Direct naar artikelinhoud
InterviewLouis Hendryckx

Louis Hendryckx, zoon van Michiel: ‘Misschien ben ik vandaag wel zo gelukkig omdat ik weet hoe erg het kan zijn’

Louis Hendryckx: ‘Ik heb me nooit het kind van gescheiden ouders gevoeld.’Beeld Johan Jacobs

Louis Hendryckx oogt ouder dan zijn leeftijd doet vermoeden. Hij klinkt ook wijzer dan zijn vijftien jaar. Als hij praat, blijf je vanzelf luisteren – een trekje dat hij deelt met zijn vader Michiel (71), de fotograaf. ‘Ik merk vaak dat ik veruit de jongste van het gezelschap ben. Mij stoort dat niet: ik kan meepraten met iedereen.’

‘Je zou het misschien niet zeggen’, vertelde je vader ons, ‘maar Louis en ik lijken als twee druppels water op elkaar.’

Louis Hendryckx: “Ik was me er niet van bewust dat we fysiek zo sterk op elkaar leken, tot hij me wat van zijn jeugdfoto’s stuurde. De gelijkenis is creepy. En nu begint mijn kledingstijl ook almaar meer op de zijne te lijken. (Trekt aan de stof van zijn ribfluwelen broek) Dit soort broeken draagt mijn vader ook graag.”

Het grootste verschil is evident: het flinke aantal jaren dat zich tussen jullie uitstrekt.

Hendryckx (knikt): “Vandaag nog zei iemand op school tegen me: ‘Mijn grootouders zijn jonger dan jouw vader.’ Een vreemde gedachte, alleen valt het bij hem helemaal niet op dat hij de leeftijd van een grootvader heeft. Zeker niet als je met hem praat.

“De leeftijd die je op iemand plakt, hangt voor een groot stuk samen met de relatie die je met hem hebt. Omdat onze band er geen is van grootouder en kleinkind, zie ik mijn vader ook niet als een grootvader. Ik vergeet zelfs vaak dat hij al zo oud is. Voor mij is het net alsof hij deel uitmaakt van álle generaties.”

Hij is tijdloos?

Hendryckx: “Ja. Een oude ziel, maar jong van geest.”

Vanaf welke leeftijd had je in de gaten dat hij ouder was dan de andere vaders op school?

Hendryckx: “Al redelijk snel. Voor mij is het natuurlijk nooit anders geweest. Er was geen punt waarop ik plots dacht: wow!

“Ik kan me wel een moment herinneren in de kleuterklas, toen de juf zei: ‘Je opa is er om je op te halen.’ Ze schaamde zich toen ze haar fout inzag, maar ik vond het niet erg. Ik was er zelfs trots op. Ik ervaar het zeker niet als iets negatiefs.”

Heb je hem ooit gevraagd waarom hij zo laat aan jou is begonnen?

Hendryckx: “Hij wilde ooit wel kinderen, maar het kwam er niet van. Hij had zich zelfs al neergelegd bij een kinderloos bestaan, tot het opeens toch nog gebeurde met mijn moeder.”

In zijn ‘7 Hoofdzonden’-interview in Humo uit 2006, het jaar voor jouw geboorte, zei hij nog: ‘Ik had het waarschijnlijk heel leuk gevonden om met zo’n koter op mijn schoot te zitten en verhalen te vertellen, maar nu is het te laat.’

Hendryckx: “Kijk, het kan verkeren. Hij heeft me weleens gezegd: ‘Als je me had gezegd, een paar jaar voor jij er was, dat ik ooit op de bank zou zitten luisteren naar mijn zoon die pianospeelt, dan had ik je voor gek verklaard.’ Hij had het helemaal niet meer verwacht.

“Nu is hij superblij. Hoe ouder ik word, hoe meer we naar elkaar toe groeien en hoe meer gespreksstof we hebben. We praten over alles. Muziek en humor zijn zowat onze grootste raakvlakken.”

Loopt jullie muzieksmaak gelijk?

Hendryckx: “We wisselen vaak Spotify-lijsten uit. Laatst was hij verheugd dat Nick Drake op twee stond in mijn lijst van meest beluisterde artiesten. Omgekeerd sta ik altijd versteld van hoe up-to-date zijn smaak is. Ik hoef hem de muziek van nu niet te leren kennen.”

Hij zei wel dat jij hem had laten kennismaken met Arctic Monkeys.

Hendryckx: “Ja, maar het gaat net zo goed in de andere richting: dat ik vaak naar jazz luister, heb ik aan hem te danken. The Köln Concert van Keith Jarrett, dé plaat die me heeft aangezet om te gaan improviseren, heb ik dankzij hem leren kennen.”

Naar het schijnt ben je erg goed op de piano.

Hendryckx: “Ik heb een paar jaar op de muziekschool gezeten, een keuze die wat was gestuurd door mijn ouders. Noten leren is niet de fijnste bezigheid voor een kind, laat staan zingen voor de klas – dat kon ik écht niet – maar nu ben ik hen dankbaar. Ik ben blij dat ik noten kan lezen.”

Pianospelen is niet de meest courante hobby voor een 15-jarige.

Hendryckx: “Ik zie het niet echt als een hobby. Het maakt gewoon deel uit van mijn dag, zoals tandenpoetsen of ontbijten.

“Ik ben nooit een grote fan geweest van hobby’s. Ik snap wel dat je kunt genieten van een jeugdbeweging – ik heb het zelf even geprobeerd bij de scouts – maar dat saamhorige bleek toch niet mijn ding. Ik zit liever wat op mijn eentje te improviseren op de piano. Dat is het enige kind in mij, zeker?”

Volgens je moeder vormt je piano bijna een verlengstuk van je lichaam, zoals je vader en zijn fototoestel.

Hendryckx: “Ik haal er ontzettend veel plezier uit, maar ik ben niet van plan om van piano mijn carrière te maken. Om een professionele pianist te worden moet je ongelofelijk veel talent en toewijding hebben. Daarvoor is de drang bij mij niet groot genoeg.”

RUCOLA: OVERROEPEN

Je zei het daarnet al: de band tussen jou en je vader wordt hechter met de jaren. ‘De babytijd was niet aan mij besteed’, zegt hij.

Hendryckx: “Hij heeft nooit op het tapijt met de Lego zitten spelen, maar ik vond dat geen gemis.”

Wat deden jullie dan wel samen?

Hendryckx: “In de auto vroeg hij vaak: ‘Wat zie je allemaal, als je naar buiten kijkt?’ Hij probeerde me al heel vroeg aan te moedigen om naar de wereld te kijken. Ik antwoordde altijd: ‘Bomen.’ Hij zei het onlangs nog: ‘Ik had het toen niet door, maar jij zat gewoon te laag: je kón niks zien.’ (lacht) Toen al zat hij te popelen voor de volgende fase.”

Je hebt nooit samengewoond met je beide ouders.

Hendryckx: “Het typische kerngezin heb ik nooit gekend. Nog voor mijn geboorte is mijn moeder al in dit huis komen wonen, mijn vader bleef in het zijne.”

Hun latrelatie is een paar jaar later geëindigd.

Hendryckx: “Ik heb daar geen herinneringen aan. Ruzie is er in elk geval nooit geweest. Ik heb me ook nooit het kind van gescheiden ouders gevoeld. Misschien omdat ze altijd bevriend zijn gebleven. Mijn vader springt hier geregeld binnen, dan komt hij koffiedrinken en een praatje maken. Ik voel me nog altijd deel van één geheel.”

Jullie gaan zelfs samen op restaurant: jij, je ouders en hun nieuwe partners.

Hendryckx: “Niet dat we samen groepsuitstappen maken, maar af en toe doen we wel iets samen. Het is allemaal heel warm.

“Ik ben blij dat ze het zo hebben opgelost. Beter zo dan van die koppels die bij elkaar blijven maar constant lopen te roepen – mijn ouders zijn allebei stevige karakters.”

Je hebt altijd hier gewoond, bij je moeder. Eén of twee dagen per week ga je bij je vader logeren. ‘Ik wilde geen getsjool voor Louis’, zegt hij.

Hendryckx: “Hij wilde niet dat ik met een valiesje van hier naar daar zou moeten. Als ik bij hem ben – hij woont hier vlakbij – voelt het ook wel als thuis. Maar dit is mijn vaste plek.”

Je noemde je vader net een oude ziel, maar volgens je moeder ben jij dat zelf ook.

Hendryckx: “Ik ben met haar al een paar keer naar Parijs geweest. De laatste keer was ik uit verveling een notitieboekje gaan kopen. Opeens betrapte ik mezelf erop dat ik met klassieke muziek in mijn oortjes tweedegraadsvergelijkingen zat op te lossen op een bankje in Parijs. In een vlaag van zelfreflectie dacht ik: wat ben ik eigenlijk aan het doen? Het leek me plots zo absurd.”

Het valt op hoe mooi jij praat. Je klinkt heel volwassen.

Hendryckx: “Al van kleins af aan hebben mijn ouders me sterk aangemoedigd om nieuwe woorden te leren. Kende ik iets nieuws, dan probeerde ik het zo snel mogelijk in een zin te gebruiken. Niet altijd met evenveel succes, maar dat had naar het schijnt wel iets schattigs.”

Volgens je moeder deed je als 3-jarige uitspraken als: ‘Rucola is overroepen.’

Hendryckx (lacht): “Dat had ik geleerd van haar. Rucola was toen heel hip: het lag op elk gerecht.

“Ik gebruik nog altijd graag woorden die niet per se bij mijn leeftijd passen. In de les ging het over onze schooluitstap naar Rijsel. De leerkracht vroeg me de stad te beschrijven. Ik ben er al geweest: ze is vrij groot, maar het oude centrum is best klein. Dus ik zei: ‘Bevattelijk.’ Iedereen moest lachen: ‘Wat voor een woord gebruik jij nu?!’ Maar zo ingewikkeld is dat toch niet?”

‘Schreeuwerige kinderpyjama's kwamen er bij mij niet in. Ik zeurde ook nooit om een pyjama van ‘Cars’. Misschien is dat ook een beetje de oude ziel in mij: ik hou wel van ouderwetse mooie dingen.’Beeld Michiel Hendryckx

NIET OKÉ IS OKÉ

Heb je het gevoel dat je sneller volwassen bent geworden dan andere kinderen?

Hendryckx: “Soms wel. Ik merk vaak dat ik veruit de jongste ben van het gezelschap. Mij stoort dat niet: ik kan meepraten met iedereen.”

Vind je conversaties met leeftijdgenoten dan saai of kinderachtig?

Hendryckx: “Helemaal niet. Ik ben zeker geen wonderkind dat zijn leeftijd ver vooruit is. Ik voel me gewoon comfortabel bij elke leeftijd. Misschien stel ik me iets volwassener op als ik onder volwassenen ben, maar in de klas voel ik me zeker geen buitenbeentje.”

Houden grote wereldproblemen zoals de klimaatcrisis of de oorlog in Oekraïne je bezig?

Hendryckx: “Als ik erover lees, raakt het me wel. Maar net als elke 15-jarige leef ik heel erg in het nu. Als ik bij mijn vrienden ben, ben ik met hén bezig.

“Eén keer heb ik aan iemand op school gevraagd: ‘Ben jij gelukkig?’ Er kwam veel meer uit dan ik had verwacht. Daarom had ik me voorgenomen die vraag wat vaker aan leeftijdgenoten te stellen en hun antwoorden op te schrijven. Het is er nog niet van gekomen.”

Dat ene antwoord verbaasde je?

Hendryckx: “Ja. Ik schrik er soms van dat veel jongeren het zwaar hebben. Ik heb er lang niet bij stilgestaan dat ik op dat vlak misschien wel geluk heb. Misschien omdat ik zo’n leuke jeugd heb gehad… Euh, héb (lacht).”

Hoe komt het dat zoveel jongeren het zwaar hebben, denk je?

Hendryckx: “Geen idee. De redenen die ze aanhalen zijn me niet vreemd, hoor. Een grootvader verliezen, een huisdier dat sterft: dat raakt mij allemaal ook wel. Maar het maakt mijn gemoed niet kapot.”

Jouw generatie heeft anders wel wat om ongelukkig over te zijn: tegenwoordig tuimelen we van de ene crisis in de andere.

Hendryckx: “Ja, maar het zijn niet de grote dingen waaronder ze lijden. Het is eerder een algemeen gevoel van: help, het leven, wat moet ik ermee?

“Soms denk ik dat het tegenwoordig wat té oké is om niet oké te zijn.”

Dat moet je even uitleggen.

