Bernard Lescrinier en Stephanie De Schryver renoveerden de huisjes tegen de gevel van de Sint-Jacobskerk en herdoopten ze tot Guesthouse Bernardin.

BINNENKIJKEN. Logeren in de kleinste huisjes van ’t Stad

Wie door de Sint-Jacobstraat wandelt, heeft ze weleens gezien: de piepkleine huisjes die tegen de Sint-Jacobskerk zijn gebouwd. Meer dan drie jaar hebben Bernard Lescrinier en Stephanie De Schryver erover gedaan om deze beschermde panden om te toveren tot Guesthouse Bernardin. “Een avontuur met obstakels en dubbel zo duur als geschat, maar het resultaat mag er zijn.”

Sandra Gasten

Het verhaal van Guesthouse Bernardin start bij het gastronomische restaurant Bernardin dat zich zestien jaar lang op nummer 17 bevond. Vanuit hun woonkamer op de eerste verdieping aan de achterzijde keken Stephanie en Bernard uit op de verwaarloosde huisjes. “Wellicht is daar de liefde voor de panden gegroeid”, glimlacht Stephanie.

“Ze waren in die tijd eigendom van de stad. Enkele waren bewoond door krakers, enkele door huurders. Onder meer een beeldhouwer had er zijn atelier en een pianist speelde er op zijn vleugelpiano. Nochtans zagen die vijf woningen er verschrikkelijk uit. Een deel van de ramen was dichtgemaakt met houten panelen, er zaten gaten in de daken en de poortdeur was zwaar beschadigd.”

De receptie van Guesthouse Bernardin in de Sint-Jacobstraat 3.© Jeroen Hanselaer

Om dat te staven, toont Stephanie een fotoalbum met beelden uit 2010, het jaar waarin het koppel met volle moed aan de verbouwing begon. “De huisjes zijn in concessie bij AG Vespa gekomen die een huurder zocht om ze op te knappen”, vertelt ze. “We sloten een overeenkomst af waarin we de verplichting hadden om de panden te restaureren. Zo begonnen we aan ons verbouwingsavontuur dat toch enkele jaren van ons leven in beslag nam. Enkele jaren later – in 2014 – konden we Guesthouse Bernardin openen. Sinds 2016 zijn we gestopt met het restaurant en startte Bernard met Bernardin@home, koken aan huis en recepties bij bedrijven.”

Beschermde monumenten

Van de verloedering is er vandaag niets meer te merken. Het koppel heeft de pandjes omgetoverd tot prachtige gastenhuisjes die ze verhuren aan toeristen. “Van de oorspronkelijke vijf huisjes hebben we er zes gemaakt. Aanpalend openden we een receptie”, legt Bernard uit. “We hebben een architect onder de arm genomen die met veel goesting dit project heeft aanvaard. Daarnaast kregen we advies van een architect van de stad Antwerpen.”

De vloer is in elk huisje verschillend.© Jeroen Hanselaer

De huisjes aan de straatkant zijn beschermd als historisch waardevolle panden, de woningen in de steeg zijn erkend als monument. Daarom legde de dienst Monumentenzorg strenge regels bij de restauratie op. “Zo moesten bijvoorbeeld de ramen van de huizen op nummer 11 en 13 enkel glas blijven. Onmogelijk om zoiets te rijmen met de uitbating van een gastenverblijf. Uiteindelijk mochten we er panelen in dubbel glas voor plaatsen. Aan de buitenzijde zie je ook dat de huisjes eerst nog kleiner waren. Bij elk raam hoorde één deurtje. Die zijn in de loop van de geschiedenis verdwenen.” Wel nog opvallend is de grijze poort aan de straatkant. “Dat is nog de originele poort die we lieten herstellen.”

“De muren van de Sint-Jacobskerk, aan de binnenzijde van de huisjes, werden in de loop van de jaren wit bepleisterd. Wij wilden ze weer zichtbaar maken voor de gasten”

De restauratie bleek een huzarenstukje dat langer duurde dan gepland én twee keer zo veel kostte als begroot. “Er zijn wel wat lijken uit de kast gevallen”, glimlacht Stephanie. “We wilden de huisjes zo veel mogelijk in hun oorspronkelijke staat herstellen met respect voor het verleden én met voldoende modern comfort. Dat vergde soms specifieke keuzes qua materialen, zoals de leien dakpannen of de koperen goten in het steegje. Sommige zijn ambachtelijk gemaakt, wat de kostprijs de hoogte heeft ingeduwd.”

Bernard in een van de huisjes in het steegje. “Deze vloer was volledig bedekt met een rubberlaag. Een vakman heeft er drie dagen met een slijpmachine op geschuurd om die laag eraf te krijgen.”© Jeroen Hanselaer

Maar die zin voor authenticiteit maakt van Guesthouse Bernardin wel een parel in de stad. Van de stenen vloeren - die in elk huisje verschillend zijn - tot de houten balken aan het plafond en de originele deuren: tijdens de restauratie werd zo veel mogelijk bewaard. Al kostte dat soms moeite. “Een van de vloeren was volledig bedekt met een rubberlaag. Een vakman heeft er drie dagen met een slijpmachine op geschuurd om die laag eraf te krijgen.”

