Direct naar artikelinhoud
AchtergrondOorlog in Oekraïne

Oekraïense commandanten wachten ongeduldig op westerse tanks: ‘Geef me een Abrams of haal me hier weg!’

Een Oekraïense T-64-tank in de Donetsk-regio.Beeld AFP

Voorlopig houden de Oekraïners stand met inferieure tanks uit het sovjettijdperk. Ze willen het echter zo snel mogelijk tegen de Russen kunnen opnemen met moderne westerse modellen.

Grote sneeuwvlokken dwarrelen stilletjes tussen de bomen, terwijl twee tanks uit het sovjettijdperk brullend door de modder de heuvel op razen. Het is ochtend, de winter loopt op zijn laatste benen. Een tankcommandant en zijn plaatsvervanger lopen door de sneeuw om de troepen te controleren terwijl ze zich klaarmaken voor de strijd.

“De sneeuw geeft ons dekking”, zegt de commandant. Zijn militaire roepnaam is Poltava. Hij legt uit dat Russische Orlan-10-drones, die vaak over Oekraïense stellingen vliegen, gehinderd worden door het weer. “We zullen het verdragen. Het belangrijkste is dat onze vijand het moeilijk krijgt en naar huis gaat.”

Uitgerust met tanks uit het sovjettijdperk waar ze tientallen jaren geleden voor opgeleid zijn, belichamen Poltava (51) en zijn plaatsvervanger Kanselier (57) de veerkracht van het Oekraïense leger. Ze kregen meer dan 30 jaar geleden een opleiding aan het Oekraïense Tankinstituut van Charkiv, en kort na de Russische inval in Oekraïne vorig jaar werden ze uit de rangen van vrijwilligers geplukt en naar een tankcompagnie gestuurd. Sindsdien zijn ze blijven vechten.

Hun opleiding heeft de mannen in leven gehouden en hun eenheid in staat gesteld maand na maand operationeel te blijven. Ze hebben zelfs hun arsenaal uitgebreid met een Russische T-72-tank die ze tijdens een gevecht in Charkiv hebben veroverd. Niettemin uiten ze hun frustratie over het trage tempo van de leveringen van beloofde westerse gevechtstanks waarmee ze de strijd met de Russen zouden kunnen aangaan. Kanselier: “We hebben westerse uitrusting nodig zodat we ‘s nachts op pad kunnen, en goede communicatie en goede optiek. Al het materieel dat we hier hebben is oud.”

Sovjetpropaganda

In de zware uitputtingsslag van de oorlog werpt hun persoonlijke geschiedenis licht op de kracht van het Oekraïense verzet. De twee mannen studeerden enkele jaren na elkaar af aan de tankacademie - Kanselier in 1988 en Poltava in 1992. Het was een tumultueuze tijd: de Sovjet-Unie viel uit elkaar en heel wat voormalige communistische landen en sovjetrepublieken werden onafhankelijk. Geen van hen beiden zette zijn militaire carrière lang voort.

Poltava herinnert zich een beslissend moment in zijn leven toen hij als jonge officier onder contract diende bij het Russische leger in Georgië. Tijdens de Russische interventie om de regio Abchazië te annexeren, werd hij benaderd door een oudere Georgische man die hem vroeg wat hij daar deed.

Een Oekraïense militair in een T-64-tank bereidt zich voor op de strijd in de regio rond Bachmoet.Beeld AFP

“Ik, een jonge officier, sta daar dus voor hem en ik zeg: ‘Ik verdedig het vaderland’”, vertelt Poltava. “De man kijkt in mijn ogen. ‘Jongen, waar is je vaderland? Waar kom je vandaan?’ Ik zeg tegen hem: ‘Ik kom uit Charkiv, in Oekraïne.’ En hij zegt: ‘En dit is Poti, in Georgië’. En hij spuwt in mijn gezicht. Het was als een klap. Ik was verrast. En toen dacht ik: ‘Effectief, wat doe ik hier eigenlijk?’”

Later werd hij uitgezonden naar Mozdok in de Kaukasusrepubliek Noord-Ossetië, die Rusland gebruikte als basis voor zijn oorlogen in Tsjetsjenië. Poltava: “Ik werd misleid. Ze zeiden dat ik gewaardeerd werd als officier en snel gepromoveerd zou worden, maar ik realiseerde me dat dat niet mijn ding was.” Hij vertrok en keerde terug naar Oekraïne.

Vechten tegen het Russische leger heeft hem doen nadenken over de vele onwaarheden die hem op de militaire hogeschool van de Sovjet-Unie werden geleerd. Bijvoorbeeld dat sovjettanks superieur waren aan de Amerikaanse Abrams-tanks.

Lees ook

‘Poetin leeft in een alternatieve werkelijkheid’: deze Oekraïense reporter moest plots een oorlog in zijn eigen achtertuin verslaan

Keren de kansen voor Oekraïne? ‘Grote kans dat Russen momentum verliezen in Bachmoet’

“Nu staan we tegenover hen en we zien dat het een verschil van dag en nacht is. We begrijpen nu hoezeer ze ons gehersenspoeld hebben”, aldus Poltava. “Ons werd altijd verteld dat de VS en de NAVO onze vijand waren, het tegenovergestelde bleek echter waar. Degenen waarvan we dachten dat ze onze vrienden waren, staken ons een mes in de rug.”

Kanselier, zijn plaatsvervanger, zegt dat hij de sovjetpropaganda nooit heeft geloofd. Beide kanten van zijn familie waren onder Stalin onderdrukt; zijn grootvader van vaderskant werd in 1939 geëxecuteerd, zijn moeder en haar familie werden in 1945 uit Polen verdreven en gedeporteerd. Zijn ouders bouwden een leven op in Loehansk, in het oosten van Oekraïne, waar Kanselier opgroeide. Maar in 2014 verloren ze hun huis toen door Rusland gesteunde separatisten de controle over het gebied overnamen.

“Mijn ouders waren wezen en nu wil Rusland mijn familie opnieuw vernietigen”, zegt hij. Toen Rusland Oekraïne binnenviel, gaf hij zijn job in Duitsland op, stuurde hij zijn vier kinderen voor de veiligheid naar het buitenland en meldde hij zich aan om te vechten. “Dat is hoe het bij mij gegaan is”, zegt hij schouderophalend, “maar iedereen heeft zo’n verhaal.”

‘Moreel is in orde’

De twee commandanten zijn dankbaar voor de westerse steun aan Oekraïne in de oorlog tegen Rusland, maar ze ondervinden nog steeds problemen met het materieel uit het sovjettijdperk, dat regelmatig onderhoud nodig heeft. Deze maand sloeg een van hun tanks die ‘s avonds terugkeerde van de strijd herhaaldelijk af en stootte daarbij witte rook uit. En ze moesten hun eigen radio’s kopen, die ze vastgebonden aan hun borst dragen.

Zoals veel van de Oekraïense eenheden die hebben gevochten om de stad Bachmoet te verdedigen tegen het maandenlange Russische offensief, hopen zij dat de westerse tanks hen de overhand zullen geven.

Het probleem is dat de Russen een numeriek voordeel hebben in uitrusting en personeel. Maar ook al hebben ze vanuit westerse hoofdsteden beloftes gehoord over Britse Challengers, Duitse Leopards en Amerikaanse Abrams-tanks, toch hebben ze te horen gekregen dat ze de linies moeten behouden met de tanks die ze hebben.

Een Oekraïense tank nabij Bachmoet.Beeld AFP

“We beseffen dat terwijl onze collega’s trainen op nieuwe uitrusting, wij moeten wachten”, zegt Poltava. “Maar we hebben hoop.” Zijn plaatsvervanger is ongeduldiger: “Je wordt wakker en denkt: verdomme, ik ben weer wakker geworden in de oorlog. Geef me een Abrams of haal me hier weg!”

Hun positie is vannacht beschoten, zo vertelt hij, en een paar dagen eerder waren hij en Poltava ternauwernood ontsnapt aan verwondingen bij een artillerieaanval. Kanselier: “Ik sta daar, en plots, vlak achter de tank: bam! Tweeënhalf uur zaten we in een put. De commandant, ik en een hond.” Ondanks alles denken de twee commandanten duidelijk niet aan opgeven.

“Ze zullen zich niet zomaar terugtrekken uit Oekraïne”, aldus Poltava. Kanselier zegt dat de Oekraïners ook zonder westerse hulp zouden vechten: “Zelfs als we alleen stenen hadden, zouden we ze verslaan, het zou alleen langer duren. Als het moet, verslaan we ze met stokken.” Ondanks alle moeilijkheden blijft de motivatie hoog omdat de Oekraïners meer reden hebben om te vechten dan de Russen, zegt Poltava: “We zijn thuis. We hebben niemand uitgenodigd om hier met wapens te komen.”

De leden van zijn tankbemanning, hun gezichten vuil van dagen zonder pauze in de frontlinies, kunnen ook lachen met hun lot. Een paar mannen springen uit hun voertuigen om te roken en barsten plotseling in lachen uit om een grap. Poltava: “Ze staan op het punt te gaan vechten en ze lachen zich te pletter. Het moreel, de psychologie is in orde. Ze zijn moe, maar ze hebben nog steeds gevoel voor humor.”

De tankeenheid brengt de meeste dagen door wachtend tot Russische troepen in de val lopen om ze dan in een direct vuurgevecht aan te pakken. “Het is jagen op de jager”, zegt tankcommandant Svyatosja (38) met een grijns op zijn gezicht. “Het is de beste job die er is”, zegt hij. “Ze geven je te eten, kleden je, geven je een dure tank, vullen hem met brandstof, geven je munitie. En ze vragen er geen geld voor. Wat is daar niet leuk aan?”

© The New York Times