Seksueel gezond op school: Sensoa lanceert nieuwe richtlijnen om leerkrachten te ondersteunen

Sensoa, het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid, verspreidt vier nieuwe leerlijnen. Die zijn bedoeld om leerkrachten te helpen zodat ze weten welke seksuele voorlichting ze kunnen geven op welke leeftijd. "Het is belangrijk om goed op tijd te zijn met informatie", zegt Wannes Magits, beleidsmedewerker jongeren bij Sensoa.

Is het gepast dat een leerling van negen jaar weet wat menstruatie is? Vanaf welke leeftijd moet ik een leerling voorbereiden op de puberteit? En hoe zit dat met leerlingen met een mentale beperking? Het zijn een handvol vragen waar leerkrachten dagelijks mee geconfronteerd worden.

Daarom ontwikkelde Sensoa, het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid vier nieuwe richtlijnen: twee voor het basisonderwijs en twee voor het secundair onderwijs, telkens voor het regulier en het buitengewoon onderwijs. 

"Die leerlijnen zijn een houvast voor leerkrachten die soms niet goed weten wat ze precies mogen zeggen tegen hun leerlingen, waar ze klaar voor zijn en met welke richtlijnen ze misschien te vroeg of te laat komen", weet Wannes Magits. Hij is beleidsmedewerker jongeren bij Sensoa.

 We proberen voor te zijn op de leeftijd waar het gedrag zich stelt en in te spelen op de vragen die jongeren hebben

"Je geeft bijvoorbeeld les aan 12- tot 14-jarigen. We weten dat een klein stukje van die 14-jarigen al seks heeft gehad. Dan is het belangrijk dat je op die leeftijd al boodschappen geeft over veilig vrijen. We proberen voor te zijn op de leeftijd waar het gedrag zich stelt en in te spelen op de vragen die jongeren hebben." 

Een leerdoel voor 12 tot 14-jarige leerlingen van de eerste graad uit de leerlijn secundair onderwijs:

  • jongeren weten hoe hun lichaam verandert in de puberteit: beharing, hormonen, geslachtskenmerken, menstruatie, zaadlozing.
  • jongeren weten hoe een zwangerschap ontstaat en hoe ze een zwangerschap kunnen herkennen. 
  • jongeren kunnen praten over de emoties die gepaard gaan met de puberteit.

Vroeg- en laatbloeiers

Het ene kind is vroeger met seksualiteit bezig dan het andere. Hoe bepaal je dan welke richtlijn de juiste is? "Ik denk dat de leerkracht het beste geplaatst is om die inschatting te maken. Er zijn klassen die al veel vroeger bezig zijn met seksualiteit, of die een bepaalde groepsdruk voelen. Het is belangrijk dat je daar al iets vroeger start met seksuele en relationele voorlichting. Maar het is een inschatting die elke school, klas of leerkracht zelf moet maken. Zij kennen de leerlingen het beste."

Wat Sensoa voorstelt, blijft voorlopig louter informatief. "Het is geen verplichting", aldus Magits. "Het ligt niet vast in een leerplan, maar we refereren wel naar de onderwijsdoelen. In tegenstelling tot de eindtermen zijn onze richtlijnen gebaseerd op ontwikkelingspsychologisch onderzoek. De richtlijnen kunnen helpen om wat meer concrete invulling te geven aan die doelen, die vaak vaag zijn geformuleerd."

Kritiek bij onze noorderburen

In Nederland werden ongeveer dezelfde leerlijnen ingevoerd, maar daar ontstond heel wat ophef over. Sommige ouders vonden dat hun kind nog niet klaar was om daarover onderwezen te worden. "In Nederland was dat vanuit zeer religieus conservatieve hoek", weet Magits. "Er werd ook fake news verspreid over wat er nu in die leerlijnen stond. We houden er rekening mee dat er opnieuw reactie zou kunnen komen. Maar we zijn ervan overtuigd dat wat we hier aanbieden een hulpmiddel kan zijn voor leerkrachten om meer relationele en seksuele voorlichting te geven." 

BELUISTER - Het volledige gesprek met Wannes Magits, beleidsmedewerker jongeren bij Sensoa:

Meest gelezen