Bijna een vijfde van de Belgische huisartsen heeft patiëntenstop

Ruim 17 procent van de Belgische huisartsen voerde al een patiëntenstop in. Zo luidt een van de eerste resultaten van een enquête over de tijdsbesteding van huisartsen in België. Driekwart van de bevraagden gaf daarin aan een hoge tot zeer hoge werkdruk te ervaren.

gjs
Bron: BELGA

De enquête kwam er in opdracht van de Planningscommissie medisch aanbod van de FOD Volksgezondheid en op vraag van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit). De bevraging moet een beter zicht bieden op het aantal uren dat een voltijds werkende huisarts per week werkt en hoe die worden ingevuld. Bovendien kadert de bevraging binnen de bepaling van de quota voor artsen voor 2029. Bijna 1.150 artsen vulden de enquête, die tussen september en november vorig jaar werd uitgestuurd, volledig in.

Volgens het rapport besteden artsen het merendeel van hun tijd (73 procent) aan rechtstreekse interacties met patiënten. De overige tijd gaat naar medische en niet-medische taken, waaronder wachtdiensten of dossier-en agendabeheer. Oudere en mannelijke artsen in Vlaanderen hebben vaak kortere interacties, blijkt ook uit de bevraging. Verder hebben huisartsen in Brussel vaak minder wachturen, en spenderen ze meer tijd aan communicatie met patiënten en hun familie, aldus het rapport. 

Ideale werkweek

Hoewel meer dan de helft van de bevraagden aangaf graag 38 tot 40 uur per week te werken, stelt zowat 17 procent van de artsen daadwerkelijk die “ideale werkweek” te hebben. Ruim de helft zegt 50 tot 64 uur per week te werken, 17 procent beweert wekelijks meer dan 64 uur te kloppen. Volgens het rapport geloven de meeste artsen dat hun werkdruk samenhangt met de hoeveelheid huisartsen in de regio, “al klopt dat niet”, klinkt het.

Tot slot gaf 25 procent van de Belgische artsen aan nog steeds patiënten zonder voorwaarden te ontvangen. Bij 58 procent van de bevraagden is dat enkel nog onder “specifieke voorwaarden”. Bijna een vijfde (17 procent) voerde al een patiëntenstop in. Vooral artsen in Henegouwen (27 procent) en Oost-Vlaanderen (22 procent) moeten patiënten weigeren. In West-Vlaanderen is dat aantal het laagst (8 procent). (Lees verder onder de debattool)

“Voldoende artsen opleiden”

Volgens minister Vandenbroucke moeten we “voldoende artsen opleiden, en daarbij rekening houden met de behoeften van de bevolking en de behoeften van de artsen zelf. Tegelijkertijd moeten we de werkwijze en de rol van de huisarts heroverwegen. Dit zal leiden tot een betere kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg en ook tot meer arbeidsvreugde voor de artsen”, concludeert hij.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer