De commissie Bestuurszaken van het Vlaams Parlement heeft zich maandagmiddag gebogen over de beslissing van minister van Bestuurszaken Liesbeth Homans om de procedure op te starten voor het intrekken van de vergunning van de Fatih-moskee in Beringen. Volgens de minister blijkt uit informatie van de Staatsveiligheid dat de werking van de moskee in strijd is met de erkenningsvoorwaarden voor moskeeën die zij als Vlaams minister moet bewaken.

Nadat de Staatsveiligheid eerder zelf al vragen stelde bij die interpretatie van haar rapport, klonk er ook bij de oppositie en de eigen coalitiepartners kritiek op de lezing en het optreden van de N-VA-minister. Zo noemde CD&V’er Ward Kennes de interpretatie van de minister “onzorgvuldig”.

Open VLD’er Jean-Jacques De Gucht vroeg zich dan weer af waarom minister Homans niet in januari (bij het eerste rapport van de Staatsveiligheid over de Diyanet-moskeeën, nvdr.) al heeft ingegrepen. Ook volgens Vlaams Belang had Homans toen al alle erkenningen van de 13 Diyanet-moskeeën moeten intrekken.

Minister Homans verdedigde zich door te stellen dat ze die beslissing toen niet heeft genomen om de Turkse gemeenschap “niet te stigmatiseren” en dat haar beslissing rond de moskee in Beringen genomen is na het tweede rapport van de Staatsveiligheid (van begin april). Daarin wordt volgens haar ook alleen de Fatih-moskee in Beringen genoemd.

De meest opvallende kritiek op het optreden van de minister kwam maandag van de fractieleiders van Open VLD en CD&V. Zo drong liberaal Bart Somers er bij minister Homans op aan “voorzichtiger” te communiceren over de Staatsveiligheid om de integriteit van die instelling niet aan te tasten. Daarnaast vindt Somers vooral dat er een “structurele aanpak” en een actieplan moet komen tegen de inmenging van de Turkse president Erdogan in onze samenleving. “Het is de taak en de plicht van de Vlaamse regering om daar een structureel antwoord op te geven dat verder gaat dan dagjes- en spektakelpolitiek”, klonk het fors.

“Op de juiste manier lezen”

CD&V’er Koen Van den Heuvel van zijn kant riep de minister op de rapporten van de Staatsveiligheid “op de juiste manier te lezen”. “Misschien moet er in het vervolg een verklarende leeswijzer worden meegestuurd”, klonk het. Ook Van den Heuvel drong aan op een “verbindend beleid zonder spektakel waardoor er stappen achteruit worden gezet”.

Minister Homans verdedigde haar beslissing uitvoerig. Ze overhandigde daarbij een chronologie van de briefwisselingen die ze in dit dossier heeft gevoerd. “Ik ben sinds 13 december 2016 bezig met het verzamelen van informatie. Ik heb constant nieuwe brieven geschreven. Als ik daar geen antwoord op krijg, kan ik daar niet aan doen. Ik heb de procedure in gang gezet zoals het moet. Ik ga daar ook mee verder en ben niet van plan de beslissing in te trekken”, aldus de N-VA-minister.

De minister liet tussendoor ook verstaan dat de Staatsveiligheid niet van plan zou zijn om in te gaan op haar vraag om ook voor de overige twaalf Diyanet-moskeeën een rapport op te maken.