Hendryckx: “Je hoort vaak: ‘Het is oké om niet oké te zijn.’ En daar ben ik het absoluut mee eens. Aandacht voor mentaal welzijn is nodig. Maar soms heb ik de indruk dat die mantra het gemoed van mensen gaat bepalen.”

Het wordt een selffulfilling prophecy?

Hendryckx: “Ja. Iedereen heeft wel iets om triest over te zijn, maar daarom hóéf je nog niet triest te zijn. De tristesse wordt wat gecultiveerd, zeker op sociale media. Pakweg TikTok bevestigt vooral wat jij wilt horen.”

Zit je vaak op sociale media?

Hendryckx: “Niet op TikTok. Ik heb ooit gezegd: ‘Daar doe ik niet aan mee.’ En vanuit een of ander onnozel principe hou ik me daaraan. Ik zit wel op Instagram, dus ik wil zeker geen statement maken tegen sociale media. Op zich zijn ze geweldig. Maar ik vraag me meer en meer af of ze wel zo goed zijn voor mensen met een kwetsbaarheid.”

Heb jij nooit last van zwaarte?

Hendryckx: “Toch wel. In de lagere school ben ik vrij stevig gepest. Ik was nogal eigenzinnig, anders dan de rest. Zelf vond ik dat prima, maar het kwam me duur te staan. In het laatste jaar ben ik van school veranderd, maar op die nieuwe school was het nog erger: ik had er geen vrienden meer én ik werd gepest. Op dat moment was het verschrikkelijk: ik voelde me een alien, kon niemand meer vertrouwen. Maar als ik er nu op terugkijk, zou ik er niks aan veranderen. Het heeft me mee gemaakt tot wie ik nu ben.”

Weerbaarder?

Hendryckx: “Misschien wel. Het heeft me leren omgaan met situaties of mensen die wat wringen. Misschien ben ik vandaag wel zo gelukkig omdat ik weet hoe erg het kan zijn.”

Trad de school niet op tegen die pesterijen?

Hendryckx: “Te weinig. Ik weet dat er onderzoek over bestaat – straffen mag niet en zo – maar als ervaringsdeskundige kan ik je zeggen: de softe aanpak van dat probleem werkt voor geen meter.”

Wat werkt dan wel?

Hendryckx: “Op de school waar ik nu zit, had ik even het gevoel dat het opnieuw kon beginnen. Een leerkracht heeft toen kordaat opgetreden: ‘Als je het nog één keer doet, dan mag je nablijven en de poetsvrouw helpen.’ Op lange termijn heeft die aanpak misschien geen zin, maar in mijn geval is het gepest wel gestopt.”

Lees ook

Fotograaf Michiel Hendryckx leert u om trager en aandachtiger te leven: ‘Ontsnap af en toe aan de vele prikkels van het moderne leven’

VERLIEFD OP DE LIEFDE

Je lijkt me geen groot fuifbeest.

Hendryckx: “Ik ben zelfs nog nooit naar een fuif geweest. Ze zeggen dat mijn generatie niet meer zo bezig is met alcohol of sigaretten, maar ik merk om me heen dat veel 15-jarigen toch uitkijken naar het moment dat ze legaal kunnen drinken.”

Jij hoeft zo lang niet meer te wachten: je wordt volgende maand al 16.

Hendryckx: “Misschien maak ik mezelf hier niet populair mee, maar mij interesseert drinken totaal niet. Denk nu niet dat ik het type ben dat het liefst thuis zit te studeren – mijn punten zijn oké, maar erg veel studeer ik niet.

“Dat ik niet per se aan de alcohol wil, betekent ook niet dat ik niet wil genieten van het leven. Vorige zomer was ik op zeilkamp met een vriend. Op de laatste avond zijn we weggeglipt en naar de pier gegaan. Terwijl ik daar naar die gladde waterspiegel zat te kijken, dacht ik: als ik nu had gedronken, had ik dit nooit zo intens ervaren. Ik hoef die roes niet.”

Zou je vader kwaad zijn als je straks toch een pint drinkt?

Hendryckx: “Helemaal niet. Hij moedigt het alleen niet aan. Wat hij vooral niet wil – dat heeft hij me al gezegd – is dat ik ooit zou roken.”

Terwijl hij zelf lang heeft gerookt.

