Direct naar artikelinhoud
AchtergrondVRT

VRT onder vuur: ‘Op een dag zal men zich afvragen: moet hier nog wel belastinggeld naartoe?’

VRT onder vuur: ‘Op een dag zal men zich afvragen: moet hier nog wel belastinggeld naartoe?’
Beeld Tim Dirven

Het was een heikele week voor de VRT. Een mail van CEO Frederik Delaplace waarin hij het personeel een spreekverbod oplegde, veroorzaakte heisa tot in het Vlaams Parlement. Kenners analyseren de crisis. ‘Een sterke leider stuurt zo’n bericht niet.’

Het goede nieuws is: bij de VRT nemen sommigen hun telefoon nog op als een journalist belt. Het slechte nieuws: veel zeggen ze niet. De ene wil met rust gelaten worden en zich focussen op het werk. Een aantal medewerkers die kritisch zijn, passen voor commentaar omdat ze vinden dat het “gebash” mag ophouden. Nog anderen zijn bang om te praten, voor het geval hogerhand dat verneemt en hen zou verdenken van een lek.

Die angst is begrijpelijk. Maandag kreeg de hele VRT een mail van CEO Frederik Delaplace waarin stond dat iedereen “naar de buitenwereld een rechtlijnig verhaal” moet vertellen. De communicatiedienst, schreef hij, heeft een strategie uitgedokterd, “maar die kan enkel werken als we onszelf geen stokken in de wielen steken. Dat doen we te vaak.”

Vooral de uitsmijter viel op. “Hier één gouden regel: communiceren over de VRT gebeurt enkel door of via de communicatiedienst. Voor alle andere gevallen volstaan twee woorden: ‘Geen commentaar’.” Gisteren volgde een extern persbericht, dat weinig nieuws toevoegde. In een intern bericht gaf Delaplace toe dat hij “beter had kunnen en moeten duiden” - al verandert er niets aan de vraag om naar buitenuit niets te zeggen wat de VRT kan schaden.

Ironisch genoeg stond de eerste mail na een kwartier al op de website van De Standaard - gelekt, en laat dat nu een van de aanleidingen geweest zijn voor de mail: lekken, maar ook kritiek op het Huis. Denk aan de discussie over de verloning van schermgezichten, aan het nieuws over de malaise bij de online-nieuwsredactie dat uitlekte in De Morgen, enzovoort. De VRT kwam de laatste maanden vaak negatief in het nieuws, en dat mag het personeel zélf niet meer voeden. De stennis die het spreekverbod veroorzaakte, bereikte zelfs het Vlaams Parlement, waar minister van Media Benjamin Dalle (cd&v) liet verstaan dat hij de manier van communiceren, de timing en de formulering “ontzettend onverstandig” vond en “niet voor herhaling vatbaar”.

Positie ontkracht

Om in te schatten wat er met Delaplace en de VRT aan de hand is, nam De Morgen contact met relevante stemmen met kennis van zaken. Met Frank Van Massenhove, bijvoorbeeld, die tot zijn pensioen een federale overheidsdienst leidde waarvoor hij soms met zeven verschillende ministers moest overeenkomen, en die bekendstaat als de man die weet hoe je als manager een team kunt motiveren. “Voor een overheidsbedrijf werken is complex”, zegt hij. “Je moet subtiel omgaan met je ministers, en je moet in staat zijn je tegen hen te verweren. Maar je eigen mensen meekrijgen, doe je niet door hen het zwijgen op te leggen. Integendeel, je moet hen juist vragen om ook de dingen te vertellen die je niet graag hoort. En dat mogen ze ook naar buitenuit doen. Met die mail schoot Frederik Delaplace dus twee keer in zijn eigen voet. Hij zal op termijn een contraproductief effect bereiken, en zijn mail wijst op zwakte. Een sterke leider stuurt zo’n bericht niet. Een vuistregel is ook: vaardig nooit een regel uit die je niet kunt afdwingen. Dit heeft zijn positie ontkracht. Eigenlijk zegt hij tegen zijn mensen: ik ga jullie niet meer beschermen.”

Bob Vermeir, die aan het hoofd staat van de communicatiedienst, verdedigt de mail door erop te wijzen dat het juist van sterk leiderschap getuigt om elke maand je gedachten te delen met het personeel - die mail was geen eenmalig iets, het is een soort maandelijkse column van de CEO. “En die past bij de dialoog die Frederik wil aangaan met zijn mensen”, zegt Vermeir. “Wij zitten in een traject waarbij ook groepsgesprekken en inspiratiesessies worden gehouden. Frederik wil met iedereen nadenken over hoe de VRT er in 2030 moet uitzien. Dat proces verloopt juist met heel véél inspraak.”

Toch vond ook Rik Van Cauwelaert, columnist bij De Tijd en als doorgewinterd journalist een kenner van het Huis, de mail van Delaplace onhandig. “Ik vond Delaplace een goede keuze als CEO”, stipt hij aan. “Hij had zijn sporen verdiend, ook bij De Tijd. Maar bij de openbare omroep word je sowieso een schietschijf, en dan is een boodschap als deze niet handig. Als manager moet je ervoor zorgen dat er geen interne conflicten zijn. En je moet niet denken dat je lekken tegenhoudt. Alles komt naar buiten, net als in de politiek.”

Hellend vlak

Het was even schrikken, maar zelfs Dirk Van Damme mengde zich op Twitter even in de discussie. Van Damme is onderwijsspecialist, leerde als kabinetschef de Vlaamse politiek kennen en was lang onderwijstopman bij de OESO. Na De Mail tweette hij: “De VRT plaatst zich steeds meer buiten het publieke domein. Dan wordt de vraag onvermijdelijk of ze nog door de belastingbetaler gefinancierd moet worden.” Aan de telefoon licht hij toe: “Ik ben geen media-expert. Maar ik heb veel ervaring in de publieke sfeer, de waarden en normen van publieke organisaties zijn mij dierbaar. Mij lijkt de VRT op een hellend vlak te zitten. Ik ga ermee akkoord dat men moet streven naar efficiëntie, en dat zoiets bijvoorbeeld ontslagen impliceert, maar de openheid van debat is van groot belang. Je kunt dat debat niet doodknuppelen. Dat is een onhoudbare spagaat.”

Van Damme ziet de VRT ook op andere punten afglijden. “Men stelt zich meer en meer op als concurrent van de commerciële omroepen, ook in de sector van het amusement. Daar ben ik op zich niet tegen, maar érgens moet een rode lijn liggen. Anders zal men zich op een dag afvragen: moet hier nog wel belastinggeld naartoe?”

Meer nog dan over de positie van Delaplace, en hoe ongepast zijn mail was, is dát het debat van de komende jaren, denkt ook Van Cauwelaert. “Dat de VRT-nieuwsdienst ook online zo actief is, niet alleen met geluid en video, maar ook met verhalen, is een doorn in het oog van de commerciële spelers. Ook dat Eén met een dansshow het succes van The Masked Singer op VTM probeert te imiteren, wekt ergernis. De vraag van de commerciëlen om de VRT grenzen op te leggen, krijgt in toenemende mate gehoor in politieke kringen. Dat is een reden te meer om heel voorzichtig te zijn met die machine. Ik ben niet iemand die de VRT wil verkopen, want ik vind een sterke openbare omroep nodig, voor informatie en duiding. Maar het instituut moet volgens mij dingen afstoten. Neem nu StuBru en MNM: popmuziek, dat is voor commerciële zenders. Verkoop dat, het zal nog geld opleveren.”

Eeuwige spanning

Daarmee zitten we in het hart van een debat dat velen ook bij de overheid willen voeren: het zogenaamde kerntakendebat. Doet de VRT, met steeds schaarsere middelen, niet te veel? Amusement, inclusief het licht geflopte The greatest dancer van Vlaanderen - met in de jury Niels Destadsbader, de man van een half miljoen - maar ook jongerenradio, sport, kookprogramma’s, quizzen en ga maar door. Moet de VRT zich niet focussen op nieuws en duiding? “Dat is het echte gevecht”, beaamt Christina von Wackerbarth, die tot twintig jaar geleden een tijd mee leiding gaf aan de openbare omroep. Vandaag is ze wereldwijd coach voor senior managers, onder meer via de befaamde INSEAD business school.

“De openbare omroep is een stoorzender op de private markt”, zegt ze. “Ook al omdat de VRT mee van reclamegeld leeft - en geld dat naar de VRT gaat, kan niet meer naar pakweg VTM. Het debat over de noodzaak van zenders zoals MNM, en sport en amusement, wordt allang gevoerd. De VRT is sterk onderhevig aan politieke dynamieken. Vandaag wordt Vlaanderen geleid door rechts-liberale partijen, die een kleinere, smallere omroep willen. Ik ben voor een brede omroep, omdat je zonder amusement en andere trekkers geen publiek hebt voor duiding en informatie. Maar de huidige leiding, over wie ik mij zeker niet wil uitspreken, zal moeten omgaan met die eeuwige spanning.”

Toen Von Wackerbarth mee de VRT leidde, eerst als rechterhand van Bert De Graeve, was Greg Dyke topman van de BBC. “Hij verwoordde mooi het lot van een openbare omroep”, lacht ze. “You get criticized for winning, and you get criticized for losing. Als je het goed doet, krijg je kritiek omdat je met belastinggeld een bedreiging vormt voor de markt. Als je het slecht doet, krijg je kritiek omdat je het belastinggeld niet waard bent.”

Bij een bevoorrecht waarnemer die graag anoniem blijft, leeft het vermoeden dat Canvas zal verdwijnen als lineaire zender - iets wat woordvoerder Bob Vermeir ontkent. “Die plannen bestaan niet. Wij staan open voor een kerntakendebat. Maar het aanbod aan cultuur en documentaire is, ook op VRT MAX, nooit zo groot geweest als vandaag.” Onze anonieme bron: “Met de app VRT MAX heeft men juist iets waar programma’s van Canvas een plek kunnen vinden. In de paasvakantie heeft men De ideale wereld, het duurste programma van Canvas, op Eén uitgezonden - om eens te kijken of het daar werkt. Dan kan Canvas verdwijnen.”

Dalle als schakel

Voorstanders van een sterke omroep zouden zo’n krimpscenario betreuren. “De kracht van de VRT is het brede bereik”, zegt Eric Van Rompuy, die in 1996 voor cd&v minister van Media werd en de openbare omroep op het goede spoor zette - bedenk: VTM had het Huis aan de Reyerslaan van het veld gespeeld. “Er duiken discussies op in de krant, maar de helft van de Vlamingen kijkt nu naar Eén en Canvas, aanzienlijk meer dan naar VTM. Ik vind niet dat de VRT in crisis is”, zegt Van Rompuy. “Neem nu Het verhaal van Vlaanderen. Daar was veel over te doen, maar debat losweken, dat is juist de taak van de VRT.”

Over de uithaal van minister Dalle is Van Rompuy minder enthousiast. Toen Van Rompuy aantrad, was de VRT in handen van de politiek. “De politiek besliste alles. Wie de chef duiding moest worden, welk programma gemaakt moest worden, alles. Dat was onhoudbaar, want de VRT zat aan de grond. De ambitie was om een sterke, brede publieke omroep te hebben. Ik heb Bert De Graeve aangesteld, en de omroep hervormd. De baas beslist zelf over personeel en programmatie. De raad van bestuur is nog een afspiegeling van de politieke machtsverhoudingen, maar gaat alleen over de lange termijn.”

Wat Dalle deed in het Vlaams Parlement - Delaplace de les lezen - is niet oké, vindt Van Rompuy. “De filosofie is altijd geweest dat iedereen zijn plaats moet kennen. Als ministers vragen gaan stellen over het functioneren van de CEO, zijn we weer vertrokken, dan gaan we terug in de tijd. Het management moet volledig onafhankelijk zijn. Ik ken dit dossier niet, ik heb geen contact met Dalle, maar als een van de schakels in het verhaal niet meer werkt, kan dat fataal zijn. Die zwijgplicht, waar de mail van de CEO over gaat, heeft ook te maken met interne kwesties, en daar houdt de politiek zich best buiten.”

Politieke stages

Veel praten doen VRT-medewerkers niet meer, maar lekken nog wel. Op de redactie van De Morgen belandde informatie waaruit blijkt dat politici, leden van de mediacommissie in het Vlaams Parlement, worden uitgenodigd om stage te komen lopen op de VRT. Voor het eerst. En óók op de nieuwsdienst. Een stem die anoniem wil blijven: “Nu is het hek van de dam, dit is soumission ten aanzien van de politiek.” Bob Vermeir reageert: “Dit is een manier om politici te tonen en laten voelen wat het is om media te maken. Natuurlijk werken zij niet mee op de redactie. Maar transparantie naar onze aandeelhouder, daar lijkt mij niets mis mee.” Ter info: ook bij VTM Nieuws kwamen de leden van de commissie Media in het Vlaams Parlement onlangs op ‘werkbezoek’, maar wel allemaal samen, en niet in de hoedanigheid van stagiair.

Wat de nieuwsdienst betreft, tot slot. Strenge critici, onder wie uw dienaar, wijzen er vaak op dat die slecht tegen kritiek kan en bang is. Er is veel talent op de werkvloer, maar dat schittert misschien niet dankzij, maar ondanks de leiding. En de ombudsman - vroeger Tim Pauwels, nu Bert Lauwers - verdedigt de nieuwsdienst tegen critici, in plaats van de VRT zelf onder het mes te leggen. En een organisatie die met overheidsgeld werkt, moet de lat hoger leggen dan de rest. Schrijver en columnist Tom Naegels, die vijf jaar ombudsman was bij De Standaard, gaat niet akkoord. “Mensen vonden van mij ook dat ik de kant van de redactie koos”, zegt hij. “Een ombudsman moet geen bolwassingen geven, maar de lezer inzicht bieden in het journalistieke proces. Dat doet de VRT goed.”

Dat de nieuwsdienst gevoelig is voor kritiek? “Ook dat is niet uitzonderlijk”, zegt Naegels. “Dat geldt voor elke redactie. Het klopt dat een organisatie die met belastinggeld werkt, rekenschap moet afleggen, maar ik vind dat elk medium dat moet doen. Het gaat niet over de herkomst van je middelen, maar over je maatschappelijke taak als nieuwsorganisatie. De VRT hééft tenminste een ombudsman, dat kan niet van elke redactie gezegd worden.”