"Verstekelingen in Belgische havens slecht behandeld"

Clandestiene passagiers die ontdekt worden op schepen in Belgische havens, worden vaak slecht behandeld. Dat zegt Myria, het Federaal Migratiecentrum. "Ze worden aan boord gehouden, krijgen geen enkele informatie en mogen geen advocaat zien."

Sinds 2014 zijn 58 verborgen clandestiene passagiers ontdekt tussen de lading van schepen die aankomen in de havens van Antwerpen, Gent, Zeebrugge-Blankenberge en Oostende-Nieuwpoort. De kapitein moet dan de Dienst Vreemdelingenzaken op de hoogte brengen, maar die neemt geen uitwijzingsmaatregel, noch een beslissing over het statuut. DVZ vindt dat de verstekeling zich nooit aan een grenspost heeft gemeld en dus nooit het land heeft betreden.

De verstekeling wordt dus aan boord gehouden, en dat zonder mogelijkheid om dat aan te vechten. Dat is in tegenspraak met de fundamentele rechten van de persoon, vindt Myria. "Het grootste probleem is dat die persoon op dat schip, in tegenstelling tot iemand die zich via de luchthaven of de landsgrenzen meldt als vluchteling, geen enkele informatie daarover krijgt", zegt woordvoerder Tom Kenis. "Hij krijgt te horen dat hij teruggedreven wordt, maar kan daar geen beroep tegen aantekenen. Hij kan ook niet in contact komen met een advocaat."

Myria herinnert eraan dat volgens het internationaal recht en de VN-conventie over het zeerecht de territoriale wateren deel uitmaken van het grondgebied van de kuststaat.

Nog een probleem is dat het Belgische juridisch kader toelaat dat de clandestiene passagier verplicht wordt te werken op het schip, zonder recht op vergoeding. Een schending van de Europese Conventie van de rechten van de mens, aldus Myria.

Lees het volledige rapport van Myria

Meest gelezen