135 Vlaamse gemeenten bouwen te weinig sociale woningen

Elke gemeente in Vlaanderen heeft een eigen streefdoel voor het aantal sociale woningen dat er tegen 2025 moet bijkomen. Op die manier wil Vlaanderen de wachtlijst voor een sociale woning verkorten. Wonen-Vlaanderen voert zo'n voortgangstoets elke twee jaar uit.

Uit de cijfers blijkt dat 165 gemeenten het opgelegde groeipad sociale huur volgen. 127 gemeenten volgen het groeipad niet, maar leveren volgens het agentschap voldoende inspanningen om hun doelen tegen 2025 te bereiken. Acht gemeenten zullen hun doel niet realiseren en leveren onvoldoende inspanningen. Die slechtste leerlingen (Alken, Alveringem, Ardooie, Berlare, Brakel, Evergem, Holsbeek en Kraainem) wordt gevraagd een samenwerkingsovereenkomst te sluiten met een of meer sociale woonorganisaties.

De wachtlijst van 180.000 gezinnen voor een sociale woning is volgens de Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen (VVH) langer dan het totale aanbod huurwoningen. "Er wordt weinig werk gemaakt van concrete maatregelen", zegt VVH-directeur Gert Eyckmans. "Wij vragen nogmaals om een gezamenlijk langetermijnplan dat met politieke consensus wordt gedragen op alle beleidsniveaus." De oproep van de VVH is bijna een jaar oud.

De VVH stelt maatregelen en oplossingen voor om sneller en meer sociale woningen te bouwen. Zo wil ze gemeenten meer laten doen dan de minimumdoelen, opgelegd via het Bindend Sociaal Objectief. Voor de gemeenten die hun verplichtingen niet nakomen, vraagt de vereniging een stok achter de deur. "Zet publieke gronden maximaal in voor sociaal wonen en zorg voor de verplichting om elk privaat bouwproject voor een deel sociaal in te vullen", merkt de VVH verder nog op.

"De aandacht die de media en Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) aan fraudebestrijding besteden, is overdreven", zegt directeur Eyckmans. "Het zorgt voor een framing van mensen in de sociale huisvesting die er eigenlijk niet thuishoren, terwijl het belangrijker is om het aanbod sneller te doen groeien."

Vlaams parlementslid voor Vooruit Maxim Veys vindt dat het sociale woonbeleid faalt. "Een aantal gemeenten veegt openlijk de voeten aan de doelstellingen rond sociale woningbouw omdat ze weten dat ze dit ongestraft kunnen doen", reageert Veys. "Minister Diependaele laat het gewoon begaan. Zijn beleid werkt niet alleen demotiverend voor de gemeenten die wél hun deel doen, maar ook voor de hele sector die hij een negatief imago bezorgt."

“Het wordt tijd dat de minister stopt met zijn hobby om sociale huurders af te schilderen als fraudeurs en profiteurs en zich focust op zijn taak: de bouw van sociale woningen", gaat Veys verder. "De minieme winsten die hij boekt op vlak van fraude, wegen totaal niet op tegen de gigantische verliezen die hij noteert op vlak van betaalbaar woonaanbod."