Direct naar artikelinhoud
InterviewJorgen Van Laer

Advocaat van ‘Paterberg’, over het slot van het proces-Reuzegom: ‘In hun persoonlijke sfeer hebben al die jongens al een brandmerk ervaren’

Meester Jorgen Van Laer: 'Men had het almaar over ‘moordenaars’ en ‘racisme’. Maar daar is geen sprake van. Men heeft het publiek opgezweept.'Beeld Tim Dirven

Maandag wordt een cruciale dag in het proces tegen de Reuzegommers die betrokken waren bij de fatale doop van Sanda Dia. Strafpleiter Jorgen Van Laer (41), wiens cliënt een van de zeven beklaagden is die schuldig pleiten, blikt terug en vooruit.

“Nee, deze mensen hoeven niet gebrandmerkt te worden”, zegt strafpleiter Jorgen Van Laer, die in het Reuzegom-proces ‘Paterberg’ verdedigt. “Dat is iets uit de middeleeuwen, dat hoort niet meer bij onze samenleving. In hun persoonlijke sfeer hebben al die jongens dat brandmerk trouwens al mogen ervaren. In het dorp waar mijn cliënt is opgegroeid, kan hij zich niet meer vertonen. Dat is al een soort gevangenisstraf. Hij is uitgespuwd door een groot deel van zijn sociale netwerk, op zijn vriendin, familie en beste vrienden na. Terwijl die jongen vandaag een zeer goed ontwikkeld ethisch kompas heeft.”

Dat de publieke opinie in hoge mate genadeloos is, weet Van Laer ook wel. “Dat betreur ik. Mensen die het dossier niet gelezen hebben, begrijpen het niet. Terwijl wij oog in oog hebben gezeten met de burgerlijke partijen, en daar hebben wij wel een soort van begrip gezien. Als de moeder van Sanda de preses na diens laatste woorden een omhelzing geeft, wie is de doorsneeburger dan nog om een oordeel te vellen? Ik moet zeggen: dat was een bijzonder moment. Een diepgravend proces kan dat niveau van loutering bereiken.”

Wat gebeurt er maandag nog precies?

“Iedereen is al aan het woord gekomen, behalve de moeder en vader van Sanda Dia. Dat zal nu voor het eerst gebeuren. Voorts kunnen alle partijen op elkaars pleidooien reageren, inclusief het Openbaar Ministerie, en zal de verdediging dan het laatste woord krijgen. Ik verwacht wel iets van het Openbaar Ministerie. We hoeven geen slachtoffers te maken van de Reuzegommers, maar we hebben daar al veel leed gehoord. De mediahetze heeft een enorme impact gehad.”

Was er een mediahetze?

“Jazeker. Het dossier is in een vroeg stadium gelekt en werd altijd eenzijdig weergegeven in de pers. Men had het almaar over ‘moordenaars’ en ‘racisme’. Maar daar is geen sprake van. Niet van moord, niet van racisme. Men heeft het publiek opgezweept.”

Toch pleit uw cliënt schuldig, als een van de zeven van de achttien beklaagden.

“Aan bepaalde tenlasteleggingen. Niet aan het toedienen van giftige stoffen, want niemand kende de schadelijke werking van de visolie die werd gebruikt bij de doop. Zelfs de meeste artsen niet. En die olie is de primaire doodsoorzaak. Ook aan het schuldig verzuim pleit mijn cliënt onschuldig. Daarvoor moet je weten dat de fysieke integriteit van een persoon ernstig in gevaar is. En dat wist hij niet. Bij aankomst aan de blokhut in Vorselaar was Sanda er van de drie schachten het beste aan toe.”

Maar daar ging het wel helemaal mis.

“Dat gebeurt pas als het avond is. Mijn cliënt komt pas uit de blokhut, dus bij Sanda, op het moment dat de discussie begint: moeten we hem aan het vuur leggen om wat bij te komen, of is het zo ernstig dat hij naar het ziekenhuis moet? Mijn cliënt behoort tot de tweede groep. En men heeft Sanda dan ook naar het ziekenhuis gebracht. Mijn cliënt heeft dus geen schuldig verzuim gepleegd, maar hulp verleend aan een persoon in nood.”

Waaraan pleit u dan wel schuldig?

“Op twee punten. Er is sprake van onopzettelijke doding en mensonterende behandeling. Die hangen hier met elkaar samen. Aan onopzettelijke doding maakt u zich schuldig als u een onvoorzichtigheid begaat met iemands dood tot gevolg. Dat is dus een ongeval. Die jongens wisten niet wat hun daden konden aanrichten. Mijn cliënt pleit hier schuldig, ofschoon hij een groot deel van de doop zelf in de blokhut zat. Het dossier toont dat aan. Allen kenden het doorverloop. Het stond duidelijk in het draaiboek wat er precies ging gebeuren. En dat ging te ver. Iedereen die daaraan heeft meegewerkt, kan onopzettelijke doding en mensonterende behandeling worden verweten.”

Dan zouden ze alle achttien schuldig moeten pleiten?

“Dat ga ik niet zeggen en kan ik niet bepalen. Maar ik vind wel dat iedereen die een actieve handeling in de doop heeft gehad, heeft meegewerkt aan een ritueel dat tot de dood heeft geleid. En wie meewerkte, had het zelf vroeger ook al meegemaakt of mee georganiseerd. En dan kom ik bij het aspect mensonterende behandeling. Daarvoor kijk ik naar een arrest van het hof van beroep in Luik uit 2018, waarin de grenzen van de studentendoop werden aangegeven. Het uitgangspunt is dat mensen zich vrijwillig mogen laten vernederen.”

Een van de beklaagden komt aan voor het proces.Beeld Eva Beeusaert

Is dat zo?

“Jazeker. Dat geldt ook bij sadomasochisme: het is prima als iemand ervoor kiest zich te laten vernederen. Maar er staat nog iets essentieels in dat arrest: er mag niets gebeuren wat de persoonlijke integriteit in gevaar brengt. En er is toestemming nodig van de academische overheid. Die was er hier zeker niet. En rauw vlees eten, zoals die muis in de blender, is voorbij de grens. Dan houdt de doop op, en bevinden we ons in het strafrecht.”

Verwijt u de KU Leuven iets?

“Ja, die had in 2018 al kennis van dat grondige arrest uit Luik. En Reuzegom wilde het doopcharter niet ondertekenen. De universiteit had studenten dus kunnen waarschuwen: als je het doopcharter niet ondertekent en de integriteit van een persoon aantast, dan loop je het risico om in het strafrecht te belanden.”

U wilt ook een debat over de doop op zich losweken.

“Mijn cliënt wil dat. Dat vindt hij heel belangrijk. Mijn cliënt vindt een doop echt niet meer aanvaardbaar. De hedendaagse studentendoop is niet meer aan de orde. Daaruit blijkt eens te meer wat voor een moedige weg hij heeft afgelegd. De maturiteit waarmee hij hierover nadenkt, is mooi om te zien. Hij beseft echt wat er gebeurd is. En daarom pleit hij voor initiatierituelen die ver weg blijven van vernedering. Laat studenten op stap gaan om elkaar beter te leren kennen. Maar stop met de studentendoop die nu bestaat.”

Zelfs zelfgekozen vernedering is als beginnend student niet meer van deze tijd.

“Absoluut. Hij vindt dat nu ook onbegrijpelijk. Het maakte deel uit van zijn pleidooi dat hij dat graag zou zien veranderen. Alleen in het leger en aan de universiteit gaat ontgroening nog gepaard met alcohol, vernedering en geweld. Bij het leger wil men testen welk vlees men in de kuip heeft voor het geval men ooit in een levensgevaarlijke situatie vertoeft, maar ook daar kan het uit de hand lopen. Denk aan de film A Few Good Men, met Jack Nicholson. Bij studenten is het zeker niet meer gepast. We hebben sterkere regels nodig.”

Zoals?

“De unief zou beter toezicht kunnen houden. Regels vastleggen. Een hulppost voorzien. Er moet meer openheid komen. Want als ik de bloemlezing met recente incidenten lees, dan weet ik: er gaan nog doden vallen, dat staat vast. We hebben nieuwe normen nodig. Er moet sprake zijn van voortschrijdend inzicht. Normen en waarden evolueren.”

Bent u zelf gedoopt?

“Ja, ik heb de eerste jaren rechten gestudeerd in Antwerpen en ben tamelijk hard gedoopt. Ik lag op het einde comateus op de grond. Toen mijn zus mij kwam halen, vroegen de anderen haar of zij de ‘deurmat’ kwam oppikken. Ik heb het ritueel lang verdedigd, omdat het ook een sterke vriendschapsband kan smeden. Dat was trouwens de bedoeling met Sanda. Daarom kan er ook geen sprake zijn van racisme.”

Nee? Werd hij niet harder aangepakt omdat hij zwart was?

“Dat is echt een grote leugen. Sanda Dia had doorzettingsvermogen, daarom speelde hij niet vals met die visolie, maar dronk hij alles op. De andere twee schachten speelden die nacht wel vals en spuwden een deel van de olie gewoon uit.”

Misschien had men hen die tip gegeven.

“Nee, ze wisten dat ze een risico liepen door vals te spelen. En bij Reuzegom werd iedereen vernederd, dat had niets met huidkleur te maken. Het patroon was vernedering, en dus absoluut geen racisme.”

Tot slot: u hebt vorige week ook persoonlijk getuigd, over de dood van uw zus.

“Ik wil daar niet te veel nadruk op leggen, maar ik heb inderdaad mijn zus veertien jaar geleden verloren. Ze was dertig en overleed plots, door een externe factor. Ik heb daarover getuigd omdat ik verbinding wilde maken met de vader van Sanda Dia. Ik voelde dat hij was weggezakt na de vele getuigenissen en tussenkomsten, en ik wil aangeven dat ik zijn pijn kan voelen. Hij heeft ook geluisterd, en dat vind ik heel belangrijk.”

Is er toenadering geweest met de moeder en de vader?

“Nee, wij hebben altijd de wens van de familie gerespecteerd om dat niet op te zoeken. Op het proces heb ik wel gezien dat ze naar mijn cliënt hebben geknikt, om te laten voelen dat ze zijn getuigenis en schuldinzicht appreciëren. Dat was belangrijk voor hem.”

Welke uitspraak en strafmaten verwacht u?

“Dat is aan het hof. De publieke schande is voor mijn cliënt en de anderen al een enorme straf - een voorbestraffing, zeg maar. Werkstraffen lijken mij verdedigbaar. Moord was het zeker niet, dus ik denk niet dat iemand jarenlang naar de gevangenis zal moeten. Wat mij betreft zijn celstraffen in elk geval niet aan de orde. Voor de familie van Sanda Dia kan dat belangrijk zijn, en dat begrijp ik. Maar zij moeten weten dat deze jongens dit drama tot het einde van hun dagen met zich meedragen. Het is weinig waarschijnlijk dat de ouders daar troost uit zullen putten, dat begrijp ik oprecht. Maar het is wel zo.”

‘Als de moeder van Sanda de preses na diens laatste woorden een omhelzing geeft, wie is de doorsnee burger dan nog om een oordeel te vellen?’
‘Alleen in het leger en aan de universiteit gaat ontgroening nog gepaard met alcohol, vernedering en geweld’

BIO

Geboren in 1981 in Borgerhout

Licentiaat Rechten RUG 2005

Advocaat bij Bannister Advocaten