Bewakers stelen miljoenen aan edelmetalen in Antwerpse havenbedrijven

© belga

Bij de chemiebedrijven BASF en Evonik in de Antwerpse haven is in 2017 en 2018 voor miljoenen aan edelmetalen gestolen. Een criminele organisatie zette daarvoor het veiligheidspersoneel van de bedrijven in. De gestolen metalen werden vervolgens naar Italië gesmokkeld. Veertien betrokkenen werden deze week in Antwerpen veroordeeld.

Sam Reyntjens

De Antwerpse scheepvaartpolitie krijgt in de herfst en winter van 2017 tot drie keer toe een oproep van chemiereus BASF. Telkens blijkt het bedrijf te hebben vastgesteld dat dieven aan de haal zijn gegaan met grote hoeveelheden spent catalyst. In haar proces-verbaal omschrijft de scheepvaartpolitie dat als ‘een zwart poeder, dat bestaat uit aluminium/silicium draagmateriaal, met een heel dunne laag palladium erop, dat gebruikt wordt om chemische reacties te initiëren. De gebruikte katalysator, ook katalysator-residu, spent cata of spent catalyst genaamd, wordt door BASF in metalen vaten van 200 liter verpakt en gestockeerd met het oog op recyclage en verwerking, waarbij het kostbare edelmetaal palladium wordt gerecupereerd’. Omdat het edelmetaal slechts een minimaal percentage (ongeveer 2 procent) van de spent catalyst beslaat, moeten er grote hoeveelheden gestolen worden om de diefstal enigszins lucratief te maken.

Dat blijken de dieven ook begrepen te hebben. Telkens de scheepvaartpolitie naar BASF geroepen wordt, blijkt dat er meerdere vaten gestolen zijn. De eerste keer, in september 2017, gaat het om enkele honderden kilo van het goedje, in oktober blijkt er 2.775 kilogram ontvreemd. De grootste slag wordt in de loop van december 2017 geslagen, wanneer bijna 7 ton spent catalyst verdwenen blijkt, goed voor ongeveer 140 kilogram palladium.

Ook bij een ander chemiebedrijf in de haven, Evonik, worden in dezelfde periode gelijkaardige diefstallen gemeld. En ook daar blijken de dieven aan de haal met grote hoeveelheden spent catalyst met daarin percentages van de edelmetalen platina, palladium en ruthenium. Het product wordt op de bedrijventerreinen opgeslagen in grote vaten die twee keer per jaar op transport gaan voor recyclage. Bij Evonik wordt bovendien een kluis gestolen uit een afgesloten gebouw. In die brandkast ligt normaal 15 tot 20 kilogram palladium, maar het bedrijf had die nét de dag voor de diefstal leeggemaakt.

Valse badges

Zowel de politie als de chemiereuzen voeren een onderzoek naar de diefstallen. Er wordt gekeken naar camerabeelden, zendmasten en het gebruik van toegangsbadges. Zo brengen ze een organisatie in kaart die de gestolen materialen op verschillende manieren van de terreinen smokkelt en vervolgens naar Italië brengt. In het Toscaanse Arezzo wordt alles vervolgens verkocht aan twee fabrieken die gespecialiseerd zijn in het recupereren van de edelmetalen uit het katalysator-residu.

Omdat niet zomaar iedereen toegang heeft tot de streng beveiligde chemiebedrijven, wordt al snel duidelijk dat er in de richting van het personeel gekeken moet worden. Bij Evonik blijkt verschillende keren gebruik te zijn gemaakt van een toegangsbadge op naam van ene Gary Johnson, compleet onbekend bij het bedrijf.

In december 2017 krijgt de politie bovendien informatie over het feit dat Antwerpenaar Karim C. (30), een veiligheidsagent bij BASF, betrokken zou zijn bij de diefstallen. De politie merkt dat C. behalve bij BASF, ook op de site van Evonik ingezet werd door zijn werkgever G4S, én dat hij in de periode van de diefstallen verschillende stortingen op zijn rekeningen deed. De speurders ondervragen zijn ex-vriendin. Die vertelt dat er in hun slaapkamer een sportzak met zwart zand stond die C. naar eigen zeggen meegenomen had van bij BASF. De vrouw vertelt ook dat haar vriend het over ‘een grote slag’ had en dat hij was ‘gaan feesten in Marokko’.

5,5 miljoen euro

Zowel C. als zijn collega’s zullen uiteindelijk bekentenissen afleggen. Ze vertellen benaderd te zijn door de familie M. uit Hoboken, die hen voor de diefstallen 10.000 euro betaalde. Een van de veiligheidsagenten, Gregory J. (33), maakte de valse badges aan waarmee de terreinen betreden werden. De mannen deelden ook informatie over de locatie van de edelmetalen en zorgden er zelf voor dat de spullen de haven uitgeraakten. Ook twee mannen die voor een industriële kuisfirma op de site van BASF werkten, bleken betrokken. Zij reden in opdracht van de familie M. een wagen vol vaten naar een loods in Wilrijk. In die loods en in een magazijn in Deurne werden de katalysator-resten overgeladen in gehuurde bestelwagens waarmee de familie M. naar Italië reed.

De duizenden euro’s die betaald werden aan de mannen die het vuile werk deden, vallen in het niets bij wat de familie M. volgens het parket verdiend heeft met de smokkel en verkoop van de edelmetalen. Het crimineel vermogen van de organisatie wordt geraamd op ongeveer 5,5 miljoen euro. Bij huiszoekingen bij de broers M. en hun betrokken familieleden vonden de speurders grote hoeveelheden geld, goud en luxehorloges. Hoewel de familie M. aangeduid werd als opdrachtgever en de broers ook herkend werden door de kopers in Italië, ontkennen ze ook maar iets met de diefstallen te maken te hebben. Tijdens hun verhoor dissen ze allemaal een gelijkaardig verhaal op, dat ze in Italië waren om spullen uit faillissementen op te kopen, een uitleg waar de rechtbank geen geloof aan hechtte.

Deze week werden in het dossier celstraffen – deels met uitstel – uitgesproken van twaalf maanden voor de 70-jarige Frans V., die de M.’s hielp met hun administratie en transporten, tot vier jaar voor opdrachtgever Orfej M. Het crimineel vermogensvoordeel moet aan de bedrijven en hun verzekeraars betaald worden als schadevergoeding.

Chemiereus BASF is tevreden met het vonnis. ‘Omdat men aanvaard heeft dat er een hiërarchische criminele organisatie toegeslagen heeft bij mijn cliënt en bij het andere bedrijf’, zegt advocaat Dirk Martens. Het bedrijf nam sindsdien ook maatregelen om in de toekomst dergelijke diefstallen te voorkomen, maar wil daarover niet in detail treden.