Een opvallend detail: je slaapt letterlijk met je hoofd tegen de muren van de Sint-Jacobskerk. “Die muren werden in de loop der jaren wit bepleisterd. Wij wilden ze schoonmaken en weer zichtbaar maken voor de gasten. Hier en daar zie je een rode baksteen waar er ooit een beschadiging is geweest. Maar net die imperfecties maken het mooi”, zegt Stephanie. “In een van de badkamers is de bepleistering nog zichtbaar. Tijdens de verbouwing dacht de dienst Monumentenzorg dat er zich een fresco van een engel achter bevond. Dat bleek niet het geval. Gelukkig, anders hadden we nog meer vertraging gehad. Als herinnering hebben we het pleister in die ruimte gelaten zoals het was.”

Tijdens de verbouwing dacht de dienst Monumentenzorg dat er zich een fresco van een engel achter deze muur bevond. “Dat bleek niet het geval. Als herinnering hebben we het pleister in die ruimte gelaten zoals het was.”© Jeroen Hanselaer

Godshuizen

Dat deze huisjes een rijke geschiedenis hebben, is duidelijk. Ze maakten deel uit van een godshuis, een van de weinige die nog zijn bewaard in de stad. Ze dateren uit het begin van de zestiende eeuw. “Ze waren deel van godshuis De Vijf Ringen dat in 1639 van de Jezusstraat naar de Sint-Jacobskerk werd overgebracht”, vertelt TOPA-gids Mimi Van der Velden.

“Het godshuis was bedoeld als opvanghuis, waar de aalmoezeniers zorg droegen voor de arme en oudere mensen. De huisjes werden in die tijd gewoon tegen de kerk gebouwd. Pas in de achttiende eeuw werd de kerk als een belangrijk monument gekoesterd en mocht dat niet meer. De meeste huisjes tegen kerken zijn afgebroken, deze zijn bewaard.”

Het bordje ‘Vijfringengang’ herinnert nog aan het vroegere godshuis dat hier was gevestigd.© Jeroen Hanselaer

In de steeg achter de grijze poort herinnert het naambordje ‘Vijfringengang’ nog aan die periode. “Je ziet er ook de restanten van de gevangenis waar amokmakers een nachtje werden opgesloten”, vertelt Mimi. “Een van de huisjes diende als sacristie van de Rochuskapel in de Sint-Jacobskerk. Via een deurtje kwam je in de kerk terecht. Voor de restauratie die nu in de kerk worden uitgevoerd, kon je nog duidelijk sporen zien van dat deurtje.”

“Wie hier logeert, slaapt letterlijk bijna naast Rubens en zijn vrouw Hélène Fourment”

TOPA-gids Mimi Van der Velden

Dat de woningen tegen de gevel van de kerk aanschuren, maakt het voor veel toeristen extra aantrekkelijk om hier te logeren. “Wat misschien niet iedereen weet, is dat de grafkapel van schilder Peter Paul Rubens in deze kerk ligt. Wie hier logeert, slaapt dus letterlijk bijna naast Rubens en zijn vrouw Hélène Fourment.”

Ontbijten in het steegje

In de zomer is er in het steegje de hele namiddag zon. Ideaal om te ontbijten of te aperitieven voor je de stad intrekt.© Jeroen Hanselaer

Hoewel de charmante huisjes aan de straatzijde klein lijken, zijn ze binnenin vrij ruim. Eén huisje heeft een woonoppervlakte van 35 vierkante meter, de vijf grootste huisjes zijn 45 vierkante meter. Ze hebben alle een zithoek en tafeltje op de benedenverdieping. Via een stijl trapje - wel niet zo ideaal voor mensen die moeilijk te been zijn - kom je op de eerste verdieping waar de slaapkamer en badkamer, met douche of bad, zich bevinden.

“Samen met de architect bekeken we hoe we de ruimtes zo optimaal mogelijk konden indelen. Hierdoor voelen ze niet te klein aan”, zegt Bernard. “Extra troef: in de zomer is er in het steegje de hele namiddag zon. Ideaal om te ontbijten of te aperitieven voor je de stad intrekt.”

INFO:Guesthouse Bernardin en Bernardin@Home: www.bernardin-antwerpen.be, 0472-80.04.44

Elk huisje heeft op de benedenverdieping een klein salon.© Jeroen Hanselaer

In elk pand zie je sporen van de buitenmuur van de Sint-Jacobskerk.© Jeroen Hanselaer

TOPA-gids Mimi Van der Velden: “De huisjes waren deel van godshuis De Vijf Ringen dat in 1639 van de Jezusstraat naar de Sint-Jacobskerk werd overgebracht.”© Jeroen Hanselaer

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER