Direct naar artikelinhoud
AchtergrondSoedan

Hoe twee kemphanen Soedan naar de afgrond duwen: ‘Beide partijen vechten om te overleven’

Mohamed Hamdan Dagalo, bekend als Hemeti, leider van het paramilitaire RSF-leger zwaait naar supporters in het dorp Abraq, op 60 kilometer van Khartoem.Beeld ANP / AFP

De strijd die momenteel woedt in Soedan kent een lange voorgeschiedenis en kan tot ver over de grenzen gevolgen hebben als de twee strijdende generaals niet inbinden. Maar van een oplossing lijkt vooralsnog geen sprake. ‘In de kern gaat de strijd om wie er de nieuwe dictator van het land kan worden.’

De belangrijkste oorzaak van het geweld in Soedan? Dat de maatschappij is doordesemd van het leger. Of, beter gezegd, ‘de legers’, twee stuks. Die nu tegenover elkaar staan en die zich in allerlei delen van de samenleving bevinden waar ze eigenlijk niks te zoeken hebben: de politiek, de economie.

Die gemilitariseerde maatschappij zorgt ervoor dat de huidige strijd tussen president Abdel Fattah al-Burhan, leider van het reguliere leger Sudanese Armed Forces (SAF), en vicepresident Mohamed Hamdan Dagalo, leider van de paramilitaire Rapid Support Forces (RSF), op een bepaalde manier onvermijdelijk was. De lont zat in het kruitvat, zeggen verschillende analisten, het was slechts een kwestie van tijd voordat die zou ontbranden. Dat gebeurde uiteindelijk op zaterdag 15 april, toen beide legers slaags raakten.

Verdeel en heers

Om te begrijpen waar het geweld vandaan komt, moeten we terug naar de tijd van Omar al-Bashir, de dictator die vanaf 1989 dertig jaar aan de macht was dankzij een consequente verdeel-en-heerspolitiek. Bashir was handig genoeg om, telkens als hij merkte dat een van zijn generaals te veel macht vergaarde, er eentje tegenover te plaatsen.

Continu creëerde hij zo nieuwe milities en paramilitaire groepen, zoals de RSF, omdat hij zijn eigen leger nooit helemaal vertrouwde, zegt Anette Hoffmann, onderzoeker bij het Clingendael Instituut die zelf vier jaar in Soedan woonde. “Wat we vandaag zien, is de uiteindelijke clash tussen de twee sterkste strijdgroepen die uit dat tijdperk zijn overgebleven.”

De RSF was zo’n strijdgroep, voortgekomen uit een lokale militie die door Bashir vanaf 2003 werd ingezet om rebellen in de westelijke provincie Darfur hardhandig te onderdrukken. Aanvoerder was een jonge krijgsheer uit de regio: Mohamed Hamdan Dagalo, die zijn bijnaam ‘Hemedti’ (dat zoiets als ‘kleine Mohamed’ betekent, vanwege zijn jeugdige voorkomen) als een eretitel is blijven dragen.

Hemedti werd na zijn optreden in Darfur door Bashir uitverkoren om tegenwicht te bieden aan het leger en de geheime dienst. De ironie wil dat die beslissing Bashir uiteindelijk fataal werd. Toen eind 2018 de Soedanese bevolking massaal in opstand kwam tegen Bashirs bewind en diens desastreuze economische beleid was het uiteindelijk Hemedti die hem in april 2019 samen met generaal Burhan aan de kant schoof.

Soldaten van het SAF-leger inspecteren een in beslag genomen legerbasis van het vijandige RSF in Port Soedan.Beeld ANP

Hemedti en Burhan deden dat uit zelfbehoud: zij konden alleen macht en invloed behouden als ze de dictator zouden afzetten. Die overweging speelde twee jaar later opnieuw, toen beide krijgsheren de civiele overgangsregering ontmantelden die na de volksopstand aan de macht was gekomen.

Dat deden ze ook, zegt Ahmed Soliman, als veiligheidsexpert verbonden aan denktank Chatham House, om te voorkomen dat er ooit een burgerregering gevormd zou kunnen worden. Want dat zou ze niet alleen invloed kosten, het zou er ook voor zorgen dat ze ooit rekenschap moeten afleggen voor oorlogsmisdaden uit het verleden.

“Maar hun ongemakkelijke huwelijk moest vroeg of laat een keer ontploffen”, zegt Hoffmann. “Want allebei wisten ze altijd al dat er uiteindelijk maar één obstakel zou overblijven om aan de macht te blijven: de ander.”

‘Allebei wisten ze altijd al dat er uiteindelijk maar één obstakel zou overblijven om aan de macht te blijven: de ander”
Anette HoffmannOnderzoeker Clingendael Instituut

In december werd er nog een voorlopig akkoord gesloten, dat in maart ondertekend had moeten worden, waarbij het militaire bewind uiteindelijk plaats zou maken voor een burgerregering en waarin werd afgesproken dat Hemedti’s RSF binnen twee jaar zou worden geïntegreerd in het reguliere leger. Hemedti zelf wilde daar liever tien jaar de tijd voor krijgen.

Dat was de directe aanleiding voor Hemedti om de afgelopen weken zijn rekrutering op te voeren en troepen naar hoofdstad Khartoem te sturen en naar Merowe, waar zich een belangrijke luchtmachtbasis van de SAF bevindt. Die troepenbewegingen werden niet meteen opgevat als prelude voor de huidige oorlog, eerder als onderhandelingstactiek, om de druk op Burhan op te voeren.

“Maar het werkte uiteindelijk als een provocatie, ook al is nog altijd onduidelijk wie er bijna twee weken geleden is begonnen met schieten”, zegt Shewit Woldemichael, veiligheidsanalist bij de International Crisis Group vanuit Nairobi.

“In de kern gaat de strijd om wie er de nieuwe dictator van het land kan worden, een nieuwe Bashir”, zegt Soliman. “Hemedti, niet alleen legerleider maar ook hoofd van een uitgebreid zakenimperium, had een plan dat hem langzaam naar het centrum van de macht zou stuwen. Het binnen twee jaar integreren van zijn RSF in het reguliere leger zat dat plan in de weg, dat zou hem op een zijspoor hebben geplaatst.”

‘Het is nog geen burgeroorlog, want de burgers vechten niet met elkaar, die zitten er alleen middenin’
Ahmed SolimanVeiligheidsexpert Chatham House

Hemedti’s snode plan

Het plan had een lange aanloop. Mohamed Hamdan Dagalo heeft een bescheiden achtergrond, hij is afkomstig uit een familie van nomadische kamelenherders uit Darfur. Hij bestempelt zichzelf nu ook als ‘kampioen van de periferie’, die de strijd aanvoert tegen de elite in Khartoem, zegt Soliman. Woldemichael beschrijft hem als ‘rasopportunist’.

Tijdens de oorlog in Darfur begon Hemedti met het vergaren van zijn fortuin. Zijn RSF kreeg controle over de grensstreek met Libië, waar de militie verdiende aan smokkelroutes voor migranten. Later promoveerde Bashir de militie tot officiële paramilitaire organisatie en gebruikte hij de leden als grenswachten die juist de taak hadden om illegale migratie tegen te gaan – waarbij deze groepering, die in Darfur oorlogsmisdaden had begaan, onder andere financiering zou hebben ontvangen vanuit de EU.

Een sleutelmoment was toen Hemedti van Bashir de controle kreeg over de belangrijke goudmijnen bij Jebel Amer, in het midden van Darfur. Een derde bron van Hemedti’s fortuin was dat hij zijn troepen zeer lucratief verhuurde aan andere landen om hun oorlogen uit te vechten. De RSF was actief in Libië, maar vooral in Jemen, waar de leden werden ingezet door de Saudiërs om de Houthi-rebellen onder de duim te krijgen.

Burgers op de vlucht in hoofdstad Khartoem.Beeld AFP

“Ik heb het met eigen ogen gezien in Nyala, een stad in het zuiden van Darfur, waar een daadwerkelijke bouwgekte op gang kwam toen al die militairen uit Jemen terugkwamen. Met enorme zakken cash – letterlijk, zakken met geld”, zegt Hoffman.

“Traditionele liedjes over vrouwen die een soldaat aan de haak hoopten te slaan werden aangepast om te verwijzen naar de RSF-veteranen en hun strijd in Jemen. Dat had een enorme impact op het aanzien en daarmee de groei van het leger van Hemedti”, vertelt ze.

Zo kon de militie van Hemedti uitgroeien tot een volwaardige, goedbetaalde strijdmacht van zo’n honderdduizend man. Die is volgens veel experts inmiddels misschien wel gelijkwaardig aan de SAF, ondanks het overwicht in de lucht dat het reguliere leger van de Soedanese overheid heeft.

Hemedti’s kracht is zijn opportunisme, zegt Woldemichael. “Hij is flexibel, weet zich voortdurend aan te passen aan de nieuwe politieke realiteit en heeft gaandeweg alleen maar meer politieke invloed vergaard. Hij leest de politieke wind heel goed, hij is een overlever. En, anders dan Burhan, deelt hij geen macht met andere generaals. De RSF is een onemanshow.”

Maar dat de RSF een huurlingerleger is, brengt volgens Woldemichael risico’s voor Hemedti met zich mee die, naarmate het conflict langer zal duren, alleen maar groter zullen worden.

