van pensioenen Lalieux (PS) en minister van financiĆ«n Van Peteghem (CD&V). Lalieux bepleit in haar laatste voorstellen een solidariteitsbijdrage op de hoogste aanvullende pensioenen. En Van Peteghem wil in de eerste fase van zijn fiscale hervorming sleutelen aan de opbouw van het aanvullend pensioen.Ā 

Achterban

De sociale partners moeten het ontwerpakkoord nu voorleggen aan hun achterban. Het is vooral uitkijken of de socialistische vakbond hiermee gaat instemmen. Want twee jaar geleden raakte een soortgelijk akkoord bij het ABVV maar zeer nipt goedgekeurd.

Ook de regering moet nog haar zegen geven aan het akkoord tussen vakbonden en werkgevers. Voor sommige onderdelen, zoals de overuren, is trouwens wetgeving nodig. Andere onderdelen, zoals de soepeler regels voor landingsbanen en SWT, kunnen de sociale partners grotendeels zelf regelen via collectieve arbeidsovereenkomsten.

Meest gelezen