Hoge werkdruk doet dokters aan noodrem trekken: steeds meer huisartsen nemen geen nieuwe patiënten aan

Ruim de helft van de huisartsen accepteert enkel nog nieuwe patiënten onder strikte voorwaarden. Een op de vijf heeft zelfs een volledige patiëntenstop ingevoerd om de stijgende werkdruk een halt toe te roepen, al zijn er grote verschillen tussen de provincies. Dat alles blijkt uit een bevraging van de FOD Volksgezondheid bij 1.150 Belgische huisartsen.

Anton Goegebeur en Tom Le Bacq

Huisartsen willen minder werken dan ze vandaag doen. Dat is de rode draad uit een bevraging die werd uitgevoerd op vraag van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit). Driekwart van de artsen zegt een hoge tot zeer hoge werkdruk te ervaren. Voor velen bedraagt de ideale werkweek 38 tot 40 uur, maar in realiteit kloppen ze meestal tussen 50 en 64 uur. Bijna één op de vijf zegt zowaar meer dan 64 uur per week te werken.

Een gevolg van de hoge werkdruk is dat 58 procent van de huisartsen alleen nog onder bepaalde voorwaarden nieuwe patiënten ontvangen. De nieuwe patiënt moet dan wonen in een specifiek afgebakend gebied of familie zijn van een huidige patiënt. Bijna een vijfde (17 procent) voerde zelfs een volledige patiëntenstop in. Vooral artsen in Henegouwen (27 procent) en Oost-Vlaanderen (22 procent) weigeren nieuwe patiënten, in West-Vlaanderen is dat aantal het laagst (8 procent).

Met de bevraging zal volgens Vandenbroucke rekening gehouden worden bij het vastleggen van de federale artsenquota voor 2029. Die quota bepalen hoeveel artsen na hun zesjarige basisopleiding aan hun specialisatie tot huisarts of arts-specialist mogen beginnen. Voor 2028 werden de quota langs Vlaamse kant al met 26 procent verhoogd. Volgens de minister moeten we “voldoende artsen opleiden, en daarbij rekening houden met de behoeften van de bevolking en de behoeften van de artsen zelf”. Ook moeten volgens de minister de werkwijze en rol van de huisarts heroverwogen worden. Vandaag gaat een kwart van de werkduur niet naar interacties met patiënten.

Niet alleen quota

In Vlaanderen werkt het Agentschap Zorg en Gezondheid samen met de UGent en artsenvereniging Domus Medica aan een duurzame monitoring. “Het is goed dat men de bevraging doet, maar we willen structureel ogen en oren hebben op het tekort”, zegt Jeroen van den Brandt van Domus Medica. Omdat de federale bevraging niet alles in kaart brengt, zoals lokale zorgnoden en samenstelling van praktijken, is het volgens hem moeilijk om duidelijke conclusies te maken, bijvoorbeeld over het verschil tussen West- en Oost-Vlaanderen.

De bevraging bevestigt volgens Van den Brandt wel dat het probleem groter wordt. “We moeten de puzzel herleggen. Hoe werken we samen, hoe zorgen we voor administratieve verlichtingen, wat kunnen kringen en overheden doen? We moeten ervoor zorgen dat artsen hun goesting niet verliezen.” Alleen het optrekken van de quota volstaat volgens hem niet. “Dan lopen we over tientallen jaren tegen dezelfde problemen aan.”

LEES OOK. Gemiddeld 4,5 maanden wachten voor je bij een specialist binnengeraakt, maar één groep spant de kroon (+)

Vrije keuze?

Het Vlaams Patiëntenplatform hield onlangs een eigen peiling waaruit blijkt dat één op de drie patiënten niet altijd zijn eigen zorgverlener kan kiezen. Vooral bij specialisten ontbreekt keuzevrijheid (80 procent). Bij huisartsen en tandartsen gaat het om respectievelijk 15 en 12 procent. Bijna driekwart van de bevraagde patiënten ervaart lange wachttijden.

Het patiëntenplatform pleit voor snelle maatregelen. Patiëntenstops en lange wachttijden zetten de vrije keuze van zorgverlener onder druk, klinkt het. Oplossingen zijn het motiveren van zorgverleners om zich te vestigen waar de nood het hoogst is en het ontwikkelen van een heldere tool waarin patiënten een duidelijk overzicht krijgen van beschikbare zorgverleners, hun specialisatie, conventiestatus en wachttijd.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen