“Ik ben boos, ik ben heel boos. Boos op de KU Leuven, boos op de jongeheren hier, boos op de ouders van de jongens hier”, stak Ousmane Dia van wal. “Op 5 december, toen ik in het ziekenhuis zat en de hand van mijn zoon vasthield om hem niet te laten gaan, waren die ouders bezig met hun advocaat, heel grote toppleiters van België. Ik ben boos en terecht, denk ik, omdat hier beweerd wordt dat Sanda een vriend van die heren hier was. Maar ik zal bewijzen dat het niet waar is.”

LEES OOK. “Hier hadden ze moeten beslissen met mijn zoon naar het ziekenhuis te gaan”: papa van Sanda Dia komt op de plekken die hij nooit had willen bezoeken

Ousmane Dia verwees daarna onder meer naar het feit dat het al niet goed ging met Sanda na de cantus in Leuven, maar dat de Reuzegommers het hebben nagelaten de doop toen te stoppen. “Sanda kon zichzelf niet aankleden, hij kon niet stappen, maar toch hebben jullie hem meegesleept naar Vorselaar. En julie beweren dat hij na een slok icetea en een stuk brood terug normaal was. Hoe kunnen jullie dat zeggen? Ik vraag mij af: wat zit er in jullie hoofd?”

Sanda had échte vrienden, die allemaal in de zaal zitten vandaag, onderstreepte de vader. Hij zei ook dat Sanda niet bij Reuzegom is gegaan om vrienden te maken, maar dat hij de club als een springplank zag. “Sanda had echte vrienden, maar jullie waren dat niet. Waarom niet? Een vriend laat je niet in de steek. Als hij jullie vriend was, hadden jullie zijn situatie niet genegeerd en hadden jullie de kans genomen om te stoppen. Ik wil niet dat jullie naar de gevangenis gaan, maar ik zocht gewoon de waarheid. Ik heb geen haat, ik ben geen haatmens.”

“Als ik hier vandaag kan staan en praten, is dat dankzij de medicatie. Ik heb mezelf verloren bij de dood van Sanda, ik kan niet meer functioneren. Ik weet zelf niet hoe mijn vrouw mij tolereerde, want ik ben niet meer leefbaar”, besloot Ousmane Dia.