Werkgevers moeten tijdelijke werkloosheid meer compenseren: “Dit is een zure maatregel”

De federale regering gaat zelf minder geld uitbetalen aan werknemers met een tijdelijke werkloosheidsuitkering. Aan de werkgevers wordt gevraagd dat zij het verschil compenseren. Danny Van Assche van ondernemersorganisatie Unizo is er niet over te spreken.


Beluister het volledige gesprek met Danny Van Assche hier:


Uitgelegd: Wat is tijdelijke werkloosheid precies?

Door tijdelijke werkloosheid in te roepen, kunnen bedrijven een tijdelijke periode van minder werk overbruggen, zonder werknemers te moeten ontslaan. Dit werd tijdens de COVID-periode vaak gebruikt. De overheid betaalt dan een bepaald percentage als werkloosheidsuitkering aan de werknemers uit.

Wat er verandert: Van de werkgevers wordt verwacht dat zij het verschil overbruggen. Voorheen betaalde de overheid 65 procent, nu wordt dat maar 60 procent.

  • Van Assche is logischerwijs niet te spreken over deze besparingsmaatregel: “Dit is nu het eenzijdig duurder maken van een maatregel die we nodig hebben om ervoor te zorgen dat de werkgelegenheid gespaard blijft. Dat we ervoor kunnen zorgen dat de mensen aan boord blijven. En dat maakt het een zure maatregel.”
  • “We moeten ervoor zorgen dat die verbetering zich kan blijven doorzetten om opnieuw in een beter economisch klimaat te komen dan we vorig jaar hebben gehad. Maar dat is op dit moment heel erg precair. Ook het aantal faillissementen blijft stijgen, dus het is heel precair op dit moment.”
  • “We kunnen niet zeggen dat alles wat er vorige week beslist is (tijdens de begrotingscontrole, red.), op kap is van de bedrijven en dat het niet goed is. Maar wat de tijdelijke werkloosheid betreft, da’s een hele zure. Dat had eigenlijk binnen het sociaal overleg moeten gebeuren. We hadden dat al wat duurder gemaakt”, besluit Van Assche.
Meer