Direct naar artikelinhoud
AchtergrondVermiste kinderen

‘Onze lijdensweg blijft maar duren, nu al 32 jaar’: ouders van vermiste kinderen, na de doorbraak rond Britta Cloetens

Van links naar rechts: Britta Cloetens, Liam Vanden Brande, Nathalie Geijsbregts en Kim en Ken Heyrman.Beeld rv

Twaalf jaar, zo lang moesten de ouders van Britta Cloetens wachten op het nieuws dat het lichaam van hun dochter gevonden werd. En dat, zo bevestigen alle andere ouders van kinderen die nog niet teruggevonden zijn, is een cruciale stap in het verwerkingsproces.

“Hoe negatief dat nieuws ook zou zijn, mochten ze mij morgen komen vertellen dat mijn zoon gevonden is, maar dat hij jammer genoeg overleden is, dan zit daar ergens een grond van positiviteit in. Dan kunnen we eindelijk beginnen met rouwen, afscheid nemen en een plaats geven. Nu hebben we niets.”

Dirk Vanden Branden (62) wacht al 27 jaar op nieuws over wat er met zijn zoon Liam gebeurd is. Op 3 mei 1996 verdween de dan 2-jarige Liam uit het huis van zijn grootouders. Het blijft gissen wat er juist is gebeurd: kwam de jongen in het water van het Zennegat terecht en verdronk hij? Of werd hij ontvoerd, zoals Vanden Branden zelf altijd geloofd heeft? Niemand die het kan zeggen. “Dat hangt als een molensteen rond mijn nek: het weegt zwaarder met de jaren”, zegt Vanden Branden.

Alle ouders van vermiste en vermoorde kinderen blijven hopen op nieuws zoals deze week gebeurde voor de ouders van Britta Cloetens. Dankzij DNA-testen weten we dat het lichaam dat in december van vorig jaar gevonden werd in Dinant dat van hun dochter is.

“Ik had de mama van Britta daarnet aan de telefoon”, zegt Alain Remue van de Cel Vermiste Personen. “Voor hen komt er na al die jaren eindelijk nog een stukje van het antwoord waar ze al zo lang op wachten – ook al wisten ze al even dat hun dochter vermoord is. Maar hun dochter komt nu thuis.”

Rouwarbeid

“Ik ben jammer genoeg ervaringsdeskundige”, zegt Vanden Branden. “Ik heb ook een jonge dochter verloren die onverwacht dood ter wereld kwam. Ook al is dat niet minder erg, ik heb mij daar als ouder sneller bij kunnen neerleggen. We hebben haar een plaats kunnen geven, een graf, en kunnen daarnaartoe.”

Zo’n plek heeft Anita Pintjens (61), mama van de al 32 jaar vermiste Nathalie Geijsbregts niet. “Ja, er is een gedenksteen”, zegt ze. “Maar dat mag je absoluut niet zien als een graf.”

Ook Tinny Mast (57) herkent dat verschil. Zij verloor 29 jaar geleden twee van haar kinderen, Kim en Ken Heyrman. Haar dochter Kim werd een maand later teruggevonden in het Antwerpse Asiadok. Na een autopsie bleek ze seksueel misbruikt en vermoord te zijn. Van Ken ontbreekt elk spoor. “Dat is een verschil”, zegt ze. “Ik heb als mama kunnen afscheid nemen van Kim. Ik heb kunnen zien wat er met haar gebeurd is, hoe cru dat ook is. Maar dat is belangrijk geweest. Bij Ken heb ik niets.”

Rouwexpert Manu Keirse (KU Leuven) snapt dat maar al te goed. “Afscheid nemen vraagt om rouwarbeid”, zegt hij. “Die arbeid bestaat uit vier taken. De eerste is het onder ogen zien van het verlies. Je moet kunnen verstaan en begrijpen. Maar als je helemaal niets kunt zien of verstaan, dan is het heel moeilijk om de werkelijkheid onder ogen te zien.”

‘De eerste stap in een rouwproces is het onder ogen zien van het verlies. Maar dat is heel moeilijk als je helemaal niets kunt zien of verstaan’
Manu KeirseRouwexpert

Knagend gevoel

Het is waar deze ouders al jarenlang om hopen: het rouwproces te kunnen inzetten. “Ik ben zo blij voor de ouders van Britta”, zegt Mast. Maar, zo geeft ze toe: “Zodra de eerste schok is weggeëbd, komt de vraag: ‘Wanneer gaan ze nieuws hebben voor mij?’”

Pintjens spreekt zelfs over “een soort van jaloezie”. “Het pikt”, zegt ze. “Onze lijdensweg blijft maar duren, nu al 32 jaar.” Het valt haar steeds zwaarder dat verdriet te dragen. “Hoe ouder ik word, hoe slechter ik me erbij voel”, zegt ze. “Ik zit met meer vragen en verdriet dan vroeger. Ik heb het gevoel dat ik de kracht en sterkte van vroeger kwijt ben.”

Het viel ook Mast op bij de 25-jarige verjaardag van Child Focus onlangs hoeveel van de zoekende ouders ziek zijn. Geen toeval volgens haar.

Spreek in een week als deze waarin nieuws over Britta Cloetens naar buiten komt echter niet over ‘wonden die opnieuw opengaan’, want – zo tikken alle ouders ons op de vingers – zolang het lichaam van hun dierbare niet gevonden is of er geen uitsluitsel komt over waar die nu is, gaat de wonde niet dicht.

“Je probeert daarmee te leven”, zegt Vanden Branden. “De ene dag gaat dat al beter dan de andere, maar het is zwaar. Geloof, me dit wens je je ergste vijand niet toe.” Dat laatste is nog zo’n uitspraak die terugkeert bij alle ouders.

Een andere constante in hun verhalen is de grote dankbaarheid dat er aandacht is voor de persoon die zij al jaren missen, of dat nu in de media is of door justitie. “Dat is enorm belangrijk: weten dat het dossier nog altijd in leven is, ook na 32 jaar”, zegt Pintjens.

“Dat is een van de redenen waarom wij twee jaar geleden gestart zijn met Operatie Kerkhof”, zegt Remue. “Daarin maken we een inventaris van alle begraafplaatsen waar mensen begraven liggen die niet geïdentificeerd konden worden.”

Bedoeling is om die graven te openen, een DNA-profiel op te stellen en die informatie door de databank van vermiste personen van het NICC te halen. “Zo konden we Corrie van der Valk terugvinden”, zegt Remue. “In Nederland liep een onderzoek voor criminele verdwijning naar haar. Uiteindelijk bleek de vrouw aangereden door een trein in Profondeville.”

Die sprankel hoop, dat is waar al deze ouders voor leven. “Ik ben wel realistisch genoeg om te weten dat mijn Ken niet meer zal leven”, zegt Mast, die haar zoon negen jaar geleden overleden liet verklaren. “Toch blijf dat: ik wil iets van mijn Ken terug.”