© Joris Herregods
Zo onderscheid je de pinguïns in Planckendael: “Als een vingerafdruk bij de mens”
Op zoek naar het mooiste pak in Planckendael passeren we bij kleurrijke neushoornvogels in de Aziatische serre, bij het elegant roze verenkleed van de flamingo’s en de alternatieve zwart-grijze look met een schat aan ringen van de ringstaartmaki’s. Maar het absolute voorbeeld van dieren die altijd op hun paasbest gekleed zijn, vinden we toch de pinguïns.
We ontmoeten de Humboldtpinguïns in de doorloopvolière van het Amerikaanse continent. Niet achter glas met vriestemperaturen, maar in een met net overspannen buitenperk. “Humboldts wonen aan de rotskusten van Chili en Peru. Daar hebben ze een gelijkaardig klimaat als het onze, de dieren leven hier dus gewoon buiten”, vertelt verzorger Joram terwijl hij met een emmer vol vis naar de dieren stapt. “Onze 25 pinguïns krijgen zo’n 10 kilo jonge haring. We voederen ze met de hand zodat we in de gaten kunnen houden dat iedereen aan de beurt komt en dan zien we hen ook van dichtbij. Zo zien we bijvoorbeeld als er eentje een wondje of zo heeft.”
© Joris Herregods
Vettere vis om in de winter een speklaag te kweken, blijkt niet nodig. “Met periodes eten ze wel meer, dat is net voor ze, een keer per jaar, in de rui gaan. Pinguïns zijn vogels: ook al vliegen ze niet, ze hebben wel een verenkleed. Hun pluimen liggen dakpansgewijs op elkaar. Tijdens de rui staan de veren hier en daar open en verschijnen er kale plekken. Hun kleed is dan niet meer 100% waterdicht, waardoor ze dan niet graag zwemmen, zelfs niet om eten te zoeken. Ze leggen gewoon vooraf een reserve aan zodat ze enkele weken niet in het water moeten”, weet Joram.
Smoking
Op dit moment zitten ze strak in het pak. “De doffe grijze plekken zijn er uit en hun pak is heel mooi donkerzwart. Ze zien er in hun smoking erg feestelijk uit en duiken zonder problemen het water in.” De verzorger wijst ons ook op de nestboxen in de rotswanden, waarin zowel pinguïns als incasternen wonen. Dat zijn vogels die vaak vlak bij pinguïns wonen omdat ze zelf niet goed zien. Ze wachten tot de pinguïns al zwemmend de vissen omhoog jagen zodat ze die makkelijk kunnen vangen.
De mannen dragen hun armband rechts, de vrouwen links. — © Joris Herregods
Dat doen ze in koppels, want pinguïns zijn partnertrouw. Om te weten wie bij wie hoort, kan je de armbandjes van de dieren in de gaten houden. Een armband rechts, dat zijn de mannen, links de vrouwen. “En per koppel kregen ze vroeger samen hetzelfde kleurtje, maar dat doen we niet meer. De kleuren zijn dus niet up-to-date. Wij herkennen hen niet daaraan, wel aan het stippenpatroon op hun buik. Dat is bij elke pinguïn uniek, het is als een vingerafdruk bij de mens. Ook na de rui blijft het stippenpatroon hetzelfde en weten we dus makkelijk wie wie is”, verklapt de verzorger. Deze pinguïns zitten dus niet alleen strak in het pak, ze zijn ook herkenbaar aan hun pak.
HUMBOLDTPINGUINS -ID
Pinguïns gebruiken hun vleugels eerder als peddels. — © Joris Herregods
