Kenneth Lasoen.© Kris Van Exel

Expert inlichtingendiensten waarschuwt na verijdelde aanslagen: “Jonge extremisten gaan sneller tot actie over”

De moslimextremist is terug van nooit echt weggeweest, hij is alleen veel jonger geworden. Dat zegt Kenneth Lasoen, expert inlichtingendiensten en veiligheid van de UAntwerpen en de universiteit Utrecht, na de arrestatie van acht geradicaliseerde jongeren in Antwerpen en Brussel. Als schuldige wijst hij naar de lockdowns tijdens de coronacrisis. Hij waarschuwt: “Jongeren worden sneller beïnvloed en zullen dus sneller tot actie overgaan. Dat geeft ons minder tijd om de signalen op te pikken.”

Greg Van Roosbroeck

LEES OOK. Zeven aanhoudingen na verijdelde terroristische aanslagen: 20-jarige uit Merksem is hoofdverdachte

Kenneth Lasoen, auteur van het boek Geheim België: geschiedenis van de inlichtingendiensten 1830-2022, schrikt er niet van dat geradicaliseerde jongeren mogelijk een terreuraanslag wilden plegen in ons land. “Moslimextremisme is terug van nooit echt weggeweest. Als maatschappij zijn we door de coronacrisis en de nieuwe Koude Oorlog in slaap gesust. Helaas is een segment van de bevolking al die jaren naarstig verder geradicaliseerd.”

Wie zijn deze extremisten, als we ze vergelijken met de tijd van de aanslagen in Brussel, IS en zelfs Al Qaida?

Kenneth Lasoen: “Het gaat nog steeds over een klein percentage moslims dat vooral in de concentratiewijken van grote steden woont en kwaad is op de maatschappij. Het enige verschil met 2016 en de jaren daarvoor is dat ze veel jonger zijn, en dat het al gaat over profielen vanaf 13 jaar.”

Hoe gevaarlijk is dat, een 13-jarige die radicaliseert?

“Jongeren worden sneller beïnvloed en zullen dus ook sneller tot actie overgaan. We zien dat al in de cijfers: vroeger zat er tussen het begin van de radicalisering en het uitvoeren van de aanval een termijn van gemiddeld achttien weken. Vandaag is dat korter geworden en dat geeft de ordediensten minder tijd om de signalen op te pikken. Bovendien denken onvolwassen extremisten minder na over de mogelijke gevolgen van zo’n aanslag dan volwassen extremisten. Abrini en Abdeslam hebben hun aanslag uiteindelijk niet gepleegd.”

Wat verwijten extremisten ons vandaag?

“Het discours is nog steeds dat iedereen die niet-moslim is uitgeroeid moet worden. Dat de dar al-islam, het stuk van de wereld dat bekeerd is tot de islam, het moet opnemen tegen de dar al-harb: wij, westerlingen, ongelovigen. Alleen zo kan de dar al-islam overleven. Terreurorganisaties als Al Qaida en IS gebruiken de Koran om die theorie te rechtvaardigen. En dan is er nog de kwestie integratie: een deel moslims voelt zich nog steeds een tweederangsburger met een kleurtje. Of ze voelen zich meer Marokkaan dan Vlaming, Waal, Brusselaar of Belg. Dat hebben we vorige winter nog gezien tijdens het WK voetbal.”

Wie krijgt de nieuwe extremisten zo radicaal en hoe worden ze radicaal gehouden?

“Vroeger werkte dat vooral met haatpredikers die zulke boodschappen verspreidden. Dat gebeurt nog altijd, met Saudi-Arabië dat veruit de grootste sponsor is van reisbewegingen van fundamentalistische en radicale imams. Vooral sinds 2020 is daar ook het internet en de sociale media bijgekomen. Onderschat de kwade rol niet die de virologen gespeeld hebben door het opleggen van lockdowns. Veel mensen zijn heel lang opgesloten geweest met niks anders dan een computerscherm en tegelijk een gebrek aan onderwijs om de info op dat scherm te ontkrachten. Er is een directe correlatie tussen toenemende radicalisering en lockdowns. De jongeren die toen al kwetsbaar waren voor radicalisering, zijn alleen maar extremer geworden.”

Wat zijn de nieuwe extremisten precies van plan?

“De modus operandi van IS is nog altijd dezelfde: een soft target raken. Met een mes voorbijgangers aanvallen zoals in Londen bijvoorbeeld. Al Qaida is altijd spectaculairder geweest, maar is daar ook van afgestapt omdat onze inlichtingendiensten waakzamer geworden zijn en grootse plannen zoals 9/11 makkelijker ontdekken. Toch mogen we grote aanslagen niet afserveren. Al Qaida wil zichzelf graag nog eens op de kaart zetten. Ze hebben gezien wat een pandemie kan doen en zouden graag iets doen met biologische wapens. IS focust zich dan weer op cyberterreur om digitale of andere kritieke infrastructuur te saboteren. Dat is echt niet ondenkbaar. Naast het dark web en socialemediakanalen hebben ze magazines waarin ze uitleggen hoe volgelingen bepaalde aanslagen kunnen uitvoeren.”

Hoe sterk zijn onze Belgische inlichtingendiensten om zoiets te voorkomen?

“Na de aanslagen van 22 maart 2016 in Brussel en Zaventem heeft ons land een Joint Intelligence Center en een Joint Decision Center opgericht waarin instanties zoals het parket en de staatsveiligheid samenkomen om cases bij elkaar te leggen. Dat heeft gewerkt voor deze acht verdachten, want het gaat om twee verschillende groeperingen die tegelijk ontdekt en opgepakt zijn. Er is vandaag een betere aanpak dan voor 2016, toen onze diensten voor contraterreur op een absoluut minimum zaten van mensen en middelen. Er is ook een grote motivatie om het goed te doen. Helaas hangt het voorkomen van een aanslag ook af van geluk.”

We kunnen zo’n aanslag dus nooit helemaal uitsluiten.

“Ik denk altijd aan de brief van de IRA in 1984, nadat die er niet in geslaagd was om premier Margaret Thatcher te vermoorden met een tijdbom. Het is nu niet gelukt, maar wij moeten maar één keer geluk hebben, jullie moeten altijd geluk hebben. Het risico zal altijd blijven bestaan. De nachtmerrie is een lone actor die niemand kan detecteren. Ze zijn veeleer zeldzaam, maar ze zijn nooit uit te sluiten, want niemand wil een politiestaat. Dat zou het overigens alleen maar erger maken.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER