Asielzoekers die Crisiscentrum bezetten, krijgen opvang en moeten gebouw verlaten

Er is een akkoord tussen de federale overheid en de asielzoekers die al tien dagen het toekomstige gebouw van het federale Crisiscentrum bezet houden. De asielzoekers moeten tegen maandagmiddag het gebouw verlaten, in ruil krijgen ze de belofte dat ze opvang krijgen tot hun asielprocedure is afgerond.

Tien dagen geleden trok een zeventigtal asielzoekers een leegstaand gebouw binnen van de federale overheid op de Koning Albert II-laan in de Brusselse gemeente Sint-Joost-ten-Node, niet ver van het Noordstation. Het pas afgewerkte gebouw zou de nieuwe thuishaven worden van het federale Crisiscentrum. De asielzoekers waren net weggejaagd uit het ontmoetingscentrum Allee du Kaai. Sommigen van hen hadden daarvoor in een tentenkamp aan het kanaal in Molenbeek gezeten, of in het kraakpand in de Paleizenstraat. Als asielzoekers hadden ze in principe recht op opvang in een opvangcentrum van Fedasil, maar daar was geen plaats voor hen.

De politie omsingelde het gebouw, en liet ook geen eten en drinken toe. Maar dat raakte toch nog binnen. Uiteindelijk stapte de Regie der Gebouwen, de eigenaar van het gebouw, naar de vrederechter om te eisen dat het gebouw ontruimd zou worden.

Opvang tot het einde van hun asielprocedure

De vrederechter luisterde naar de twee partijen, en bezocht ook het gebouw. Uiteindelijk slaagde hij erin om te bemiddelen, en zo een oplossing tussen de twee partijen te vinden. De asielzoekers beloven dat ze het gebouw tegen maandagmiddag 27 maart om 12u zullen verlaten, dat ze al hun spullen zullen meenemen, en het meubilair zullen achterlaten zoals ze het er aangetroffen hebben.

De federale overheid belooft op haar beurt dat ze 70 plaatsen zal voorzien, waar de asielzoekers kunnen blijven tot er een uitspraak is over hun asielaanvraag. Dat betekent niet dat ze allemaal meteen in de centra van Fedasil terecht komen. Een deel zal allicht eerst in de noodopvang van het Brusselse Gewest blijven, tot ze bij Fedasil terecht kunnen of tot er een uitspraak is over hun asielaanvraag.

Meest gelezen