Hendryckx: “In zijn tijd was het anders: op zijn 16de liet de toezichthouder na school een mand met sigaretten rondgaan. Onder die groepsdruk is hij ermee begonnen.

“Op zijn 28ste, toen hij lesgaf aan de Gentse Academie, zat hij al pijp te roken in de leraarskamer. Dat moet een gek gezicht geweest zijn: zo’n pijp associeer je niet met een jonge gast. Hij was toen al een oude ziel.”

Een oude ziel die zich niks aantrok van de trends of de hypes.

Hendryckx: “Ja. Dat vind ik het minst leuke aan mijn generatie: het is bijna onmogelijk om je niks aan te trekken van wat de rest denkt. Als je ook maar lichtjes buiten de lijntjes kleurt, krijg je al een opmerking. Ik heb bijvoorbeeld nieuwe schoenen, Dr. Martens. Vandaag kwam iemand naar me toe: ‘Mooi, maar ik weet niet of ze bij jou passen.’ Ik wist niet goed hoe ik daarop moest reageren: ‘Euh… thanks! Ik zal het onthouden.’ (lacht) Iedereen is ongevraagd recensent van elkaars outfit.”

Je moet meegrazen met de kudde?

Hendryckx: “Zoiets, ja. Misschien hoort het ook gewoon bij puber zijn. Ik denk dat mijn vader het soms ook moeilijk had omdat hij niet altijd in de pas liep. Het is iets van alle tijden: doe maar normaal, dat is al gek genoeg.”

Volgens je vader zei je op je 11de al: ‘Geen zorgen, ik ga nooit puberen.’ Heb je je aan die belofte gehouden?

Hendryckx: “Ik vraag me nog altijd af: wanneer begint die puberteit eigenlijk? Ze zeggen dat pubers het zo moeilijk hebben, maar ik vind het leven nu veel aangenamer dan een paar jaar geleden.

“Ik heb nooit de behoefte gevoeld om te rebelleren. Misschien zit het niet in mij, of misschien hebben mijn ouders het nooit aangewakkerd. Ik heb hen altijd als vrienden beschouwd. Het zijn twee mensen die ik ongelofelijk graag zie.

“Mijn vader was wel bang voor die puberteit: ‘Als je later gaat puberen, ga je me een oude zak vinden.’ Ik heb dat misschien al héél af en toe gedacht, maar ik heb hem zeker nog nooit zo genoemd (lacht).

“Ik kan me maar één keer herinneren dat hij echt kwaad op me was. Ik moest van hem altijd stevige schoenen dragen. Eén keer had ik hem zover gekregen All Stars voor me te kopen – dat droegen mijn vrienden. In de auto hebben we even echt ruziegemaakt. Achteraf gezien had hij gelijk: het zijn vreselijk slechte schoenen.”

Je vader noemt zichzelf een laatbloeier in de liefde.

Hendryckx: “Hij zegt dat ik dat ook ben. Ik ben er nog niet zo mee bezig. Ik heb even iets gehad met een meisje, maar dat is alweer voorbij. ‘Jij was verliefd op de liefde’, zei mijn vader achteraf. Misschien had hij wel gelijk.”

‘Iedereen heeft wel iets om triest over te zijn, maar daarom hóéf je nog niet triest te zijn. De tristesse wordt wat gecultiveerd, zeker op sociale media.’Beeld Johan Jacobs

BABYPROOF

Naar eigen zeggen is je vader best streng: ‘Ik woon in een huis dat lijkt op een brocantewinkel. Louis mocht als kind dingen vastpakken, maar dan moest hij dat wel eerst vragen.’

Hendryckx: “Dat is zo. Ik leefde als kind al op een erg volwassen plek.”

Het klinkt niet als de kindvriendelijkste omgeving.

Hendryckx: “Het was vast niet babyproof, maar is dat nodig? Misschien gaan volwassenen wel wat te betuttelend om met kinderen. Mijn ouders hebben me nooit betutteld.”

Ook zonder kinderwens had je vader wel een glashelder idee van hoe hij het vaderschap wilde aanpakken: hij wilde geen etter op de wereld zetten.

Hendryckx: “Hij zag om zich heen genoeg gezinnen waar de kinderen de plak voerden. Mijn ouders hebben me van kleins af meegenomen op restaurant. Er werd dan van me verwacht dat ik me gedroeg, dat ik niet het huilende ettertje uithing.

