Twintig jaar na Amerikaanse invasie gebruiken vissers Saddam Hoesseins jacht als picknicktafel

Enkele weken na de Amerikaanse invasie op 20 maart 2003 gaf Saddam Hoessein de opdracht om een van zijn jachten te verplaatsen van zijn ligplaats in Umm Qasr naar Basra. Hij wou zijn jacht ‘al-Mansur’ ter bewaring naar Basra brengen, maar nog voor het zijn bestemming bereikte, werd het jacht het doelwit van het Amerikaanse leger. Kort nadien kapseisde het jacht in de rivier Shatt al-Arab. Plunderaars sloegen toe en namen heel wat mee, gaande van meubels tot de metalen structuren van het jacht. Sindsdien is er niets meer mee gebeurd en ligt het er verlaten bij.

Toch is het nog steeds in gebruik. Weliswaar op een andere manier dan bedoeld. Vissers picknicken en drinken thee op het geplunderde wrak. Iets dat ze nooit voor mogelijk hielden. “Toen het eigendom was van de voormalige president, kon niemand er in de buurt komen”, zei visser Hussein Sabahi aan Reuters. “Ik kan niet geloven dat dit van Saddam was en nu ben ik degene die er rondloopt”.

De Iraakse regering heeft geen plannen om in de nabije toekomst het wrak te bergen. Dit vinden sommige Irakezen een spijtige zaak. Volgens hen moet het wrak bewaard blijven. Zo zei Zahi Moussa, een marinekapitein die op het Iraakse ministerie van transport werkt: “Dit jacht is als een kostbaar juweel, als een zeldzaam meesterwerk dat je thuis bewaart”.