Scherpe stenen werktuigen van prehistorische mens worden "per ongeluk" ook door apen gemaakt 

Steenscherven van wilde makaken in Thailand lijken opvallend hard op scherven die de mens in de steentijd maakte als gereedschap. Dat blijkt uit een studie die gepubliceerd werd in het wetenschappelijk tijdschrift Science Advances. De scherven ontstaan wanneer apen noten kraken met een stuk steen als hamer, en daarbij per ongeluk de steen onder de noot raken. Volgens de onderzoekers zouden ze onterecht toegeschreven kunnen worden aan de mens als er geen observatie van dat gedrag zou gebeuren.

Het oudste stenen gereedschap, toe te schrijven aan een mensachtige verwant van de moderne mens, is zo'n 3,3 miljoen jaar oud. Stenen gereedschap is een van de weinige overblijfselen van menselijke activiteit in de prehistorische tijd, en geeft archeologen een beeld van hoever de mens technologisch ontwikkeld was. Het moment waarop de mens scherpere werktuigen van steen begon te maken, beschouwen archeologen dan ook als een cruciale stap in de evolutie. 

Concreet gaat het hier om steenfragmenten of -schilfers die loskomen door vanuit een bepaalde hoek twee stenen tegen elkaar te slaan. Het resultaat zijn scherpe stukken steen waarmee de mensen vlees veel makkelijker van een karkas konden snijden dan met de brutere hamers die voorouders daar in vroegere tijden voor gebruikten.

Die stenen zijn voor archeologen een belangrijke bron van informatie over de ontwikkeling van onze voorouders: als ze zulke werktuigen maakten, waren ze in staat om heel precieze motorische handelingen uit te voeren en om stukken rots of steen te selecteren die ervoor geschikt zijn. Wanneer onderzoekers een heel aantal van die steenschilfers met specifieke kenmerken op één plek ontdekken, bijvoorbeeld ergens waar die steensoort eigenlijk niet zo vaak voorkomt, hebben ze reden om aan te nemen dat de schilfers bewust gemaakt zijn. 

Maar nu ontdekten wetenschappers dus een addertje onder het gras: die stenen schilfers kunnen ook wel eens van apen komen. In een nieuwe studie namen onderzoekers van het Duitse Max Planck instituut samen met een wetenschapper uit Thailand de kenmerken van steenschilfers van langstaartige makaken uit de Phang Nga baai (Thailand) onder de loep. Die bleken wel heel veel gelijkenissen te vertonen met de prehistorische vondsten.

Al is er wel een belangrijk verschil: terwijl mensen de steenschilfers op een gegeven moment bewust zijn gaan vervaardigen, gebeurt het bij de apen "per ongeluk". Apen gebruiken namelijk stenen om noten te kraken. De onderzoekers zagen hoe de makaken een stuk steen als aambeeld gebruikten en dan met een andere steen als hamer op de harde oliepalmnoten sloegen. Als de apen ernaast sloegen en de steen eronder raakten, vlogen de scherven ervan af: steenscherven net als bij de mens uit de steentijd.

In deze afbeelding uit de studie zie je een aantal steenfragmenten die de apen maakten, weergegeven vanuit verschillende hoeken
Proffitt et al., 2023

Het blijft dus een unieke evolutie dat mensen met opzet zulke stenen scherven maakten, maar archeologen moeten nu wel gaan opletten: het is volgens de onderzoekers bijna onmogelijk om de 'ongelukjes' van de apen te onderscheiden van sommige menselijke archeologische vondsten. 

De onderzoekers zien in hun ontdekking een mogelijk bewijs dat de uitvinding van het gereedschap bij de mens het gevolg is van hetzelfde gedrag als dat van de apen: het kraken van noten. Als die theorie klopt, zou de techniek nog ouder zijn dan we al dachten.

Meest gelezen