Direct naar artikelinhoud
InterviewVéronique Goossens

Véronique Goossens: ‘Het verdriet van mijn kinderen om de dood van hun vader, Christophe Lambrecht, is zwaar om dragen’

Véronique GoossensBeeld Carmen De Vos

Vijf jaar geleden ruilde Véronique Goossens (53) de radio- en tv-journalistiek in voor een job als hoofdeconoom bij Belfius. Een gesprek over geldzaken, het glazen plafond en het verlies van haar ex, StuBru-stem Christophe Lambrecht. ‘Tuurlijk kwamen er reacties op mijn aanstelling. Ik heb niet eens een economisch diploma, en ben dan ook nog eens een vrouw.’

Er bestaan slechtere plekken om gasten te ontvangen dan de 32ste verdieping van het Belfius-gebouw in Brussel. Hoog boven het Noordstation en met een panoramisch uitzicht op de hoofdstad reserveerde Véronique Goossens – “mijn bureau is op de zeventiende verdieping, ook mooi” – een vergaderruimte voor ons gesprek.

Goossens is gepokt en gemazeld in de journalistiek. Ze was lang het gezicht van zakenzender Kanaal Z, maar ze werkte ook voor de regionale televisiezender RTV, presenteerde het Radio 1-programma Levende lijven, las het nieuws op het toenmalige VT4 en deed research voor het VTM-programma Recht van antwoord. In 2018 stapte ze over naar Belfius, de staatsbank die na de kredietcrisis van 2008 herrees uit de as van het Frans-Belgische Dexia. Maar hoe wordt een journalist met een diploma politieke en sociale wetenschappen econoom?

“Het gaat niet alleen om het diploma, maar ook om wat je in de loop van je carrière doet. Ik denk dat het goed is om mensen met atypische profielen in bepaalde functies op te nemen, omdat ze op een andere manier naar de dingen kijken en daardoor een meerwaarde bieden.

“Mijn passie voor economie is begonnen toen ik voor ­Kanaal Z werkte. Meer dan tien jaar lang heb ik elke week een talkshow gepresenteerd die ik zelf voorbereidde, waardoor ik veel maatschappelijke thema’s heb kunnen bestuderen. Daarna heb ik voor uitgeverij Polis een boek geschreven over de Nationale Bank van België. Zo ben ik bij Marc Raisière, de CEO van Belfius, terechtgekomen, die me een job voorstelde. Ik dacht eerst dat het een grap was. Ik had een clichébeeld over de bankensector – slaperig, saai – en vroeg bedenktijd.

“Mijn dochter heeft me het laatste duwtje gegeven. Toen we Marc Raisière niet lang daarna op een kunsttentoonstelling tegenkwamen, zei hij dat zijn aanbod nog steeds gold. Mijn dochter wist van niets: welk aanbod? Zij vond dat ik moest toehappen.”

Als hoofdeconoom is het haar opdracht zich te mengen in het publieke debat en de economische actualiteit te duiden. Na doemberichten over een slabakkende economie en het failliet van de Silicon Valley Bank (SVB) in de VS en het Zwitserse Credit Suisse, ligt de volgende vraag voor de hand.

Moeten we bang zijn voor een nieuwe bankencrisis?

(beslist) “Neen. De situatie is fundamenteel anders dan in 2008: Europese banken hebben nu een grote liquiditeits­buffer, waardoor ze veel cash hebben klaarstaan. In het geval van Belfius gaat het om een derde van alle spaargelden die op onze balans staan. Als spaarders onzeker worden en hun geld beginnen op te vragen, kunnen de Belgische banken dat aan.

“Silicon Valley Bank was een kleine, regionale bank, gespecialiseerd in de fintech. Toen ze door slecht beleid omviel, ontstond een paniekerig sfeertje en de financiële wereld ging op zoek naar andere zwakke schakels in het systeem. Van Credit Suisse was geweten dat het al enkele jaren verlies maakte. Bovendien had de bank belastingontduiking en witwassen mogelijk gemaakt. Alle ogen waren dus plots op Credit Suisse gericht, wat voor een wegloop van klanten zorgde. Maar net zoals SVB werd ook de Zwitserse bank gered. De spaarders zijn zeker dat ze hun geld terugzien.”

Véronique Goossens: ‘Het verdriet van mijn kinderen om de dood van hun vader, Christophe Lambrecht, is zwaar om dragen’
Beeld Carmen De Vos

Waarom zouden we banken moeten vertrouwen als die zeggen: maak je geen zorgen?

“De banken van 2008 zijn niet te vergelijken met die van nu: toen wisten ze amper waarover het ging. Dat is fundamenteel veranderd. Als je nu kandidaat bent voor een raad van bestuur of een directiecomité van een bank, dan zal de regelgever je uitvoerig screenen. De kwaliteit van de discussies is beter, alles wordt tot in detail bekeken. Een uitwas als Credit Suisse is nu ook meteen kaltgestellt.

“Het banksysteem is robuuster geworden. Elke spaarder is verzekerd tot 100.000 euro, wat niet zo was in 2008. Mensen kunnen op hun beide oren slapen.”

Ondertussen moeten we afrekenen met de naweeën van een energiecrisis en zijn er geopolitieke spanningen, wat zich vertaalt in een economische groei van nog geen procent. Staan we er niet zo best voor?

“De kranten stonden vorig jaar vol met het recessiegevaar. Voor het laatste kwartaal van 2022 werd negatieve groei voorspeld en in de eerste drie maanden van 2023 zouden we een technische recessie meemaken. Heb jij ze al gezien, de recessie? Ik niet.

“Ik vind dat onze economie veerkrachtig heeft gereageerd op de pandemie en de energiecrisis. Het is een rustig jaar met weinig groei en ook volgend jaar zal het bescheiden zijn, maar we gaan erop vooruit.”

Behalve met dure energieprijzen kampen we ook met hoge voedselprijzen. Hoe wapen je je daartegen als consument?

“De koopkracht van de consumenten is erop vooruitgegaan, dankzij de automatische loonindexering – begin dit jaar zelfs nog voor een miljoen Belgen. De algemene inflatie, die momenteel 6,7 procent bedraagt, is aan het dalen. Maar de kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte voedings­waren, SS) zit nu op 8,6 procent en blijft stijgen. Dat is niet goed, zeker niet als je weet dat de doelstelling 2 procent inflatie is.

“Wie een lening heeft, zit goed. Doordat de inflatie zo hoog is, win je geld. Het kapitaal dat je moet afbetalen, wordt maand na maand immers minder waard. Je voelt dat misschien niet in je portemonnee, maar ondertussen stijgt je huis in waarde. Bovendien hebben veel mensen door de automatische loonindexering een hoger inkomen en kunnen ze gemakkelijker hun lening afbetalen.”

Véronique Goossens: ‘Het verdriet van mijn kinderen om de dood van hun vader, Christophe Lambrecht, is zwaar om dragen’
Beeld Carmen De Vos

Wat kan iemand die vandaag over een te besteden bedrag beschikt, daar het best mee doen?

“Simpel: gespreid beleggen in de tijd. Stel dat je honderd euro wil beleggen in tien maanden, dan koop je elke maand voor 10 euro aandelen en obligaties. Als de markt stijgt, win je geld. Dalen de beurzen, dan blijf je hetzelfde doen. Als belegger moet je elke emotie uitschakelen. Je hebt een plan en brengt dat tot uitvoering. Uiteraard heb je altijd een buffer nodig die je kunt aanspreken als er iets misloopt, maar het slechtste wat je kunt doen, is je geld op een spaarrekening laten staan, want dan verliest het aan waarde.”

Is dit het moment om een eigen huis te kopen?

“Dat is het altijd. Lenen is wel een beetje duurder geworden. Dat zien we ook in de cijfers: er worden minder hypothecaire kredieten verstrekt. Maar we zien dat kopers meer steun krijgen van hun ouders en grootouders. Dat is een mooie vorm van intergenerationele solidariteit: babyboomers hebben vaak een stevige spaarboek en dragen een stuk van hun rijkdom over aan kinderen en kleinkinderen die een huis willen kopen.”

Je zult maar een huis willen kopen en geen kapitaalkrachtige ouders hebben.

“Dan is het moeilijker, dat klopt. Maar de overheid probeert daaraan tegemoet te komen. De jongste jaren is er veel ingezet op de onderste inkomenskwartielen en tijdens de pandemie hebben zij ruim hulp gekregen. Je kunt altijd betogen dat het te weinig is en dat bijvoorbeeld veel meer sociale woningbouw nodig is. Kansarmoede is schandalig in een rijke regio zoals de onze. Maar het probleem is complex en niet zo gemakkelijk op te lossen.”

Clichébeeld

Véronique Goossens is hoofdeconoom bij Belfius. Dat houdt in dat ze de economie bestudeert, zodat ze vragen van klanten en journalisten kan beantwoorden. Ze leidt de tienkoppige studiedienst die aan macro-economisch onderzoek doet. Elk jaar levert de dienst een rapport af over de financiële gezondheid van de gemeentebesturen en ziekenhuizen. Maar evengoed zet ze studies op over beleggingen, hypothecaire leningen of het ondernemersklimaat. Goossens rapporteert rechtstreeks aan de chief financial officer (CFO) en maakt deel uit van het klankbord van het directiecomité.

Hoeveel hoofdeconomen telt Belfius?

“Eén. Eerst heette het chief opinion leader, maar die titel vond ik te pompeus klinken. Dat hebben we snel laten vallen. Ik heb dan misschien geen economisch diploma, ik maak zelf analyses en schrijf mijn eigen teksten. Ik ben een selfmade econoom, al kan ik ook rekenen op een team topeconomen die de diepe analyse doen. Omdat monetaire economie mij passioneert, heb ik daar een lessenreeks over gevolgd aan de Universiteit Gent. Ik zat tussen master­studenten van in de twintig en heb zelfs aan examens meegedaan – met succes. De titel ‘econoom’ wordt nogal eng bekeken, merk ik.”

Ondervindt u dat u zich harder moet bewijzen dan een gediplomeerd econoom?

“In het begin wel, nu niet meer. Maar vrouwen moeten zich sowieso harder bewijzen. Tenminste: als ze hogerop willen klimmen. Het glazen plafond bestaat nog altijd, al wordt bij Belfius wel naar vrouwen geluisterd. Wij hebben ook een vrouwelijk topmanagement.”

Het directiecomité bestaat uit een vrouw en vier mannen en in de raad van bestuur zijn er zes vrouwen op zestien leden. Er is nog werk.

“Dat is niet evenwichtig, dat klopt. We moeten dat rechtzetten, maar dat doe je niet zomaar. In het directiecomité moet de pijplijn van mensen die doorstromen sterk genoeg zijn. Dat vraagt jaren werk. Er staan nu veel vrouwen klaar om dat traject af te leggen: in de toplaag van de bank is veertig procent van alle senior en key-executives een vrouw.”

Clichébeeld
Beeld Carmen De Vos

U hebt eerder gezegd dat een bedrijf anders wordt geleid als vrouwen mee aan het stuur staan. Hoe merkt u dat bij Belfius?

“Het zijn vrouwen die opmerkingen maken over duurzaamheid en dat we daar te weinig over rapporteren.”

Duwt u vrouwen nu niet in het hoekje van softere thema’s zoals duurzaamheid en diversiteit?

“Ik beweer niet dat mannen niet sociaal of niet duurzaam zouden zijn. En bij Belfius zijn er net zo goed vrouwen die over financiële zaken gaan: de supportmanagement-­afdeling van de CFO bestaat uit negen mensen, van wie zes vrouwen. Zij zorgen voor andere discussies aan tafel die tot een evenwichtigere besluitvorming leiden. Vrouwen zijn vaker bereid het status quo in vraag te stellen: we doen het altijd zo, kunnen we het niet omdraaien?”

Banken morrelen almaar meer aan hun basisbereikbaarheid: geldautomaten verdwijnen, loketten gaan dicht. Volgens een rapport van de Europese Centrale Bank is de frustratie over de povere beschikbaarheid van geldautomaten nergens in Europa zo groot als in België. De regering probeert de financiële sector nu meer bankautomaten te laten plaatsen, voorlopig zonder succes. Is het niet gênant dat de overheid zich moet bemoeien met de basistaak van banken?

“Belfius heeft net een grote proximiteit tot zijn klanten omdat we, in tegenstelling tot sommige andere banken, nooit een grote sluitingsronde hebben gekend. Ons netwerk van banken is nog altijd goed geïntegreerd. Misschien zijn we anders bereikbaar, met veranderde kantooruren en afspraken, maar we zijn er wel.”

De trend bij veel banken is net om klanten af te leiden naar een app.

“Wij hebben daar een andere visie op: het menselijke aspect is bij ons belangrijk. Een bankier is er om advies te geven. Wanneer stap je naar een bank? Op belangrijke levens­momenten: je koopt een huis, je wilt een erfenis regelen of sparen voor je studerende kinderen. Dan wil je raad van een deskundige die tegenover je zit.

“Overigens sta ik vaak versteld van de zaken die je zelf kunt regelen met je bankapp. Als je voor de balie van een autoverhuurmaatschappij staat die een hoog voorschot vraagt, dan kun je de limiet voor je MasterCard eigenhandig verhogen. Dat is toch geweldig?”

