Direct naar artikelinhoud
InterviewDochters van het verzet

‘Het geflirt van Vooruit met de N-VA vind ik vreemd. Op elementaire zaken zoals mensenrechten geef je niet toe’

Sara Vertongen (links) en Ellen De Soete (rechts): ‘Veel jongeren kennen hun geschiedenis niet en vinden Tom Van Grieken een toffe.’Beeld Koen Bauters

‘Kind, er komt een tijd dat ook gij uw nek zult moeten uitsteken’, waarschuwde de moeder van Ellen De Soete (56) haar voor haar dood. Ellens ouders en oom zaten tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet, net als de vader van actrice Sara Vertongen (46). Samen zijn ze de voortrekkers van een beweging die van 8 mei weer het Feest van de Bevrijding wil maken, om de verzetshelden te herdenken en mensen te waarschuwen voor nieuwe gedaanten van extreemrechts. ‘Zou ik als 18-jarige de moed hebben om niemand te verraden als mijn ribben werden gebroken? Daar lig ik soms wakker van.’

Ellen De Soete is kinderbegeleidster, en het voorbije jaar heeft ze al haar vakantie­dagen opgeofferd om de 8 mei-coalitie uit de grond te stampen. Met succes. Op zondag 7 mei is er een herdenkingsplechtigheid in het Fort van Breendonk, het kamp waar de Duitsers tijdens de oorlog verzetsstrijders, ­Joden en vakbondslui opsloten, martelden en in beestenwagons richting de concentratiekampen duwden. De dag erna openen cultuurhuizen in tien Vlaamse steden de deuren voor debatten, voorstellingen en lezingen over de Tweede Wereldoorlog. Sara Vertongen, ­actrice bij theatergezelschap Het nieuwstedelijk, is een van de breinen achter dat culturele luik. Als het van hen afhangt, wordt 8 mei een extra feestdag in België.

Ellen De Soete: “Twintig jaar lang hebben we 8 mei gevierd, tot de regering die feestdag in 1974 afschafte. Onder druk van de Vlaams-­nationalisten was er ook een sterk pleidooi voor amnestie: de collaborateurs moesten van hun schuld ontlast worden, ze werden steeds meer als slachtoffers gezien. Hun daden zijn veel beter gedocumenteerd dan de heldendaden van het verzet. Behalve De draaischijf van Tom Lanoye focussen de grote romans veeleer op de collaboratie. Het verzet werd doodgezwegen en beschouwd als een beweging van kleine groepen en schimmige figuren, die zelf decennialang hun mond hebben gehouden. Zoals mijn ouders.”

Sara Vertongen: “En ­zoals mijn vader. Historicus ­Dany Neudt zegt: ‘Het verzet heeft de oorlog mee helpen ­winnen, maar de slag om de herdenking verloren.’ Daardoor is een foute perceptie over de Vlamingen ontstaan, alsof het in onze identiteit zit om voor ­terreur te plooien. 150.000 mensen hebben een actieve rol gespeeld in het verzet, tijdens de oorlog zijn 45.000 verzetsstrijders gevangengenomen en 15.000 van hen hebben het niet overleefd. Het rare is dat we meer weten over de 200 collaborateurs die vlak na de oorlog uit wraak zijn gedood, dan over die 15.000 helden.”

150.000 verzetsstrijders, dat was maar 3 procent van de bevolking. Zoveel is dat toch niet?

Vertongen: “Maar rond elke verweerder stonden vijf of tien anderen die stilletjes meehielpen. Als je wist dat je buurman iemand verborgen hield voor de nazi’s en je hield je mond, deed je ook mee, hè. Iemand vertelde me dat zijn grootvader de postkaartjes opraapte die gevangenen uit de treinen gooiden. Hij bracht die naar de post, zodat de nabestaanden nog een laatste boodschap van liefde kregen. Verzet plegen is niet alleen de wapens opnemen. Toen de Duitsers jongeren opvorderden om voor hen te werken, zijn in Mechelen van de ene dag op de andere tweeduizend jongeren verdwenen. Maandenlang zaten ze onder­gedoken in kelders en op zolders. Alle familieleden die hen in leven hielden, hebben hun steentje bijgedragen. Die kleine verzetsdaden maken ook deel uit van wie we zijn. We zijn géén volk dat eieren voor zijn geld heeft gekozen ­tijdens de oorlog.”

De Soete: “Het was ­nochtans makkelijker om mee te heulen. Collaborateurs genoten allerlei voordelen. Alle anderen leefden voortdurend in angst en werden voor het minste afgerammeld en met de dood bedreigd.”

Vertongen: “Verzet loont. Zonder die mensen hadden we de oorlog niet gewonnen. Mede dankzij hen zijn we bevrijd en zijn we nu in staat om dit soort gesprekken zonder angst te voeren.”

De Soete: “Het wordt soms voorgesteld alsof we onze redding alleen aan de Amerikanen te danken hebben, en aan de geallieerden die hier zijn binnengewalst. Maar het verzet heeft het pad geëffend door hun belangrijke informatie te geven en zelf Duitsers uit te schakelen. Daar zou veel meer aandacht voor moeten zijn.”

Vertongen: “In Frankrijk en Nederland kennen de mensen hun verzetshelden wél, dankzij een sterke herdenkings­traditie. Zoiets willen wij hier ook, vandaar het project ‘Dit zijn de namen’ van Dany Neudt. Op 7 en 8 mei gaan we 48 uur lang de namen, functies en acties van verzetsstrijders voorlezen.”

In Frankrijk en Nederland kennen de mensen hun verzetshelden wél, dankzij een sterke herdenkings­traditieBeeld Koen Bauters

De Soete: “Nederland organiseert elk jaar op 4 mei een nationale herdenking met een minuut stilte. De dag erna hebben ze vakantie, zijn er buurtfeesten en massa’s culturele evenementen. Ons doel is om dat ook in België voor elkaar te krijgen.”

Vertongen: “We hebben daar met ons theatergezelschap al een paar keer mogen spelen: het moment waarop heel Nederland een minuut lang stilstaat en denkt aan de gruwel van de oorlog, is echt indrukwekkend.”

Wat als de regering zegt dat een andere feestdag moet sneuvelen in ruil voor 8 mei?

De Soete: “Waarom zou dat moeten? We hebben 8 mei twintig jaar lang gevierd. We herdenken de Eerste Wereldoorlog op 11 november, en de Tweede niet. Dat is toch raar?”

Vertongen: “Wat is trouwens de meerwaarde van katholieke feestdagen zoals Hemelvaart of pinkstermaandag? Weten mensen nog waarom we die vieren? De ­herinnering en de lessen van de oorlog lijken me belangrijker. Maar ook als 8 mei géén betaalde feestdag wordt, moeten we de bevrijding en de overwinning op het fascisme vieren. Voor ­carnaval krijgen we ook geen vakantie, maar we komen wel uit ons kot om dat te vieren.”

Sara Vertongen (links): ‘­Sommigen zeggen: laat extreem­rechts eens meeregeren, zodat ­iedereen ziet dat ze het niet kunnen. Maar we hebben toch al gezien waartoe dat leidt?’Beeld HUMO

DODENTREINEN

Ellen, heeft jouw overleden moeder je getriggerd om van de 8 mei-herdenking een levensdoel te maken?

De Soete: “Ja. Op het einde van haar leven zei ze: ‘Kind, ik zie zoveel gebeuren dat me aan de jaren 30 doet denken, maar niemand doet iets. Er komt een tijd dat gij uw nek zult moeten uitsteken. Wij hebben gedaan wat we konden, nu is het aan jullie.’ Net als in de jaren 30 worden mensen tegen elkaar opgezet. Toen waren Joden, communisten en vakbondslieden de zondebokken, nu worden mensen van kleur geviseerd. Maar ook de aanvallen op de vakbonden en de lgbtq-gemeenschap zijn verontrustend.

“Na het overlijden van mijn mama heb ik meegewerkt aan de VRT-reeks Kinderen van het verzet en leerde ik mensen met soortgelijke verhalen kennen. Ook hún ouders waren verzetsstrijders, die in kampen hadden gezeten of vermoord waren. Maar ze zwegen erover, terwijl het iets is om trots op te zijn. Ik heb dertig organisaties gevraagd of ze mijn oproep voor een nationale herdenkingsdag wilden steunen, en tweeëntwintig hebben gereageerd: de vakbonden, 11.11.11, vrouwenrechtenorganisaties, cultuurverenigingen… Ook Tom Lanoye was met­een enthousiast. Samen hebben we vorig jaar een eerste ­herdenking in elkaar gebokst, met zevenhonderd aanwezigen. Ook Herr Seele was erbij: zijn grootvader is tijdens de oorlog onthoofd in Wolfenbüttel.”

Vertongen: “Ik was ook op die herdenking. Daar zijn contacten gelegd die alles in een stroomversnelling hebben gebracht.”

Heb jij ooit met je vader gepraat over wat hij in het verzet heeft gedaan?

Vertongen: “Nee, hij zei daar niks over en ik was te jong om vragen te stellen. Nu hij er niet meer is, moet ik ­alles reconstrueren aan de hand van oude ­documenten. Zijn ­ouders hadden een café in Mechelen, op een paar honderd meter van Kazerne Dossin, waar gruwelijke feiten hebben plaatsgevonden. Misschien heeft dat mijn vader ertoe aangezet om als 16-jarige bij het verzet te gaan?”

De Soete: “Mijn nonkel Albert was de leider van het partizanenleger in Brugge. Op een dag kwam mijn moeder in de keuken en ze betrapte hem met wapens. Hij plaatste haar voor een voldongen feit. ‘Ik zit in het verzet. Ofwel doe je mee, ofwel moeten we een andere oplossing zoeken.’ Mama was amper 17, maar ze twijfelde geen seconde. Als onopvallend ­meisje was ze de ideale persoon om boodschappen over te ­brengen of materiaal te smokkelen. Zo kreeg ze de opdracht om in Zeebrugge wapens of dynamiet te gaan halen. Daarmee viel het verzet Duitse transporten en collaborateurs aan.”

Heeft ze zelf ooit geschoten of mensen gedood?

De Soete: “Zij niet, haar broer wel.”

Vertongen: “Ik vraag me af of mijn vader mensen heeft gedood. Hij heeft in ­Engeland een militaire ­opleiding gevolgd en vocht daarna als vrijwilliger. In een van de partizanendossiers waarin hij voorkomt, staat: ‘De vijand in Bocholt en Bree uitgeschakeld. Twee krijgsgevangenen laten ontsnappen.’ Maar niemand kan me daar meer over vertellen. Zijn ­kameraden van het korps zijn allemaal overleden. Het is ook niks waar je mee te koop loopt. Een mens zijn leven afnemen is zeer ingrijpend.”

De Soete: “Maar soms moet je kiezen in een oorlog: hij of ik.”

‘Onze ouders hebben in het verzet de oorlog helpen winnen, maar ze hebben de slag om de herdenking verloren.’ (Links: Bertha Serreyn, de moeder van Ellen De Soete; rechts: Louis Vertongen, de vader van Sara Vertongen.)Beeld HUMO

Je moeder en je oom liepen wel tegen de lamp.

De Soete (knikt): “Hun netwerk werd verraden door een collaborateur. Die man heeft maandenlang meegedraaid in het verzet. Mijn moeder voelde dat er iets niet klopte en waarschuwde haar broer, maar die geloofde haar niet. Ze hadden die man aan ­zware proeven onderworpen en hij had ze doorstaan. Toch heeft hij het netwerk verklikt: meer dan de helft van die jonge mensen is omgekomen.”

Hoe zijn ze gesnapt?

De Soete: “Toen ze in Aalter een Duitse goederentrein wilden laten ontsporen, stond de Gestapo hen op te wachten. Een deel werd opgepakt, maar mijn oom wist te ontkomen. Hij keerde terug naar huis, maar de Gestapo was daar al. Mijn moeder zag haar broer komen aanfietsen en probeerde hem te waarschuwen. Hij sprintte weg, maar werd in de benen geschoten. Ze brachten hem naar de gevangenis van Gent, waar hij zwaar werd gemarteld.

“Na een aanslag op een Duitse officier haalden de Duitsers uit wraak ­tientallen mensen uit de gevangenis. Mijn oom was bij die ongelukkigen. Ze moesten in Oostakker voor een put gaan staan, kregen een schietschijf op hun borst, er klonk een salvo en ze vielen in de put. Dat werd het massagraf van 66 jonge mensen.”

Werd je moeder ook ­opgepakt?

De Soete: “Ja, samen met haar ouders en haar vriend, die later mijn vader zou worden. Hij zat ook in het verzet, maar niet in dezelfde groep. Ze werden allemaal gemarteld, maar niemand loste iets. Dat is toch ongelofelijk? Zou ik als 18-jarig meisje ook de moed hebben om niemand te verraden als mijn ribben werden gebroken? Daar lig ik soms wakker van.

“Na een tijd werd mama naar een Brusselse gevangenis gebracht, waar ze een cel deelde met drie andere vrouwen. Een van hen was een zigeunerin die tarotkaarten legde. ‘Slechts één van ons zal dit overleven’, voorspelde ze. Ze kreeg gelijk. Een paar dagen later werden de drie vrouwen op een transport gezet.

“Mama zat in het allerlaatste ­konvooi dat naar Duitsland vertrok, vlak vóór de bevrijding. Ze stonden zo dicht op elkaar gepakt dat ze niet eens konden gaan zitten, maar op een bepaald moment begonnen ze strijdliederen te zingen. Ze ­gooiden ook massaal afscheidsbriefjes naar buiten. Daarna werd het akelig stil. Gelukkig slaagde het verzet erin om die trein dagenlang tegen te houden.

“Toen ze in het station Klein Eiland stilstonden, gingen de deuren plots open. Op het perron stonden Duitsers met mitrailleurs. ‘Kom er maar uit’, riepen ze. Niemand durfde dat, tot een medewerker van het Rode Kruis kwam vertellen dat ze werden uitgewisseld voor Duitse krijgsgevangenen. En wie kwam mama daar tegen in de chaos op het perron? Haar vader! Ze hadden elkaar maanden niet gezien. Ze pakten elkaar vast en lieten elkaars hand dagenlang niet los.

“Omdat de gevechten nog in volle gang waren, ­maakten ze zich snel uit de ­voeten. De eerste avond vonden ze ­onderdak bij een ­Brusselse vrouw die aardappelsoep voor hen maakte. ‘Je kunt niet geloven hoe lekker dat smaakt, als je maandenlang niks fatsoenlijks hebt gegeten’, zei mama. De volgende dag keerden ze te voet terug naar Brugge.”

Wat gebeurde er met je vader?

De Soete: “Hij was al eerder vrijgelaten, maar hij heeft me nooit iets verteld over de oorlog. Elke ­tweede zondag van mei moest ik mee naar de herdenking in ­Oostakker, zonder uitleg. Mijn ­moeder was dan dagenlang niet te genieten. ’s Nachts hoorde ik haar roepen in haar dromen. Zeventig jaar lang heeft ze gezwegen over wat ze had meegemaakt. Ze was als een leeuwin voor haar kinderen, maar liefde tonen kon ze niet. Op het einde van haar leven heb ik gevraagd waarom ze me nooit heeft gezegd dat ze me graag zag. Ik was soms jaloers als ik andere ouders hun kinderen zag knuffelen. Mama kon dat niet, ze ­bevroor door de trauma’s die ze had opgelopen. ‘Wat je graag ziet, nemen ze je af’, zei ze.

“Soms kwam er een vrouwtje bij ons thuis en moest ik naar een andere kamer. Dat was haar commandante uit het verzet. Toen ik vroeg hoe ze heette, noemde mama haar schuilnaam. Ze bleven in die geheimdoenerij volharden om elkaar te beschermen.”

Vertongen: “Het is ongelofe­lijk dat er amper films en boeken over die verhalen zijn ver­schenen. Op 19 april 1943 hebben drie jonge Brusselaars bijvoorbeeld het 20ste konvooi stilgelegd, dat vanuit de Kazerne Dossin naar de uitroeiingskampen vertrok. Was dat in Amerika gebeurd, dan waren daar al twintig blockbusters over gemaakt.”

Vertel!

Vertongen: “Het was het eerste gevangenentransport met beestenwagons en er zaten meer dan 1.600 ­mensen in, onder wie 262 kinderen. De Brusselse student ­Youra ­Livschitz opperde tegen zijn verzetsleider het idee om het konvooi tegen te ­houden, maar die vond het te gevaarlijk. Treinsporen saboteren was mogelijk, zo’n transport stoppen niet. Maar Livschitz liet zich niet ontmoedigen en zocht twee kompanen, Jean Franklemon en Robert Maistriau, om zijn waanzinnige plan uit te voeren. Met een paar pistolen en een geïmproviseerd rood stopsein en een lantaarn deden ze de trein stoppen in Boortmeerbeek. Met nijptangen wrongen ze de deuren open, en zeventien mensen konden ontsnappen. De drie werden helaas gearresteerd, gefolterd en gedeporteerd. Livschitz heeft het niet overleefd, de twee anderen wel.

“Wat de drie niet wisten, was dat de machinist ook plannen had om het konvooi te vertragen. En dat een andere verzetsgroep gereedschap aan boord had verstopt om ontsnappingspogingen mogelijk te maken. Rond ­Leuven bracht het verzet de trein opnieuw tot stilstand. Daardoor konden nog meer mensen uit de trein wegglippen. Ze werden beschoten door de Duitsers en sommigen raakten gewond, maar 236 mensen konden ontsnappen. Bij een derde stop, bij Kuttekoven in Limburg, kon ook de 11-jarige Simon Gronowski uit de rijdende trein springen. Zijn moeder en zijn zus raakten er niet uit, die zijn in een vernietigingskamp omgekomen.”

De Soete: “Simon heeft gelopen voor zijn leven. Op goed geluk klopte hij ergens aan, en dat bleek het huis van een rijkswachter te zijn. Die verborg hem de rest van de oorlog bij verschillende families, die daarmee hun leven riskeerden. En voor hetzelfde geld had Simon aangeklopt bij een verrader.”

Vertongen: “Door de moed van veel mensen zijn die dag tientallen levens gered. Vorig jaar heeft Simon op de herdenking gesproken. Zijn verhaal wordt ook verteld in de podcast Stille rebellen.”

Ellen De Soete: ‘Behalve ‘De draaischijf’ van Tom Lanoye (foto)focussen de grote romans veeleer op de collaboratie. Het verzet werd doodgezwegen.’Beeld BELGA

KAMPZWIJNEN

Heb jij bij je ouders gemerkt dat ze getraumatiseerd waren door de oorlog?

Vertongen: “Mijn moeder heeft de oorlog nooit meegemaakt, ze heeft mijn vader pas in de jaren 60 leren kennen. Zelfs tegen haar loste hij er niets over. Hij kon ook moeilijk liefde uiten, maar dat was misschien typisch voor die generatie. Mijn vader werd nooit betrapt of gearresteerd. Hij is wel gewond geraakt door een schrapnel in zijn been, maar je kunt zijn verhaal niet vergelijken met wat Ellens moeder heeft moeten ondergaan.”

De Soete: “Ik heb mama gevraagd wat er na de bevrijding is gebeurd met de man die hen heeft verklikt. De overgebleven verzetsstrijders hebben hem naar ­Zeebrugge gebracht en laten verdwijnen. Aangezien ze vaak met vissers werkten, denk ik dat ze hem in zee hebben gegooid. Zijn naam heeft ze nooit willen prijsgeven, dat vond ze te veel eer.”

Vertongen: “Door me erin te verdiepen is me ­duidelijk geworden wat voor een krankzinnige periode de ­laatste oorlogsmaanden zijn geweest. ­Mechelen werd op 4 september 1944 bevrijd, andere delen van België pas maanden later. Er zijn toen nog veel verzetsstrijders uitgeschakeld. En daarna was het nóg niet voorbij. Mijn moeder, die in Engeland werd geboren, zegt dat de voedselrantsoenering daar nog tot eind jaren 50 heeft geduurd. Mensen rouwden ook om hun geliefden en leefden naast buren van wie ze wisten dat die met de Duitsers hadden meegewerkt.”

De Soete: “Meisjes die relaties met de Duitsers hadden aangeknoopt, werden met pek en veren ingesmeerd, en hun haren werden afgeknipt. Mijn moeder vond die represailles ­beestachtig. Iedereen had tijdens de oorlog keuzes gemaakt, soms onder zware druk. De meesten probeerden gewoon te overleven.

“Mama heeft de ­bevrijding niet gevierd. Ze wist niet waar haar broer was en ze heeft na de oorlog nog twee jaar zwarte kleren ­gedragen. Voor elke dode moest je zes weken rouwen. De mensen die naar de kampen waren gedeporteerd, kwamen maar mondjesmaat terug. Of helemaal niet. Op het einde van de oorlog waren er plots ook veel mensen die zogezegd in het verzet hadden gezeten.”

Wat doet een bezoek aan het Fort van Breendonk met jullie?

De Soete: “Enkele jaren geleden ben ik in Auschwitz in een dodencel heftig beginnen te huilen. Ik was overmand door het besef dat mijn moeder ook in zo’n donkere cel had gezeten in Brussel. Achteraf vertelde een psycholoog dat kinderen de trauma’s van hun ouders kunnen herbeleven. Je krijgt dat voor een deel mee in je DNA.”

Vertongen: “Ik ben recent met mijn dochter in ­Kazerne Dossin geweest. Details ­raken me vaak het meest. Een afscheidsbriefje waarop een slachtoffer vlak voor zijn dood schreef: ‘Ik zie je graag. En vergeet niet om je fiets te laten herstellen bij Charel.’”

De Soete: “Mij trof vooral het sadisme in die kampen. Wie daar binnenkwam, werd keihard met zijn gezicht tegen de muur gekwakt. Er moest met­een bloed vloeien.”

Vertongen: “De Duitsers selecteerden die kampzwijnen op hun psychopathische trekken. Het is onmogelijk om iemand te martelen als je die persoon nog als een mens ziet. Ze moesten daar zo rap mogelijk een zielloze homp vlees van maken.”

De Soete: “Daarom hebben de Duitsers ook de gaskamers bedacht. Het was makkelijker om grote groepen mensen in die ruimtes te duwen en op een knop te duwen.”

Vertongen: “Eigenlijk zouden alle zesdejaars van alle scholen naar Breendonk moeten gaan. Tijdens de herdenking op 7 mei is de toegang gratis. Zo’n bezoek vertelt meer dan duizend woorden. Dan besef je pas tot welke gruweldaden mensen in staat zijn. Maar ook welke wonderen je kunt verrichten door in het verzet te gaan.”

Sara Vertongen (links): ‘De geschiedenis herhaalt zich nooit exact. Extreemrechts zal hier niet op dezelfde manier door de straten marcheren als toen, maar ik zie toch parallellen.’Beeld Koen Bauters

VLAAMS BELANG

Op jullie website staat een uitspraak van een ex-­weerstander: ‘Extreemrechts komt terug, eerst op hun sloefen, daarna op hun laarzen.’

De Soete: “Daarom is het zo belangrijk dat er op school aandacht voor is. Pas als jongeren hun geschiedenis kennen, kunnen ze vormen van fascisme herkennen. Marc Van Ranst schrijft in Ge wint geen oorlog zonder verzet, het nieuwe boek van Rita ­Vrancken: ‘Het begint nooit met concentratiekampen.’ ­Hitler deed zich begin jaren 30 nog vrij gematigd voor.”

Vertongen: “Mensen ­lijken pas verontrust als ze een exacte kopie van de nazi’s zien. Maar de geschiedenis herhaalt zich nooit exact, ze rijmt. Extreemrechts zal hier niet op dezelfde manier door de straten marcheren als toen, maar ik zie toch veel beangstigende parallellen. Er wordt gesproken over een leugenpers, een vertaling van het Duitse woord Lügenpresse. Er zijn de aanvallen op rechters, vakbondslui en wetenschappers. De besparingen op het middenveld en in de cultuursector. We moeten daar veel alerter voor zijn.”

De Soete: “Daarom geef ik lezingen in scholen en aan universiteiten. We willen ook een filmpje maken waarin ­acteur Warre Borgmans uitlegt waarom 8 mei zo’n belangrijke dag is. Daar kunnen scholen dan mee aan de slag, want in de geschiedenislessen komt het verzet niet aan bod. Als ik vertel over de folteringen en de moorden in de vernietigingskampen, wordt het muisstil in de klas: ‘Is dat echt gebeurd, mevrouw?’ Het is verontrustend dat veel jongeren Tom Van Grieken een toffe vinden en zijn filmpjes op sociale media liken. Ze beseffen niet wat er achter de keurige façade van zijn partij schuilgaat. Vlaams Belang profileert zich als een sociale partij die opkomt voor de mensen. Herkenbaar, toch?”

Vertongen: “Hitler klaagde problemen aan die leefden onder de mensen, om zich populair te maken. Daarom ook springt Vlaams Belang nu op de kar van de boeren en de ­gepensioneerden.”

De Soete: “De andere ­partijen maken het hun ook te makke­lijk door voortdurend te ­ruziën. Veel mensen willen daartegen protesteren door op Vlaams Belang te stemmen. Ze beseffen blijkbaar niet dat ze zo de democratie op het spel zetten.”

Vertongen: “Vlaams Belang zou eigenlijk Tegen Uw ­Eigen Belang moeten heten. Hoe is het mogelijk dat zelfs Marokkaanse jongeren overwegen om voor die partij te stemmen? Denken zij nu echt dat ze voor hen zal opkomen?

“Het probleem is dat de N-VA en Vlaams Belang vaak het politieke debat bepalen. De andere partijen moeten dat omdraaien. Je kunt een probleem aankaarten, maar je moet naar bóven wijzen, niet naar onderen. Niet naar de zogenaamde profiteurs, de vreemdelingen, de wokers, de holebi’s en de Walen.”

Het cordon sanitaire leidt tot wrevel in Vlaanderen. Is het nog de juiste strategie om extreemrechts te weren?

De Soete: “Ja. Een breuk van het cordon zou het begin van het einde zijn.”

Vertongen: “Juist! Vlaams Belang heeft dat cordon ook aan zichzelf te danken. In een democratie moet je een meerderheid hebben. Door hun extreme standpunten en ranzige praat vinden ze die niet. Zo simpel is het. Maar dankzij het cordon kunnen ze zich wel in een slachtofferrol wentelen. Het is lachwekkend hoe vaak Tom Van Grieken op tv klaagt dat hij nergens zijn mening mag geven. Hij komt héél vaak aan bod.

“Ze zouden beter meer programma’s maken waarin wordt uitgelegd hoe gevaarlijk extreemrechts is. ­Sommigen zeggen: laat hen eens meeregeren, zodat ­iedereen ziet dat ze het niet kunnen. Maar we hebben toch al gezien waartoe dat leidt? In de VS had Donald Trump de democratie bijna afgeschaft. In Hongarije heeft Viktor Orbán de media aan banden gelegd en de oppositie uitgeschakeld. In Polen wankelt de rechtsstaat en worden holebi’s gediscrimineerd. Het kan snel fout lopen als je die griezels aan de macht brengt. Wie stemt voor foute ­partijen, is geen slechte mens, maar is wel slecht geïnformeerd. Er zitten echt rotzakken tussen die politici. Straks zit mijn mailbox vol bagger van rechtse trollen, zover zijn we al.”

Vertrouwen jullie erop dat de N-VA het cordon niet zal doorbreken?

Vertongen: “Zelfs Theo ­Francken zegt nu dat hij niet met extreemrechts wil besturen. Ik hoop dat hij woord houdt, want de Chinese muur tussen de N-VA en VB zit vol gaten. Ook het geflirt van Vooruit met de N-VA vind ik vreemd. Op elementaire zaken zoals mensenrechten geef je niet toe.”

De Soete: “Een groot deel van het 70 puntenplan van het toenmalige Vlaams Blok is uitgevoerd door de andere partijen.”

Hoelang houdt de democratie nog stand in Europa?

De Soete: “Ik ben hoopvol, omdat ik zie hoeveel mensen zich achter ons scharen en hoeveel jongeren wél geloven dat we vreedzaam kunnen ­samenleven.”

Vertongen: “Maar zelfs als het fout gaat, zal niet iedereen buigen. In Israël zijn nu fascisten aan de macht, maar er is veel protest. In Polen ook. Op een bepaald moment vinden mensen dat het genoeg is geweest. In 2019 was er ook bij ons een ­momentum om iets te veranderen. De klimaat­jongeren kwamen op straat, het middenveld verenigde zich tegen de besparingen, de zorgsector betoog­de, de vakbonden bij de VRT staakten. Je ­voelde dat de men­sen zich ­begonnen te verenigen. Helaas heeft ­corona ons uit elkaar geslagen. Veel organisaties vinden nog moeilijk vrijwilligers. Ik heb me lang afgevraagd: waar ís iedereen? Er is zoveel om tegen te vechten: het gebrek aan een klimaatbeleid, de vluchtelingencrisis, de buitensporige macht van de multinationals... En wat doet Bart De Wever? Hij leidt de aandacht af door woke de oorlog te verklaren. Weet je wat een synoniem is voor woke? Empathie! Alert zijn voor de gevoelens van een ander, zodat die het gevoel krijgt erbij te horen. Meer is het niet. We kunnen in Antwerpen nog lang discussiëren over welke schilderijen er in de Arenberg moeten hangen, maar hoe zit het met de war on drugs? En met pfas?”

In de oorlog was je vast een hevige verzetsstrijder ­geweest.

Vertongen (lacht): “Ik ga nu ook in het verzet. In 2019 heb ik een nacht in de cel gezeten na een klimaatactie met ­Extinction Rebellion. We wilden de koning vragen om de noodtoestand uit te roepen voor het klimaat. We hielden een picknick in de koninklijke tuinen en wilden hem uitnodigen voor een gesprek. Dat bleek een overtreding: je mag niet manifesteren in de buurt van het koninklijk paleis. Met honderden tegelijk werden we opgepakt en ik werd samen met andere vrouwen geboeid in een celwagen geduwd. In de gevangenis hebben we liedjes gezongen, yogaoefeningen gedaan en boeken gelezen (lacht).

“Toch ben ik één keer gebroken, na een sms van mijn dochter die avond: ‘Mama, bedankt dat je dit wilt doen voor mij!’ Ik maak me grote zorgen over de wereld die we achterlaten voor onze kinderen en kleinkinderen. Ik wil alles doen wat ik kan voor een leefbare toekomst voor hen.”

Meer info vindt u op vrijop8mei.be en 8meicoalitie.be

© Humo