Deze klimaatactivisten betogen tegen greenwashing op een klimaatmars in Brussel.
Romy Arroyo Fernandez/NurPhoto

Gedaan met greenwashing: Europa wil dat bedrijven hun milieuclaims bewijzen

Binnenkort zullen fabrikanten die hun producten in Europa verkopen, niet langer zomaar kunnen beweren dat hun producten de milieuvriendelijkste zijn. De Europese Commissie wil dat ze die claims ook bewijzen. Dat moet een einde maken aan het zogenoemde "greenwashing", de praktijk waarbij producten groener voorgesteld worden dan ze daadwerkelijk zijn. 

Je bent ze vast ook al tegengekomen in de winkelrekken: T-shirts die gemaakt zijn van gerecycleerde plastic flessen, "oceaan-vriendelijke" zonnecrème of vaatwastablets die gegarandeerd de groenste keuze zijn. Het klinkt allemaal goed, maar de realiteit is dat veel van die duurzaamheidsclaims amper onderbouwd worden. Dan is het helemaal niet duidelijk wat die vaatwastablets precies zo milieuvriendelijk maakt. Of er zit in werkelijkheid slechts 1 procent gerecycleerd plastiek in dat nieuwe T-shirt.

In 2020 liet de Europese Commissie al eens onderzoek uitvoeren naar zulke groene claims op producten. Meer dan de helft (53,3 procent om precies te zijn) daarvan bleken vaag, misleidend of ongefundeerd. Met andere woorden: in het beste geval zijn fabrikanten niet duidelijk genoeg over wat hun producten echt zo groen maakt. In het slechtste geval stellen ze hun producten duurzamer voor dan ze zijn.

De Europese Commissie wil daarvan af. Uit een eigen bevraging blijkt immers dat het grote merendeel van de Europeanen duurzamer wil consumeren. Al die vage groene claims en een wildgroei aan ecolabels (meer dan 230 in heel Europa) maken het de consument moeilijk om bewuste keuzes te maken.

Het gaat dan om fabrikanten die de impact van hun product op het milieu, de biodiversiteit, het klimaat, de bodem of water te rooskleurig voorstellen. 

Fabrikanten van zonnecrème die hun product oceaanvriendelijk noemen, zullen dat ook moeten bewijzen.

Daarom lanceert de Commissie vandaag een voorstel voor een nieuwe Europese greenwashing-wet. Fabrikanten die hun producten in de Europese markt verkopen, zullen moeten bewijzen dat hun groene claims ook echt kloppen. De lidstaten zullen erop moeten toezien dat ze dat doen, met wetenschappelijk onderbouwd bewijs. Kunnen die fabrikanten dat niet, dan zullen er boetes volgen. En consumentenorganisaties zullen zelfs naar de rechter kunnen stappen als ze vermoeden dat een fabrikant een loopje neemt met de waarheid.

Eén wet voor de hele Europese markt

"Veel Europeanen willen met hun koopgedrag bijdragen aan een meer duurzame wereld", zegt Europees vicepresident Frans Timmermans, verantwoordelijk voor de uitvoering van de Green Deal. "Dit voorstel stelt de consumenten gerust dat wanneer iets verkocht wordt als groen, het ook echt groen is."

Volgens de Commissie zal de nieuwe wet niet alleen de consument ten goede komen. Ook de fabrikanten die de producten produceren (of diensten aanbieden, want ook groene stroom zal er bijvoorbeeld onder vallen) zouden erbij winnen. Bedrijven die hun producten in verschillende Europese landen verkopen, moeten dan niet meer voldoen aan de wirwar van nationale regelgeving van al die verschillende lidstaten. De nieuwe wet zal gelden voor de hele Europese markt.

De nieuwe wet is nog niet meteen voor morgen. Het is nu aan het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie om het voorstel uit te werken

Ook niet-Europese bedrijven die op de Europese markt willen verkopen, zullen eraan moeten voldoen. Omgekeerd worden kleine Europese bedrijven met minder dan tien werknemers en een omzet onder de 2 miljoen euro per jaar vrijgesteld.

De consumentenorganisatie Test Aankoop noemt het voorstel "heel goed". Al wijst ze erop dat het de lidstaten zijn die moeten controleren of bedrijven zich ook echt houden aan de wet. Of die een succes wordt, "zal afhangen van hoe goed er gecontroleerd wordt en hoe hoog de boetes zijn".

Het recht op herstel

De greenwashing-wet is één stukje in de puzzel waarmee de Europese Commissie de consumptie in Europa duurzamer wil maken. Het is één ding dat consumenten niet langer misleid worden door onterechte groene claims. De Commissie wil ook dat producten die in Europa verkocht worden, gemakkelijker gerepareerd kunnen worden, zodat ze minder snel weggegooid worden. Het doel is een circulaire Europese economie waarin er niet meer grondstoffen verloren gaan dan nodig. Dat moet Europa dan weer helpen om klimaatneutraal te worden tegen 2050.

Op dit moment wordt er echter nog steeds een massa producten voortijdig weggegooid. De Commissie becijferde dat al dat afval jaarlijks goed is voor 30 miljoen ton aan verloren grondstoffen en 261 miljoen ton aan broeikasgassen (meer dan het dubbele van de totale Belgische uitstoot).

Een hoop afgedankte wasmachines in het Italiaanse dorpje Cavenago. In Europa belanden er nog veel te veel apparaten vroegtijdig bij het vuilnis.
MARCO-VACCA

Daarom presenteerde de Commissie vandaag ook een nieuw voorstel dat fabrikanten moet verplichten om hun producten te herstellen wanneer klanten hen dat vragen. Dat heet het zogenaamde right to repair - het recht op herstelling, dus.

Dat right to repair slaat op elektronische toestellen zoals televisies, (vaat)wasmachines, stofzuigers en koelkasten. De bedoeling is dat het ook snel uitgebreid wordt naar smartphones en tablets. Fabrikanten zouden dan verplicht zijn om binnen de twee jaar na aankoop beschadigde toestellen gratis te herstellen. Het verschil met de huidige garantieregelingen: raakt het toestel na die termijn van twee jaar beschadigd, of werd de schade duidelijk veroorzaakt door de klant, dan moet de fabrikant het nog steeds herstellen, zij het op kosten van de klant. Afhankelijk van het type toestel geldt die termijn tot 10 jaar na aankoop.

Nieuw ecosysteem van herstelbedrijven

Europees commissaris voor Justitie Didier Reynders hoopt dat dat ook de Europese economie ten goede komt. Hij ziet "een heel nieuw ecosysteem" van hersteldiensten ontstaan, "met per lidstaat een online platform waarop de consument kan opzoeken waar hij terechtkan voor reparatie. In Frankrijk bestaat er al zoiets, goed voor meer dan 130.000 KMO's".

"Jammer dat de Commissie bij die twee jaar blijft voor elk type elektronisch product (voor gratis reparatie, red.)", betreurt Test Aankoop-woordvoerder Laura Clays. "Je gaat er toch vanuit dat je wasmachine of diepvriezer het iets langer uithoudt. Het lijkt me maar normaal dat die hersteld wordt als die al binnen de twee jaar kapotgaat. Maar wat na vijf of tien jaar? Dat is een grijze zone. Als je een echt goede, afdwingbare regeling wil, dan moet je zorgen dat de consument het gevoel heeft dat hij er iets aan heeft."

En dan blijft nog de vraag of de klant bereid zal zijn om te betalen voor reparatie na de garantietermijn van twee jaar. "Dat is nog een zeer grote achterpoort: hoeveel kost dat? We zien dat de consument bereid is om 20 tot 30 procent van de aankoopprijs te betalen. Bij duurdere toetellen wil men nog iets hoger gaan. Maar wat als een fabrikant zegt: "Goed, ik zal je wasmachine herstellen, maar dat kost je 500 euro", terwijl een nieuwe 800 euro kost? Tja." 

Sowieso zijn deze twee nieuwe voorstellen over greenwashing en het recht op herstel nog niet meteen voor morgen. Zoals dat gaat met Europese wetgeving, is het nu aan het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie om het voorstel concreet uit te werken en er een compromis over te vinden. Probeer je rammelende wasmachine dus nog even gaande te houden.

Meest gelezen