Er zijn oudere mensen die amper hun digitale telefoon krijgen ontgrendeld.

“De generatie die nu met pensioen gaat, is digitaal al mee. Maar er zijn inderdaad nog mensen bij wie het niet lukt. Bij ons kun je nog altijd aan het loket terecht, maar ook via een beveiligd telefoonsysteem waarop je zelfstandig allerlei transacties kunt uitvoeren.”

Onafhankelijk

Al tijdens de humaniora wilde Goossens de journalistiek in en zag ze zichzelf later het nieuws presenteren. Maar toen ze twee jaar aan de slag was als nieuwslezer op de regionale zender RTV, moest ze vaststellen dat ze haar creativiteit niet kwijt kon. “Ik vond het saai.” Bij Kanaal Z was ze in de eerste plaats nieuws­anker, terwijl ze liever reportages wilde maken.

Nu ze in de bankensector is terechtgekomen, is de scheidingslijn duidelijk geworden: werk is werk, fantasie en verbeeldingskracht komen daarna. In haar vrije tijd is Goossens meter van het FOMU, het fotomuseum in Antwerpen, waar ze de werking en het aankoopbeleid mee opvolgt. Kunst interesseerde haar altijd al en via Belfius, met 4.300 werken de grootste privéverzamelaar van Belgische kunst, was de link snel gelegd.

Mist u de journalistiek?

“Nee. Ik ben een vrijdenker en neem zelden een blad voor de mond. Ik vreesde dat ik bij Belfius mijn intellectuele onafhankelijkheid zou verliezen, dus ik heb daar op voorhand lange gesprekken over gevoerd met de CEO. Nu ik hier werk, kan ik alleen maar vaststellen dat ik mijn vrijheid niet ben kwijtgespeeld.”

Een citaat van een van uw dochters: ‘Mijn mama heeft me geleerd een krachtige, onafhankelijke vrouw te zijn.’ Wie van de twee heeft dat gezegd: Helena of Bruna?

“Helena, de oudste. Ik ben ook zo opgevoed door mijn moeder, die me altijd op het hart heeft gedrukt nooit afhankelijk te worden van een partner. Zij was diamantbewerkster, mijn vader was industrieel ingenieur. Mijn moeder had wel een eigen job, maar het waren andere tijden: voor grote aan­kopen moest ze bij wijze van spreken toestemming krijgen van haar man.

“Mijn dochters studeren allebei: Helena doet journalistiek, Bruna begint volgend jaar aan haar rechtenstudie. De oudste wil ook een gezin stichten, dus waarschuw ik haar nu al: bespreek op voorhand hoe je dat gaat regelen. Er studeren vandaag meer vrouwen dan mannen af in hogere studies, maar toch gaan vrouwen vaker op halve kracht werken. Ze missen carrièrekansen omdat ze thuisblijven voor de kinderen. Ondertussen kan de man blijven gaan, maakt hij promotie en heeft hij een hoger loon. Bij een tweede kind gaat hij dat toch niet opgeven? Dus blijft de vrouw opnieuw thuis.”

U klinkt daar strijdvaardig in. Hebt u spijt omdat u zelf in die situatie hebt gezeten?

“Ik zie het eerder als een theoretische denkoefening voor mijn dochters. Van mij mogen ze thuisblijven, maar ik wil dat ze op voorhand stilstaan bij de gevolgen van dat scenario.”

Onafhankelijk
Beeld Carmen De Vos

Helena en Bruna zijn ook de dochters van de in 2019 overleden StuBru-presentator Christophe Lambrecht. Op het moment dat hij stierf, waren jullie geen koppel meer. Hoe rouw je om een overleden ex-partner?

“Christophe was mijn maatje, we voedden onze kinderen samen op. Ons co-ouderschap was er een uit de boekjes: we kwamen goed overeen en konden compromissen maken, al ontplofte het ook weleens. Sinds hij er niet meer is, heb ik het gevoel dat ik mijn sparringpartner kwijt ben. Bovendien is er het verdriet van mijn kinderen, dat zwaar is om te dragen. Ik kan er alleen maar zijn voor hen, met alle warmte en troost die ik te bieden heb.”

Het was opmerkelijk hoe Christophes overlijden een warme golf teweegbracht. Was u daar verbaasd over?

“Iederéén was daar verbaasd over. Hoe vaak hebben we niet tegen elkaar gezegd: Christophe moest het geweten hebben! Hij zou gaan lopen zijn. Veel mensen laafden zich aan zijn warme stem. Straks is hij er al vier jaar niet meer, maar we praten nog veel over hem, zeker bij de mijlpalen die de meisjes nemen. De jongste krijgt in juni haar middelbareschooldiploma. Je kunt je voorstellen dat ze wil dat haar papa erbij zou zijn geweest.”

Iets anders: u bent ooit lid geweest van de BIL, de Belgische improvisatieliga. Is er aan u een actrice verloren gegaan?

“Haha, dat betwijfel ik. In mijn jeugd had ik meegespeeld in een paar theaterstukken en als twintiger zag ik enkele live improvisaties. De durf die daarmee gepaard ging, vond ik aantrekkelijk. Bij de BIL vond ik de perfecte combinatie van acteren en improviseren. Tijdens de week trainden we en in het weekend speelden we voor een publiek. De creativiteit die je op zo’n moment moet laten vloeien, typeert mij. Ik zoek zulke dingen op, ik daag mezelf graag uit.”

Is dat wat u bij Belfius ook doet: uzelf uitdagen?

(knikt) “Ik wist op voorhand dat er reacties zouden komen: hoezo, hoofdeconoom? Ze heeft niet eens een economisch diploma! En dan ben ik ook nog eens een vrouw… Hetzelfde bij Kanaal Z: ik las het algemene nieuws en plots vroegen ze mij voor het beurspraatje. Maar ik kende niets van de beurs. Ik ben het blijven doen omdat de vonk uiteindelijk oversloeg. Het is mijn manier om veeleisend te zijn voor mezelf.”

Bent u ook veeleisend voor de mensen rond u?

“Ik probeer dat onder controle te houden. (lacht) Maar in mijn werk ben ik best ambitieus. Zomaar wat rondhangen van negen tot vijf, dat pakt niet bij mij. Ongetwijfeld moeten mijn toekomstige collega’s bij mijn aanstelling gedacht hebben: wat krijgen we nu, een journalist die ons team komt leiden? Ik beschouw mezelf als een emotioneel persoon met een rationele kant. Als leidinggevende bewaar ik het overzicht en probeer ik mensen en trends met elkaar te verbinden. Volgens de kleurenpsychologie heb ik kenmerken van de vier kleuren, al zijn geel (wat voor creativiteit zou staan, SS) en rood (dominantie, SS) prominenter aanwezig.”

Wat is het grootste cliché over de bankenwereld waarover u uw mening hebt moeten herzien?

“Banken zijn totaal niet saai, het is een boeiende wereld. Het is de smeerolie van de economie: banken maken dromen waar door projecten te financieren. Ze bouwen mee het vermogen op van mensen en ondernemingen. Het metier is geweldig interessant, ik heb echt een liefde voor mijn vak ontwikkeld. Ik leid een economische studiedienst, maar ik zit niet in een ivoren toren.”

Is een van de grootste misverstanden over economie niet dat het geen exacte wetenschap is, maar een menswetenschap?

“O ja. Je werkt met aannames en cijfers om voorspellingen te doen, maar als er een oorlog of een pandemie uitbreekt, kan alles op de schop. Ik breng onze prognoses altijd met de nodige bescheidenheid, ook voor het directiecomité. Ik ben niet bang om te zeggen dat ik het soms niet weet. Economen kunnen goed het verleden verklaren en het heden uitleggen, maar de toekomst blijft moeilijk – al kunnen we tegenwoordig met grote datasets accuratere voorspellingen doen.”

Wat zegt uw glazen bol over de nabije toekomst?

“Het basisscenario ziet er niet slecht uit. De koopkracht blijft op peil, de consument zal blijven consumeren. Loop maar eens door de Nieuwstraat en kijk wat de mensen bij zich hebben. Hoe dik zijn hun shoppingtassen? Welke winkels hebben ze gedaan? Of ga eens naar het theater of leg een restaurant vast. Hoe gemakkelijk krijg je een tafel? Daaraan voel je: die recessie laat voorlopig op zich wachten.”

Bio Véronique Goossens

- hoofdeconoom bij Belfius

- studeerde politieke en sociale wetenschappen in Antwerpen en communicatiewetenschappen in Gent

- was nieuwsanker en journalist bij Kanaal Z

- begon haar carrière bij RTV, presenteerde bij Radio 1, VT4 en Vijf

- was begin jaren negentig lid van de Belgische improvisatieliga