Belgische clubs betalen na Propere Handen 20 miljoen minder aan makelaars

Toen in november 2018 Operatie Zero (in de volksmond: Propere Handen) losbarstte, werd duidelijk dat makelaars een centrale rol speelden in het Belgisch voetbal. Mogi Bayat en Dejan Veljkovic waren de spilfiguren.

De juridische rompslomp blijft vierenhalf jaar later nog steeds aanslepen. Of de mentaliteit onder de Belgische clubs is veranderd zijn de meningen verdeeld. Maar het is wel duidelijk dat het profvoetbal de uitgaven aan makelaars de kop ingedrukt heeft.

Tussen 1 april 2018 en 31 maart 2019 gaven de clubs nog 48,7 miljoen euro uit aan makelaars. Afgelopen jaar verdienden die tussenpersonen nog 28,2 miljoen euro in het Belgisch voetbal, tegenover 32,3 miljoen het jaar voordien, zo blijkt uit de cijfers die de voetbalbond vrijgaf. Daarvan kwam ruim 6 miljoen euro van betalingen die spelers aan hun makelaars deden - een systeem dat wereldvoetbalbond FIFA binnenkort zal verplichten.

Opvallende vaststelling: Anderlecht is niet langer de koning van de commissie. De uitgaven van paars-wit aan tussenpersonen daalden van 7,3 miljoen (2021) naar 4,4 miljoen (2022) en nu 1,5 miljoen. Racing Genk spendeerde het meest aan makelaarsvergoedingen: 3,7 miljoen. Op de voet gevolgd door AA Gent (3,5 miljoen) en Antwerp (3 miljoen).

Lees ook: “Meer workaholic dan alcoholic”: waarom Club Brugge het vertrouwen houdt in Vincent Mannaert ondanks de klachten over zijn drankmisbruik (+)

Blik op de cijfers van Riemer en voorganger Mazzu: het verschil in gevoel blijkt groter dan in punten (+)