Een satellietbeeld van Khartoum, Soedan.

Meer dan 180 doden en 1.800 gewonden bij conflict in Soedan

In Soedan zijn minstens 180 burgers omgekomen en 1.800 gewond geraakt tijdens het aanhoudende conflict tussen het leger en de paramilitaire groep RSF. Dat meldt de chef van de VN-missie in Soedan, Volker Perthes. Het conflict is het resultaat van jarenlange spanningen tussen de generaals van het leger en de RSF. Zaterdagochtend escaleerden die spanningen en begon het geweld. Het leger en de RSF vechten om de macht met zware wapens, artillerie, tanks en luchtaanvallen. 

Minstens 180  burgers zijn omgekomen tijdens het conflict in Soedan tussen het leger en de paramilitaire groep RSF. Dat meldt de chef van de VN-missie in Soedan, Volker Perthes.

Geweld in Soedan: wat is er aan de hand?

Centraal in het conflict staat de rivaliteit tussen twee generaals: die van het reguliere leger, Abdel Fattah al-Burhan, en die van de paramilitaire groep RSF (Rapid Support Forces) Mohamed Hamdan Dagalo, ook bekend als Hemedti. 

De RSF zijn ontstaan uit milities opgericht onder de vroegere dictator Omar al-Bashir, om te vechten tegen rebellen in de westelijke provincie Darfur. Daar werd van 2003 tot 2020 een bloedige oorlog uitgevochten tussen het leger van al-Bashir, en rebellen die de overheid ervan beschuldigden dat ze niet-Arabische minderheden onderdrukte. De milities, later de RSF, worden beschuldigd van massale mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden in Darfur en elders, waaronder massamoorden en verkrachtingen.

In 2019 werd dictator Omar al-Bashir van de macht verdreven na een volksopstand. Er werd gewerkt aan een overgang naar democratie in Soedan, maar in 2021 pleegden de RSF en het Soedanese leger samen opnieuw een staatsgreep. Het land wordt nog steeds bestuurd door militairen, al was het wel gepland dat er binnenkort een akkoord zou worden ondertekend, waarbij de militairen de macht zouden overdragen aan een burgerregering. Een onderdeel van het akkoord was dat de RSF zou worden opgenomen in het reguliere leger. Het was al langer duidelijk dat generaal Mohamed Hamdan Dagalo dat niet over zijn kant zou laten gaan. De spanningen tussen het leger en de RSF liepen al langer op, en zijn nu geëscaleerd.

Nog geen einde in zicht

Zaterdagochtend begon het geweld in een militaire basis in het zuiden van de Soedanese hoofdstad, Khartoem. Het geweld is het resultaat van jarenlange spanningen tussen de generaals van het leger en de paramilitaire groep Rapid Support Forces (RSF). De legerleider, Abdel Fattah al-Burhan, en de aanvoerder van de paramilitaire groep, Mohamed Hamdan Dagalo, vechten om de macht. 

Sinds zaterdagochtend vechten het leger en het RSF met zware wapens, artillerie en tanks in dichtbevolkte buurten van de stad. Er zijn ook bombardementen met gevechtsvliegtuigen. Het conflict verspreidde zich bovendien verder naar andere regio's van het land. 

Beide kanten geven elkaar de schuld voor het initiëren van het geweld. De aanvoerder van de RSF schrijft op Twitter dat de internationale gemeenschap moet optreden tegen de "misdaden van de Soedanese generaal Abdel Fattah al-Burhan".

"Er is heel wat tegenstrijdige informatie", vertelt Thirsa De Vries, projectleider voor Soedan bij de vredesorganisatie Pax. "De RSF claimt het ene moment dat ze bepaalde gebouwen bezet heeft, het leger ontkent dat telkens. Het lijkt er zeker op dat de RSF de doelstelling hebben om een coup te plegen." 

Op zondag hielden het leger en de RSF een korte staakt-het-vuren van drie uur, zodat de burgers die gewond raakten geëvacueerd konden worden. Het geweld ging daarna terug verder. Ziekenhuizen in en rond Khartoem hebben het moeilijk om alle gewonden te helpen. Inwoners van de hoofdstad zitten ook vast in hun huizen terwijl de water- en voedselvoorraden blijven slinken. 

Internationale bezorgdheden: nood aan "onmiddellijk staakt-het-vuren"

De Intergouvernementele groep van Oost-Afrikaanse landen, Igad, zegt dat de presidenten van Kenia, Zuid-Soedan en Djibouti zo snel mogelijk naar Soedan zullen reizen om het conflict te bemiddelen. Maar doordat de internationale luchthaven gesloten is, blijft het onduidelijk wanneer de eerste gesprekken opgestart kunnen worden. 

De Amerikaanse en Britse ministers van Buitenlandse Zaken hebben opgeroepen tot een "onmiddellijke beëindiging" van het geweld in Soedan. Dat deden ze tijdens de G7-top in Japan, waar de zeven rijkste industrielanden deze week samenzitten. "Al onze partners geloven sterk in de noodzaak van een onmiddellijk staakt-het-vuren en de hervatting van besprekingen", zegt de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken na zijn ontmoeting met de Britse minister van Buitenlandse Zaken, James Cleverly.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken en de Britse minister van Buitenlandse Zaken James Cleverly.
Copyright 2023 The Associated Press. All rights reserved

Blinken riep op om "voorrang te geven aan vrede, de gevechten te beëindigen en te onderhandelen". "Dat is wat het Soedanese volk wil en verdient", zegt hij. "De Soedanezen willen dat de militairen terugkeren naar hun kazernes. Ze willen democratie. Ze willen een regering bestuurd door burgers. Soedan moet opnieuw die weg op." 

Ook Duitsland uitte zijn bezorgdheden en roept beide groepen om het conflict te de-escaleren. Ondanks die internationale bezorgdheden gaat het conflict verder. De Afrikaanse Unie wil absoluut geen buitenlandse inmenging in het conflict, want dat zou de situatie nog ingewikkelder maken. 

BEKIJK - Stijn Vercruysse vreest voor uitbreiding conflict:

Videospeler inladen...

Meest gelezen