Fina werd zaterdag 105. Haar twee kleinkinderen, Tanja (52) en Ronny (54) vierden mee.© Karel Hemerijckx

Oudste vrouw van Limburg is 105: ”Ze heeft veel meegemaakt, maar is altijd goedgezind en positief gebleven”

Dilsen-Stokkem -

Zaterdag heeft Fina in wzc ’t Kempken met klein- en achterkleinkinderen haar 105de verjaardag gevierd. Voor zover bekend is ze de oudste vrouw van Limburg. “Ja, ze heeft veel meegemaakt en toch is ze altijd goedgezind en positief. We kunnen ons geen betere oma dromen”, zegt Tanja, haar kleindochter.

Jan Bex

Tot een kleine maand geleden was Anna-Josephina Vranken, zeg maar Fina, nog gezond en monter, ondanks haar hoge leeftijd. “Tot haar honderdste deed ze echt nog alles zelf. Wassen, zich aankleden...”, vertelt Tanja Klerkx (52), haar enige kleindochter. “Oma heeft ook corona overleefd. Al heeft ze toch geleden omdat ze geen mensen meer zag, geen bezoek mocht krijgen. We konden haar enkel zien achter glas. Een knuffel kon niet meer. Dat was hard. Al is het personeel hier in ’t Kempken echt wel superlief voor haar. Ze wordt op handen gedragen. Ze verblijft hier al het langst van alle bewoners.”

Knubbelkesvlaai

Een kleine maand geleden verslikte Fina zich bij het drinken van een glas melk. “De luchtpijp is geraakt. Een week lang hebben ze haar zuurstof moeten toedienen. Dat heeft haar toch wel een knak gegeven. Normaal lacht ze altijd als ik binnenkom, nu is ze sommige dagen wat afweziger.”

En toch. Zaterdag heeft Fina op haar 105de verjaardag volgend menu gevraagd. En gekregen: wortelpuree met zwarte pens en als dessert knubbelkesvlaai! Als dat geen feestmaal is. “Op haar honderdste verjaardag had ze ook al een bijzonder verzoek”, herinnert Tanja zich: “Friet met een frikandel speciaal en een dame blanche.”

Ongetwijfeld zal ze zondag wel gekeken hebben naar de Ronde van Vlaanderen. Fina heeft iets met koers en coureurs. “Tom Boonen was haar grote held”, lacht Tanja. Maar een nog grotere held voor haar moet haar eerste man geweest zijn, Jan Klerkx (1916-1944). Ook hij was in zijn jonge jaren een talentvolle wielrenner. Tanja: “Als opgroeiend meisje ging ze graag naar koersen kijken. Zo heeft ze ook haar Jan leren kennen. Onlangs heb ik haar nog gevraagd hoe ze hem heeft leren kennen: ‘Och, m’n kind’, vertelde ze, ‘hij had toch zo mooi golvend haar. En krollekes. Hmmm, dacht ik, wat ne schone jong. En zo is dat begonnen.”

Appelsienen

Met Jan komt de zon weer in haar leven. Op haar veertiende heeft Fina immers haar moeder verloren. Hoewel ze goed leert en stilletjes hoopt om voor onderwijzeres te mogen studeren, moet ze van haar vader, die een boerderij heeft, voor de andere kinderen zorgen.

Jan, die twijfelt tussen het avontuur van de koers en een vaste baan, kiest uiteindelijk voor het tweede: hij wordt chauffeur voor de mijn, nog voor de oorlog. In september 1938 trouwen ze. “Toen ze snel daarna zwanger werd, at ze kilo’s en kilo’s appelsienen. Als gij gene rosse krijgt, dan weet ik het niet, zei mèm, haar schoonmoeder die zeer goed voor haar was. En kijk, toen papa werd geboren in oktober 1939, was hij toch niet ros, zeker? En nog wel écht ros.”

Gelukkige jaren, ook al is het oorlog. Haar Jan is na de mobilisatie en na de overgave van België opnieuw aan het werk als chauffeur in Eisden-mijn. Jan, vaderlandslievend, zal ook weerstander worden en zich aansluiten bij het Geheim Leger. In de nacht van 3 op 4 september 1944 slaat het noodlot toe. Brussel wordt op dat moment bevrijd. Om 1 uur ’s nachts kloppen Duitsers aan. Vrouwke, zegt Jan, zeg dat ik werken ben, ik vlucht naar Ophoven. Helaas voor Jan staan aan de achterkant van hun woning in Stokkem nog veel meer Duitsers hem op te wachten, samen met een Belg uit Meeswijk, vermoedelijk de verrader. Haar Jan wordt neergeknald en nadien gruwelijk verminkt. Men zal hem moeten inwikkelen om hem op te kunnen baren. Alleen z’n handen zijn toonbaar.

Sterke vrouw

Als jonge moeder van zoontje François zal Fina lang voor steun moeten bedelen bij diverse instanties. Het spaargeld raakt stilaan op. Als de nood hoog is, loert toch weer geluk om de hoek. Midden jaren vijftig leert ze Leo Meeuwissen kennen, de tweede man in haar leven. “Een schat van een mens. Grappig ook”, zegt Tanja. Maar trouwen doen ze niet. “Anders was oma haar oorlogspensioentje kwijt. Met hem is ze opnieuw heel gelukkig geweest.”

In 1979 sterft Leo in haar armen. Als haar zoon, de vader van Tanja en Ronny, twintig jaar later veel te jong sterft, is dat een hele zware klap. Niet veel later zal ze beslissen om naar een rusthuis te gaan. “Breng me maar naar ’t Kempken, ik wil jullie niet tot last zijn”, zal ze zeggen. “Wat ik zo bewonder aan oma is dat ze ondanks alles altijd zo positief en sterk is gebleven”, zegt Tanja. “Als ik als kind, en ook later, troost nodig had, ging ik naar oma. Pak de dag gelijk die komt, m’n kind. Morgen is een nieuwe dag. Het komt wel in orde? En dan gaf ze me een dikke knuffel, hè oma?”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer