LEES OOK. Wat u mag verwachten van Team Flanders - Baloise: het laatste kunstje van Walter Planckaert en welke stap kan Kamiel Bonneu nog zetten?

Aanvankelijk zou hij op 8 april, de dag van zijn 75ste verjaardag, zijn laatste wedstrijd als ploegleider doen. Geen mooiere plaats om te stoppen dan de legendarische velodroom van Roubaix. Maar intussen zijn de plannen bijgesteld, grijnst Planckaert. “Eigenlijk was het eerst het plan om er aan het eind van vorig seizoen een punt achter te zetten. Dan werd het Parijs-Roubaix. Bij ASO waren ze zelfs al op de hoogte maar ik heb Thierry Gouvenou (parcoursbouwer bij ASO, red) laten weten dat ik er toch geen punt achter ga zetten. Zowel de renners als het personeel drongen erop aan dat ik verder zou doen. En ook Christophe Sercu liet weten dat geen haar op zijn hoofd eraan dacht om niet met mij verder te gaan.”

GPX-coördinaten

Wanneer hij dan wel een punt achter zijn carrière zal zetten, is ook Planckaert nog niet duidelijk. “Als het nog eens keertje sneeuwt, dan zal ik een definitieve beslissing nemen”, zegt de ex-winnaar van onder meer de Ronde van Vlaanderen. “Maar ik kan nog goed mee, vind ik. Moest ik in mijn hoofd 75 zijn, dan stopte ik meteen. Alhoewel, ik doe het nog altijd op de oude manier, mijn manier. Wattages, daar trek ik mij niets van aan, dat is voor de trainers. Een tablet in de auto met de GPX-coördinaten, dat heb ik niet nodig. Ik weet heel goed van waar de wind komt en kan mijn renners perfect briefen over waar ze vooraan moeten zitten. Als ik dan mijn collega’s bezig hoor. Die hunne mond staat gewoon niet stil.”

Wolvenberg

Planckaert heeft geen wetenschappelijke data nodig om te zien of zijn renners goed zijn of niet. “Dat zie ik door de finales die ze rijden”, klinkt het. “Daar heb ik geen testen voor nodig. De basis van een goed seizoen is nog altijd dezelfde: een goede winter, op tijd in bed kruipen,… Als we in de Omloop Het Nieuwsblad aan de Wolvenberg komen, dan kan ik zien wie goed is en wie niet. De renners aanvaarden dat van mij. Ze weten dat ik een oude mens ben maar dat is niet slecht hoor. Ik zie in het peloton veel computergestuurde renners. Dan doet het mij deugd als je zo iemand als Pogacar ziet koersen. Voor de wielersport is dat een grote goudklomp die uit de hemel is gevallen. Hij is een plezier om naar te kijken.”