“Het is riskant om langs tribale scheidslijnen te rekruteren, wat hij heeft gedaan. Als hij met de ene groep gaat, voelen andere groepen zich bedreigd. Dat kan op termijn voor een loyaliteitsconflict zorgen. En daarmee kunnen ook verschillende stammen, die zich momenteel nog neutraal opstellen, gedwongen worden een kant te kiezen – waarna dit conflict daadwerkelijk tot een chaotische burgeroorlog kan uitgroeien.”

De twee kemphanen: generaal Abdel Fattah al-Burhan (links) en generaal Mohamed Hamdan Dagalo (rechts).Beeld AFP

Anarchie loert om de hoek

Want de honderden doden die er tot nu zijn gevallen, zullen in het niet vallen bij wat er kan gebeuren als dit conflict om macht Soedan in totale anarchie stort. Dat risico is aanzienlijk en dat risico is ook de reden waarom tal van internationale spelers direct van zich lieten horen om de twee aan de onderhandelingstafel te krijgen. De buurlanden, de Verenigde Staten, de Verenigde Naties, de Europese Unie, de Arabische landen, de Afrikaanse Unie: niemand heeft baat bij chaos in een van de grootste landen van Afrika.

Te beginnen met de buurlanden. Veel gemeenschappen bevinden zich aan beide zijdes van de grens, bijvoorbeeld in Darfur, zegt Woldemichael. “Tsjaad heeft niet voor niets zijn grenzen gesloten, de stam van Hemedti zit ook aan hun kant van de grens en die zou zich kunnen gaan roeren. Dat kan het toch al instabiele Tsjaad verder destabiliseren.” Iets soortgelijks geldt voor Libië en Zuid-Soedan.

Dan is er het gevaar van vluchtelingenstromen richting de buurlanden vanuit het 46 miljoen inwoners tellende Soedan, die op gang zullen komen naarmate de strijd bloediger wordt. Elk van de omringende landen, behalve misschien Egypte, heeft al grote problemen die voor vluchtelingen hebben gezorgd – zoals de droogte en honger die momenteel de Hoorn van Afrika teisteren.

Woekert dit conflict voort, dan wordt Soedan uiteindelijk een mislukte staat, die een nieuw broeinest voor terroristische netwerken kan worden. Dat baart met name Arabische landen als Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) zorgen. Zo hebben de VAE in december nog een overeenkomst gesloten om in het noordoosten van Soedan 6 miljard dollar te investeren in een haven aan de Rode Zee, geld dat wel terugverdiend moet worden.

Maar momenteel is het conflict nog enigszins behapbaar. “De twee partijen vechten nu voornamelijk over controle over Khartoem”, zegt Woldemichael. “Maar als het conflict zich uitbreidt kunnen andere actoren zich ermee gaan bemoeien en kan het snel een chaotische, onoverzichtelijke strijd worden, met gevaar voor de hele Hoorn van Afrika.”

Vernielde voertuigen voor het hoofdkwartier van de RSF in Khartoem.Beeld AFP

Ze moeten gaan onderhandelen, besluit ze, voordat er voor Hemedti of Burhan geen land meer overblijft om te besturen. Alleen lijkt het nu onwaarschijnlijk dat internationale druk de partijen weer aan tafel kan dwingen, denkt Hoffmann. “Dit is voor de twee een haast existentiële strijd: beiden willen de ander wegvagen, beiden vechten om te overleven.”

Burgers zijn het beu

Het is nog niet te laat, denkt Soliman. “Het is nog geen burgeroorlog, want de burgers vechten niet met elkaar, die zitten er alleen middenin. Los van beide legers wil zowaar niemand in het land deze oorlog. Ze willen vrede, zijn klaar met de sterke mannen.”

Dat is ook de reden waarom de burgers al meer dan vier jaar vreedzaam strijden voor democratie. “Ze strijden voor een land waarin het leger zich alleen op de kerntaak concentreert: het verdedigen van het land, en dus niet proberen zoveel mogelijk macht, geld en invloed te verkrijgen”, zegt Hoffmann. Het is alleen vrij duidelijk dat beide krijgsheren geen zier geven om de burgerbevolking en dat die bevolking momenteel niet in staat is een vuist te maken.

Ook Soliman denkt dat de onderhandelingstafel alleen in zicht komt als een van de twee klaar is om zichzelf over te geven. Wie dat wordt, is nog te vroeg om te zeggen, nu de situatie op het slagveld op zijn zachtst gezegd mistig is, met een stroom aan tegenstrijdige berichten.

Wat wel zeker is: hoe langer dit duurt, hoe complexer de strijd wordt, en hoe moeilijker het wordt de rust te laten terugkeren.

Een flatgebouw in Khartoem staat in brand nadat het geraakt door een granaat.Beeld via Reuters