“Op andere vlakken was mijn vader helemaal niet streng: er was cola in huis en ik hoefde niet eerst een boterham met kaas te eten voor ik een boterham met choco kreeg. Zulke regels interesseren hem hoegenaamd niet.”

Op de website van je vader staat een prachtige foto van jou als kleuter.

Hendryckx: “Die foto met de pluchen papegaai op mijn hoofd?”

Die bedoelen we. Je zit op bed en draagt zo’n klassieke streepjespyjama.

Hendryckx: “Die koopt hij nog altijd voor mij. Schreeuwerige kinderpyjama’s kwamen er bij hem niet in. Ik zeurde ook nooit om een pyjama van Cars. Misschien is dat ook een beetje de oude ziel in mij: ik hou wel van ouderwetse, mooie dingen. Als kind had ik thuis een keer een oud metalen heupflesje gevonden. Ik vond het zo mooi dat ik het als drinkfles wilde meenemen naar school. Gelukkig heeft mijn moeder daar toen een stokje voor gestoken. Stel je voor dat ik met zo’n heupfles op school was verschenen!

“Je ziet aan de bedsprei en het massief houten hoofdeinde op de foto hoe het huis van mijn vader eruitziet: alles is er ouderwets. Mijn vrienden Wolf en Maud vinden het de gezelligste plek op aarde. Ik omring mezelf ook graag met ouderwetse hebbedingetjes. Niet dat ik al zo gezapig ben dat ik de rommelmarkten afschuim, maar ooit komt het er zeker van.”

‘Mijn kinderen zullen zich hun grootvader niet herinneren. Daar kan ik paniek over voelen, maar ik wil er niet mee verpesten wat we nu hebben. Ik geniet bijvoorbeeld enorm van onze reizen: al sinds mijn 6de maken we er elk jaar samen één.’Beeld Johan Jacobs

KNALGELE YAMAHA

Houdt de gedachte ‘Ik ga mijn vader al op jonge leeftijd verliezen’ je bezig?

Hendryckx: “Ja. Dat besef kwam opeens, zoals elk kind zich plots realiseert: wacht eens even, mijn ouders gaan ooit dood. Bij mij zal dat moment sneller komen. Mijn vader zal mijn kinderen waarschijnlijk nooit kennen. Of misschien zal hij ze nog nét kennen, maar zij zullen zich hun grootvader niet herinneren.

“Soms kan ik daar paniek over voelen, maar ik wil wat we nu hebben niet verpesten door te denken aan later. Ik geniet bijvoorbeeld enorm van onze reizen: al sinds mijn 6de maken we er elk jaar samen één.”

Binnenkort gaan jullie naar Londen.

Hendryckx: “Dat was zijn keuze: hij wil me de stad leren kennen. Hij is van De Panne en ging er als kind al heen met de scouts. Als ik naar Parijs ga met mijn moeder, ben ik de routeplanner – zij is niet zo goed in oriëntatie. In Londen zal mijn vader het voortouw nemen.”

Weet je al wat er op het programma staat?

Hendryckx: “Speaker’s Corner in Hyde Park (waar mensen van oudsher in het openbaar hun mening verkondigen en in debat gaan, red.) gaan we zeker bezoeken. Ik ben er benieuwd naar. Het concept spreekt me wel aan. Niet dat ik van plan ben het woord te nemen, maar voor een publiek spreken schrikt me absoluut niet af.”

Je vader zei al dat je een beetje een podiumbeest bent.

Hendryckx: “Niet dat ik per se in de spotlights wil staan, maar ik vind het niet onaangenaam als alle ogen op mij gericht zijn. Ik hou ervan mijn visie te formuleren en te staven met argumenten.”

Zegt de politiek je iets? De meeste jongeren lopen er niet warm voor.

Hendryckx: “Echt? Op school ken ik iemand die er nogal rechtse ideeën op na houdt – voor de rest een prima kerel. Ik hou er wel van met hem in discussie te gaan.”

Op welke punten verschillen jullie van mening?

