Direct naar artikelinhoud
ReportageNMBS

Het station waar niemand staat te wachten: ‘Ik zou die spoorlijn gewoon afschaffen’

Het station van Aalst-Kerrebroek, een van de twintig stations die NMBS liever kwijt dan rijk zou zijn.Beeld Eric de Mildt

Zijn stations waar slechts een handvol reizigers instappen nog te rijmen met een performant, kostenbewust spoorbedrijf? De vraag stelt zich in Aalst-Kerrebroek, een van twintig stations die de NMBS liever kwijt dan rijk zou zijn.

en

Het regent pijpenstelen. In Aalst-Kerrebroek is er zondagmiddag geen mens, maar ook geen trein te zien. Op weekdagen houden hier elf treinen per dag halt: de eerst om 6.09 uur, de laatste om 17.26 uur. In het weekend rijden er geen treinen op de spoorlijn tussen Aalst en Burst.

Aalst-Kerrebroek is de kleinste stopplaats van Vlaanderen. Volgens cijfers uit 2022 stappen hier dagelijks amper 22 reizigers in. Een fietsenstalling biedt plaats aan 14 fietsen en die staat zelden vol. “Ik woon sinds 1977 achter het station”, zegt Urbain Schreyen (76). “Maar ik heb hier nog nooit een trein genomen.”

Op perron 1 – het enige perron, de trein rijdt op en neer – staat alleen een oud wachthokje. Een stationsgebouw is hier nooit geweest. Sinds kort zijn er wel twee petanquebanen aangelegd op het grasveldje naast het perron, maar ook die lokken weinig volk.

Lijn 82 Aalst – Burst is de kortste Belgische spoorlijn. Ze werd op 1 juni 1876 geopend als onderdeel van de voormalige spoorlijn Aalst – Zottegem – Ronse. De spoorweg Zottegem-Ronse is al lang gesloten, en de sluiting van het eerste deel tussen Aalst en Burst wordt al jaren overwogen.

Pendelaars zien er steeds minder treinen halt houden. In 1983 reden er op weekdagen nog 12 treinen van Aalst naar Burst, en 11 treinen van Burst naar Aalst. Dat is het dubbele van vandaag.

Garage

Vorige week meldde Le Soir dat de NMBS overweegt om twintig ‘kleinere haltes’ te schrappen. Volgens onze informatie staat ook Aalst-Kerrebroek op de lijst. Woordvoerder Bart Crols wil dat niet bevestigen, maar hij zegt wel dat er naast uitbreidingen in het treinaanbod ook “optimalisaties om de commerciële snelheid te verhogen en de stiptheid te verbeteren” op tafel liggen. Lees: het sluiten van kleinere stopplaatsen.

“In 1977 sprak men al over de afschaffing van deze spoorlijn. Ik hoopte dat ik daardoor een garage zou kunnen zetten achter mijn huis, maar het is er nooit van gekomen”, zegt Urbain Schreyen die in de Ledebaan woont, die de spoorweg kruist. “Ik heb me er bij neergelegd: ik geloof niet dat die garage er nog komt.”

De kans dat Aalst-Kerrebroek vandaag zal worden geschrapt, is klein. Het voorstel ligt later deze week op tafel tijdens een raad van bestuur. Maar politiek ligt het te gevoelig, zeker in Franstalig België en zeker een jaar voor de verkiezingen. “We hebben aan NMBS extra middelen gegeven voor 10 jaar. Met als doel om méér treinen te laten rijden en de reizigers een nog betere dienstverlening te bieden. Niet het tegenovergestelde”, tweette mobiliteitsminister Georges Gilkinet (Ecolo).

Wat er deze week ook beslist wordt: de sluiting van kleine stations blijft als een zwaard van Damocles boven hun hoofd hangen.

Vicieuze cirkel

Zijn stations waar slechts 22 reizigers instappen zoals Aalst-Kerrebroek nog te rijmen met een performant, kostenbewust spoorbedrijf? “Mocht ik verantwoordelijk zijn voor de centen, dan schafte ik de spoorlijn af”, zegt buurtbewoner Sam Wijns (61), die de regen trotseert om zijn hond uit te laten. “Het is gewoon niet rendabel: geen kat neemt hier de trein.”

Als IT’er nam hij tien jaar geleden af en toe de trein in Aalst-Kerrebroek om naar Brussel te sporen. “Maar dat is intussen jaren geleden. Ik zie vandaag zelden iemand op het perron, uitgezonderd een handvol scholieren die hier uitstappen omdat ze in de buurt naar school gaan.”

Spoorwegjournalist Herman Welter spreekt over een vicieuze cirkel. “Hoe minder treinen er stoppen, hoe minder reizigers er instappen. Het een is een rechtstreeks gevolg van het ander. Als je het aanbod tussen Antwerpen en Brussel halveert, zal het aantal reizigers dat ook doen. Als je zo doordenkt, kom je onvermijdelijk uit bij een sluiting.”

'Het is gewoon niet rendabel, geen kat neemt hier de trein', zegt buurtbewoner Sam Wijns.Beeld Eric de Mildt

“In een land waar zoveel files zijn als in België, zou je toch ook denken dat elk stuk spoor een schakel is in de verbinding”, vindt Welter. “Uit het verleden weten we bovendien: elk stukje spoor dat je sluit, komt niet meer terug. ‘Niet in mijn achtertuin’, roepen bewoners dan.”

Zo zou buurtbewoner Sam Wijns liever een fietspad hebben, in plaats van een spoorlijn in zijn achtertuin. “Dan hebben we ook de overlast niet meer, van de hangjongeren op het perron”, zegt hij.

Op een miezerig grijze zondag, zijn die nergens te zien. Misschien hebben zij ervoor gezorgd dat er geen bankje staat op het perron. Geen enkele reden om hier langer te blijven dan nodig.

Kwartiertje wandelen

Nog een reden voor het beperkte succes van Aalst-Kerrebroek: het station van Aalst is vlakbij. De stopplaatsen liggen een kwartiertje wandelen – 1,5 kilometer – van elkaar.

Dat er wordt nagedacht over efficiëntie vindt de burgemeester van Aalst Christoph D’Haese (N-VA) een goede zaak. “Het is een dagelijkse frustratie dat Aalstenaars gegijzeld worden door een slecht functionerend openbaar vervoer. Er zijn te weinig treinen, maar er is ook te weinig betrouwbaarheid om een verbinding te halen.”

D’Haese noemt Kerrebroek een “station uit vervlogen tijden”. Toch zou hij het niet graag afgeschaft zien. “Met zo’n ingreep boek je alleen marginale winst. Dat is niet voldoende om het spoorbedrijf weer op de rails te krijgen.”

Hoe klein ook, Kerrebroek heeft zijn fans. Stijn Lubaert (36), die pal tegenover het station woont, hoopt van harte dat de stopplaats zal blijven. “Als koeltechnieker ga ik met de wagen werken. Maar als ons zoontje later naar school zou gaan in Aalst, zou het station voor onze deur heel handig zijn.”