Jasper Philipsen wint na duik in kleinste gaatje met overmacht de Scheldeprijs

De kroniek van de aangekondigde zege voor Jasper Philipsen verliep niet zonder slag of stoot. In de laatste tweehonderd meter moest hij twee keer de benen stilhouden en dan had hij ook nog geluk dat Edward Theuns (Trek-Segafredo, zesde) sportief was en op links de deur niet dicht deed.
Theuns: “Wat win ik er zelf mee als ik de deur toe doe?”
Philipsen: “Ik was blij dat Edward het zo fair speelde, anders had ik niet goed kunnen slapen.”

Na Brugge - De Panne wint Philipsen de tweede grote sprintafspraak van het Vlaamse voorjaar. In De Panne won hij na een waaierkoers een sprint van vier, in Schoten was het een echte massasprint. “Een sprint winnen tegen dit deelnemersveld met al die mooie namen geeft veel vertrouwen voor wat straks volgt in de Tour.”

Philipsen won dit seizoen al twee massasprints in Tirreno-Adriatico. Vorig jaar won hij ook de slotrit van de Tour op Champs-Elysées, wat het WK der sprinters heet te zijn - als die term al niet opgaat voor de Scheldeprijs.

Is hij momenteel de snelste sprinter ter wereld? “Ik wil gewoon zoveel mogelijk koersen winnen. Misschien ben ik niet dé snelste, maar ik behoor wel tot het clubje van de snelste mannen: Jakobsen, Ewan en Groenewegen.”

Volgens sportief manager Christoph Roodhooft van Alpecin-Deceuninck mag Philipsen met de vuist op tafel slaan en die titel opeisen: “Op dit moment is Jasper de rapste van allemaal.”

De snelste van het pak won in Schoten, maar ook zijn sprinttrein mocht er zijn. “Het was mooi om te zien dat we zelf initiatief namen. Het was nog ver en ik vond dat vrij ambitieus, maar we wisten het te halen tot op de streep. Mathieu deed een enorm lange beurt. Dat kan enkel hij, en dan hadden we nog sterke gasten als Jonas Rickaert en Ramon Sinkeldam achter de hand. Zij maakten het mij vrij comfortabel in een hectisch peloton.”

De laatste man voor Philipsen was Rickaert. De 29-jarige West-Vlaming is zijn favoriete lead-out, maar kampte het voorbije jaar met twee beknelde liesslagaders. Dit was de eerste massasprint waarin Philipsen op Rickaert als laatste man kon rekenen sinds UAE Tour in februari 2022. “Het liep meteen goed. Het straffe is dat we voor de koers geen tactische meeting hebben gedaan, waarin besproken werd op welke manier we de sprint zouden aantrekken en wie wat zou doen... Ik koos intuïtief het wiel van Jonas, die mij prima afzette achter het treintje van Ewan”, zegt Philipsen.

In januari hoopte Rickaert met een bang hartje dat hij zou klaar geraken voor de Tour. Ondanks hij eind maart even werd teruggeslagen door ziekte, zit hij voor op schema.

Philipsen: “Ik hoop dat Ricky de Tour haalt. Totnogtoe gaat het goed met zijn been en heup. De komende weken moet hij testen doen bergop, want dat kon hij nog niet doen en zal in de Tour een rol spelen. Deze mooie sprint moet hem alleszins motiveren.”
Roodhooft: “Jonas heeft nog werk voor de boeg, dat weten we. Het was geen zware koers, maar hij was er in de finale. Dit was voor hem een goeie start om zijn rol binnen de sprintreiten te vervullen.”

Aan Rickaert om de komende weken stappen voorwaarts te zetten. In eerste instantie zonder Philipsen, want die last vanaf maandag een rustperiode in. “Parijs-Roubaix is de laatste koers van mijn voorjaar. Het is uiteraard een droom om er ooit zelf te winnen, maar ik start in dienende rol. Mathieu is in supervorm. We gaan hem proberen naar de zege te leiden door met veel pionnen in de finale te komen. Twee jaar geleden zat ik in de vroege vlucht en heb ik zo die taak kunnen vervullen”, aldus Philipsen.