Hendryckx: “Ik vind dat hij een hard beeld van de wereld heeft, terwijl het zo’n mooie plek is. Neem nu de migratiecrisis: mensen hebben de neiging naar vluchtelingen te kijken als naar een vervelende, anonieme zwerm die ons land binnenkomt en die we naar goeddunken kunnen opdragen netjes achter de lijn te wachten. Maar het zijn allemaal individuen, mensen die echt niet voor hun plezier naar hier zijn gevlucht. Wees eens wat menselijker.”

De migratiecrisis houdt je bezig.

Hendryckx: “Tijdens zulke discussies heel erg, maar de dag erna zit ik alweer met een totaal ander thema in mijn hoofd. Soms denk ik: komaan, Louis, concentreer je nu eens op één ding.”

Maar je bent pas 15!

Hendryckx: “Dat is waar. Sommige leeftijdgenoten hebben geen idee wat ze later willen worden omdat ze niks interessant vinden. Ik heb het omgekeerde probleem: ik weet nog niet wat ik later wil doen omdat álles me interesseert.”

We hebben aan je vader en moeder gevraagd: waar zien jullie Louis over tien jaar? Ze gaven allebei hetzelfde antwoord: ‘Geen idee.’

Hendryckx: “Ik weet het ook niet. De vraag wat ik na de humaniora wil doen, vind ik zelfs wat overweldigend. Er is zoveel dat me boeit: wiskunde, taal, rechten, politiek…”

Van je vader mag je alles worden…

Hendryckx: “… behalve fotograaf.”

Hoezo?

Hendryckx: “Hij wil niet dat ik in zijn schaduw ga staan. Al zegt hij ook: ‘Voor hetzelfde geld blijk je beter dan ik.’

“Eigenlijk maakt het hem niet uit wat ik later word. ‘Voor mijn part word je loodgieter,’ zegt hij, ‘maar maak dan wel dat je de béste loodgieter wordt.’”

Dat kan ook tellen, qua druk.

Hendryckx: “Een beetje druk vind ik oké, maar ergens de beste in zijn interesseert me totaal niet. Ik ben geen haantje.”

Een televisiecarrière, zegt dat je iets?

Hendryckx: “Mijn vader heeft ooit De bende van Wim en Het Bourgondisch complot gemaakt, allebei producties van mijn moeder – daardoor hebben ze elkaar trouwens leren kennen. Voor televisie werken schrikt me niet af, maar ik denk niet dat ik die richting uit zal gaan.”

Eigenlijk zou je van alles willen proeven.

Hendryckx: “Precies. Ik zou het interessant vinden om na de middelbare school een sabbatjaar te nemen om allerlei jobs uit te proberen: een maand meelopen met een journalist, dan met een advocaat… Dan weet je pas waaraan je begint. En zo’n jaar is ook handig om te bekomen van die ontzettend vermoeiende jaren op de middelbare school (lacht).”

Maar fotografie wordt het dus zeker niet.

Hendryckx: “Wie zal het zeggen? Mijn vader heeft me al een van zijn fototoestellen cadeau gedaan. Als ik naar Parijs ga, neem ik het mee, maar ik ben er zeker niet aan verknocht. Eigenlijk geniet ik vooral van zíjn foto’s. Als we samen naar een tentoonstelling gaan en hij geeft me uitleg bij elke foto, kan ik daar enorm van genieten.”

Jij hebt vast een hele collectie kinderfoto’s.

Hendryckx: “Het valt best mee. Af en toe zegt mijn vader: ‘Kom, we gaan nog eens een foto maken.’ Dan neemt hij een foto van mij op de brommer of zo.”

Heb jij een brommer?

Hendryckx: “Een knalgele Yamaha Giggle. Charmant en onverwoestbaar. Mijn ouders hebben exact dezelfde – de liefde voor tweewielers heb ik van hen geërfd. Vroeger brachten ze me elke dag met de brommer naar school. Ooit willen we een reisje maken, met z’n drieën op onze gele brommers.”

Mag jij al op een brommer rijden?

Hendryckx: “Nog niet. In Frankrijk rij ik af en toe op die van mijn vader. Eigenlijk mag dat daar ook niet, maar niemand die er iets van zegt.

“Mijn eigen Yamaha staat hier klaar, voor als ik straks 16 word. Op mijn verjaardag wil ik mijn rijbewijs halen.”

Liever een rit op je brommer dan een eerste pint?

Hendryckx (lacht): “Absoluut.”

© Humo