Evenepoel knuffelt na tweede ritzege in Catalonië met Oumi en... eindwinnaar Roglic: “We komen beter overeen dan de buitenwereld denkt”

Remco Evenepoel: “Mijn plan was om iedereen eraf te rijden op de beklimmingen van Montjuïc. Ik wist dat het heel moeilijk zou zijn om Roglic te lossen. In de neutrale zone kwam hij naast me, hij vroeg of ik weer volle bak ging aanvallen. Ik zei van ja. Ik vroeg of hij dit keer dan wel met mij wilde samenwerken, wat hij zaterdag niet wilde. Hij zei ook van ja.”

“Ik zat in de laatste vijfhonderd meter in zijn wiel. Ik kwam eruit met misschien 4 km/u meer. Als je dan voor komt, haalt niemand je nog in. Ik wilde echt winnen vandaag, omdat mijn vrouw Oumi hier was. En voor Primoz hoefde het niet echt. De ploeg heeft nog maar een keer de koers gecontroleerd. We hebben deze week week getoond dat we in bergritten en in heuvelachtige etappes de controle kunnen nemen.”

“Zaterdag wrong het wel een beetje. Voor de buitenwereld lijken we misschien grotere rivalen dan we in werkelijkheid zijn. We komen goed overeen. Hij wil ook koersen, misschien iets verdedigender dan ik, maar dat komt omdat hij leider was. In de Giro zullen we elkaar kunnen gebruiken in een zware etappe waarin we misschien met twee weg zijn en voorsprong kunnen nemen op de andere klassementsrenners. Grote kampioenen werken meer samen dan ze tegen elkaar rijden. Kijk naar Van der Poel en Pogacar en Van Aert in de E3 Harelbeke.”

“Ik was zo blij met de ritzege dat ik ervan wilde profiteren. De eerste rit is waar ik de meeste frustratie over moet hebben. Ik was de snelste, ik zat gewoon te ver naar achter omdat ik te veel veiligheid wilde inbouwen. Win ik de sprint en wordt Roglic tweede, dan sta ik vier seconden voor. Het is niet zo. Ik heb de koninginnenrit gewonnen en ik won in Barcelona. Ik werd nog twee keer tweede, een keer derde en een keer vijfde. Dat is me in een rittenkoers van een week nooit eerder gelukt. Het was een prachtige week.”

“Ik kwam erachter dat ik mijn sprint tot 150 meter bergop voor de streep moet durven uitstellen. En dat ik niet op 300 meter moet beginnen, wat ik vrijdag deed. Mijn punch in de sprint is beter dan die van veel andere klimmers. Ik mis wat ervaring. Sprinten met twee of drie op de top van een berg heb ik nog niet veel gedaan.”

“Ik kan beter hier fouten maken dan in de Giro. De vorm is daar, nog niet helemaal, maar ik heb nog zes weken om beter te worden. Ik moet nog wat lichter worden, ook daarvoor heb ik nog tijd. Het zal van details afhangen.”

“Primoz is olympisch kampioen tijdrijden, ik werd derde op het WK en ik won de Vuelta-tijdrit met vijftig seconden. Het is geweten dat ik veel op de tijdritfiets train en werk. Ik moet daar mijn voordeel mee doen en zorgen dat ik in de Giro in de verdedigende rol kan zitten. Het was heel moeilijk om de trui van Roglic af te pakken. Het is niet dat ik niet heb geprobeerd. Als leider moet je niet aanvallen, wat ik hier wel moest doen. Roglic eraf krijgen is niet gemakkelijk.”

Nog aan Belgische zijde finishte Cian Uijtdebroeks netjes in de achtervolgende groep. Onze landgenoot van Bora-Hansgrohe finishte zo op zijn 20ste als negende in het eindklassement van zijn eerste rittenkoers op WorldTour-niveau. “Dit is absoluut niet slecht als debuut, zeker met alle sterke klimmers die aan de start stonden”, aldus Uijtdebroeks. “Dat wil zeggen dat mijn lichaam iets aankan. Het was afzien, maar ik ben superblij. Het was een heel explosieve rit. Ik voelde mijn benen vaak verzuren, maar uiteindelijk keerde ik altijd terug en kwam ik als een van de eerste in mijn groepje boven. Dat gaf moraal.”

Voor Uijtdebroeks volgt er nu een rustperiode, waarna hij toewerkt naar de Tour of the Alps en later de Ronde van Zwitserland. “Daar wil ik ook goed zijn. Misschien rijd ik ook nog een Waalse klassieker, maar zeker geen Vlaamse klassieker.”