Eindtermen

Na vijf jaar eindelijk witte rook over basis-minimumdoelen in tweede en derde graad secundair onderwijs

© Elke Pannier

Net voor de paasvakantie is er een akkoord over de eindtermen ‘basisvorming’ in de tweede en derde graad secundair onderwijs. Die heten niet langer eindtermen, maar minimumdoelen. ‘We combineren meer soberheid met meer focus en duidelijke keuzes.’

Klaas Maenhout

Na een hobbelig parcours van zo’n vijf jaar is er een akkoord over de nieuwe eindtermen of minimumdoelen ‘basisvorming’ in de tweede en derde graad secundair onderwijs. Dat kondigde Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) samen met de onderwijsverstrekkers aan op een pers­conferentie. Die minimum­doelen bepalen wat leerlingen minimaal moeten kennen in een bepaalde graad in een bepaalde richting.

De set doelen werd vorig jaar al eens goedgekeurd door de regering en vervolgens door het Vlaams Parlement, maar werd na een klacht van Katholiek Onderwijs Vlaanderen en de Steinerscholen vernietigd door het Grondwettelijk Hof. De boodschap: een tweede zit, en een grondige versobering, drong zich op.

Aan die versobering hebben verschillende commissies de afgelopen maanden achter de schermen hard gewerkt. ‘De door het Grondwettelijk Hof vernietigde eindtermen zijn effectief versoberd’, zegt minister Weyts. ‘De commissies hebben ingezet op kwaliteit, niet op kwantiteit. Het is immers niet het aantal doelen dat telt, wel hoe hoog de lat wordt gelegd.’

Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA).© James Arthur Gekiere/blg

Er waren 995 vernietigde eindtermen in de basisvorming. Die golden voor alle richtingen in de tweede en derde graad secundair. Dat zijn nu 596 minimumdoelen geworden. Heel wat vernietigde eindtermen zijn verschoven van de basisvorming (voor iedereen) naar de specifieke vorming (alleen voor bepaalde richtingen). Die minimumdoelen voor de specifieke vorming worden in mei verwacht.

Meer ambitie

De versobering ging verder dan het schrappen van minimumdoelen in de basisvorming. ‘Er zijn vooral herhalingen, gedetailleerde beschrijvingen en voorbeelden geschrapt’, zegt Weyts. Het totaalplaatje: ‘We combineren meer soberheid met meer focus, meer duidelijke keuzes. En als er dan gekozen moet worden, dan kiezen we voor Nederlands, talen en wetenschappen-wiskunde – de STEM-vakken.’

Er wordt voortaan ook bewust niet meer gesproken over een ‘eindterm’. Die term werd vaak verkeerd begrepen als een soort eindhalte voor het onderwijs, aldus de minister. De nieuwe ‘minimumdoelen’ moedigen scholen daarentegen aan om boven op wat de overheid vraagt nog verder te gaan. ‘Dit gaat over meer ambitie voor onze leerlingen.’

De nieuwe minimumdoelen gaan op 1 september al van start. De witte rook is voor het onderwijsveld de eerste stap naar meer duidelijkheid en zekerheid. Het is nu aan de koepels om de voorlopige leerplannen rond te sturen naar de scholen. Voorlopige, want het Vlaams Parlement moet zich nog definitief uitspreken. Door de leerplannen nu al rond te sturen, krijgen scholen de gevraagde duidelijkheid over lesinhouden, finale lessentabellen en de organisatie van (vaak nieuwe) richtingen. Ook de uitgevers van handboeken kunnen vanaf nu hun forse eindsprint inzetten.

‘Vooral de leerkrachten van het vijfde jaar kunnen nu aan de slag’, zegt Lieven Boeve, topman van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. ‘Daar was de nood het hoogst.’ Hij is tevreden met de set doelen. ‘Ze zijn korter, ontvet en minder sturend. Ze laten scholen en leerkrachten meer vrijheid, dat is waar we naar streefden.’ Omdat er nu minder doelen in de basisvorming zitten, moet er volgens Boeve meer tijd zijn om de doelen te behandelen.

Na de verspreiding van de ‘gemeenschappelijke sokkel’ volgen de komende maanden de laatste puzzelstukken. Finale versies zijn dat nog niet. ‘We willen onze leerplannen vervolgens verrijken met de eerste inzichten uit het veld en schaven die en cours de route bij indien nodig.’ Tegen het einde van het schooljaar komen er ook schrappingsleerplannen voor de tweede graad. ‘Bedoeld voor leerkrachten die dit jaar merkten: we hebben geen tijd genoeg om alle leerstof te behandelen. Daarin wordt zichtbaar geschrapt wat niet meer aan bod moet komen.’